Herhaling politiek H1,H2 en H3
1 / 33
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Dus lieve mensen, waar gaat politiek over?
A
Leven met elkaar
B
Parlementaire democratie
C
Politiek gaat over het inrichten van onze samenleving
D
Bestuderen van de samenleving
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
De wetgevende macht...
A
Parlement (Eerste en Tweede kamer)
B
De rechters
C
De ministers (de regering)
D
De samenleving
Slide 8 - Quizvraag
De uitvoerende macht...
A
Parlement (Eerste en Tweede kamer)
B
De rechters
C
De ministers (de regering)
D
De samenleving
Slide 9 - Quizvraag
De rechterlijke macht
A
Parlement (Eerste en Tweede kamer)
B
De rechters
C
De ministers (de regering)
D
De samenleving
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Grondrechten zijn...
A
Wetten voor de samenleving.
B
De rechten van burgers die staan vastgelegd in de grondwet.
C
Schoolregels.
D
De rechten van rechters.
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Wat is GEEN kenmerk van onze rechtsstaat?
A
Scheiding van de machten.
B
Burgers hebben grondrechten.
C
één macht heeft extra veel macht.
D
De rechterlijke macht is onpartijdig.
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Democratie =
A
De macht ligt bij de burgers van een samenleving.
B
Mark Rutte is de baas.
C
Je mag stemmen.
D
18 plus? Je bent de baas!
Slide 18 - Quizvraag
18 + ? Dan mag je stemmen op personen! Deze personen noemen wij......
A
Ministers
B
Volksvertegenwoordigers
C
Leraren
D
Ambtenaren
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
Parlementaire democratie=
A
Directe invloed. Het volk beslist gewoon zelf.
B
Ministers zijn de baas.
C
Geen directe invloed. Het volk beslist mee door middel van volksvertegenwoordigers.
D
Vanaf 18 jaar mag je stemmen.
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Welke politieke partijen ken je?
Slide 24 - Open vraag
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Wie heeft dit kunstwerk gemaakt?
Slide 29 - Open vraag
Wat verstaan wij onder de hofcultuur?
A
Het bourgondische hof, de renaissance, de barok en de gouden eeuw
B
Het bourgondische hof, de renaissance en de barok
C
Het bourgondische hof
D
De renaissance, de barok en de gouden eeuw
Slide 30 - Quizvraag
Het bourgondische hof
De renaissance
De barok
De gouden eeuw
14e en 15e eeuw
15e en 16e eeuw
17e en 18e eeuw
17e eeuw
18e en 19e eeuw
16e eeuw
Slide 31 - Sleepvraag
Wat betekent cantus firmus?
A
Een vaste zanglijn die de basis vormt voor het intro van het stuk
B
Een eenstemmige zangvorm in de renaissance
C
Een eenstemmige zangvorm in het bourgondische rijk
D
Een vaste zanglijn die de basis vormt voor het hele stuk
Slide 32 - Quizvraag
Wie heeft dit kunstwerk gemaakt?
