V3e - 29-01-2021

WELCOME!
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

WELCOME!

Slide 1 - Tekstslide

TODAY
  • Theme 4
  • Build Up

Slide 2 - Tekstslide

GRAMMAR

Slide 3 - Tekstslide

PAST SIMPLE VS PRESENT PERFECT
Je gebruikt de PAST SIMPLE om te zeggen dat iets in het verleden is gebeurd en nu is afgelopen.
  • They saw the same film yesterday.
  • He lent me his phone and I called my brother. 
  • Last year we went to a restaurant.

Slide 4 - Tekstslide

PAST SIMPLE VS PRESENT PERFECT
Je maakt de PAST SIMPLE om door de 2de vorm uit het rijte te gebruiken bij de onregelmatige werkwoorden, of door -ed toe te voegen bij regelmatige werkwoorden.
  • They saw the same film yesterday.
  • He lent me his phone and I called my brother. 
  • Last year we went to a restaurant.

Slide 5 - Tekstslide

PAST SIMPLE VS PRESENT PERFECT
Je gebruikt de PRESENT PERFECT om te zeggen dat iets in het verleden is begonnen en nu nog aan de gang is, om te praten over ervaringen en om te zeggen dat iets in het verleden is gebeurd en dat je daarvan nu resultaat merkt.  
  • Ciara has been an avid gamer since the age of ten.
  • Lois has practised martial arts for many years now.
  • I can't go swinning because I've had my hair dyed.

Slide 6 - Tekstslide

PAST SIMPLE VS PRESENT PERFECT
Je maakt de PRESENT PERFECT met HAVE of HAS (afhankelijk van het onderwerp in de zin) + het voltooid deelwoord (de 3de in het rijtje of -ed bij regelmatige werkwoorden)
  • Ciara has been an avid gamer since the age of ten.
  • Lois has practised martial arts for many years now.
  • I can't go swinning because I've had my hair dyed.

Slide 7 - Tekstslide

TEST YOURSELF
Do you know the answers?

Slide 8 - Tekstslide

Deze vorm gebruik je om te zeggen dat iets in het verleden is begonnen en nu nog aan de gang is
A
past simple
B
present perfect

Slide 9 - Quizvraag

Deze vorm gebruik je om te zeggen dat iets in het verleden is gebeurd en nu is afgelopen
A
past simple
B
present perfect

Slide 10 - Quizvraag

Herken de vorm: "He has been here since this morning."
A
past simple
B
present perfect

Slide 11 - Quizvraag

Herken de vorm: "Yesterday I walked home."
A
past simple
B
present perfect

Slide 12 - Quizvraag

Herken de vorm: "Last week I had a stomach bug."
A
past simple
B
present perfect

Slide 13 - Quizvraag

Herken de vorm: "We have been practising grammar for hours"
A
past simple
B
present perfect

Slide 14 - Quizvraag

PAST SIMPLE VS PRESENT PERFECT
Als je niet zeker weet welke tijd je moet gebruiken, kun je de volgende vragen stellen:
1. Is het op dit moment nog aan de gang?
Ja? Present perfect! Nee: ga naar vraag 2.
2. Gaat het over ervaringen tot nu toe?
Ja? Present perfect! Nee: ga naar vraag 3.
3. Is het resultaat van de actie nu merkbaar?
Ja? Present perfect! Nee: past simple.

Slide 15 - Tekstslide

LET'S GO!
Make exercises 11 and 12 in your workbook.
Done? Continue with exercises 17, 18, and 19

This is homework for next week.

Slide 16 - Tekstslide