Uhrzeiten

Door welk woord kun je "der Lehrer" vervangen?
A
er
B
sie
C
es
D
ihr
1 / 11
volgende
Slide 1: Quizvraag
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

Door welk woord kun je "der Lehrer" vervangen?
A
er
B
sie
C
es
D
ihr

Slide 1 - Quizvraag

Door welk woord kun je "die Schülerinnen" vervangen?
A
er
B
sie
C
es
D
ihr

Slide 2 - Quizvraag

Door welk woord kun je "das Abenteuer" vervangen?
A
er
B
sie
C
es
D
ihr

Slide 3 - Quizvraag

door welk woord kun je "die Cousine" vervangen?
A
er
B
sie
C
es
D
ihr

Slide 4 - Quizvraag

Wat voor soort woorden waren deze 'vervangingswoorden'?
A
voorzetsels
B
lidwoorden
C
bezittelijke voornaamwoorden
D
persoonlijke voornaamwoorden

Slide 5 - Quizvraag

Wat voor soort woorden zijn:
die
der
das
ein(e)

Slide 6 - Open vraag

Vertaal:
"geen kinderen"

Slide 7 - Open vraag

Uhrzeiten - kloktijden
begrippen:
voor    - vor
over   - nach
om    -um

Slide 8 - Tekstslide

Uhrzeiten -  overige begrippen
half      - halb
kwart    - Viertel (nach / vor)
hoe laat is het?     -Wie spät ist es? / Wieviel Uhr ist es?
uur     - Stunde
tijd     - Zeit

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Hausaufgaben
maken van 5 Familie und Freunde:
39,  44,  45, 46, 47
leren Grammatik E, F (Wiederholung) en Grammatik G, H, I (neu)

Slide 11 - Tekstslide