Paragraaf 5.2 Gewoon anders 2D




Paragraaf 5.2 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les




Paragraaf 5.2 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen? 
  • Huiswerk bespreken
  • Leerdoelen. 
  • Uniek 
  • Schooluniformen. 
  • Anders.  
  • Opdracht.  
  • Huiswerk.  

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Jullie kunnen beschrijven wat Uniek is.
  • Jullie kunnen beschrijven wat normaal is.
  • Jullie kunnen beargumenteren in hoeverre je uniek bent en normaal

Slide 3 - Tekstslide

Bespreken opdr. 17 t/m 21

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Samen lezen 
Blz. 19 en 20

Slide 6 - Tekstslide

Wat moet je doen om ‘gewoon’ te zijn? Beschrijf de regels waaraan je je moet houden om niet buiten de groep te vallen.

Slide 7 - Woordweb

‘Alle mensen zijn gelijk’ <--> ‘Elk mens is Uniek’ 


  • Dit lijken twee tegengestelde uitspraken, maar ze zijn allebei waar. Alle mensen hebben bijvoorbeeld vingers. Maar ieder mens heeft een unieke vingerafdruk.  
  • Teken een driehoek met de punt naar boven. Verdeel de driehoek in drie lagen.  
  • Schrijf op de onderste laag iets wat voor alle mensen hetzelfde is. 
  • Schrijf op de middelste laag hoe het kan dat mensen gelijk én uniek zijn. Geef hierbij een voorbeeld. 
  • Schrijf op de bovenste punt een voorbeeld van wat er aan elk mens uniek is.  

Slide 8 - Tekstslide

Lezen
Uniek en eenzaam

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Huiswerk 5.2
Lezen blz. 17 ‘Uniek’ en ‘Vertrouwd of vreemd’
Opdracht 4: maken opdracht 24 t/m 30
Lezen blz. 17 +’18 ‘Verschillen en overeenkomsten’
Opdracht 5: maken opdracht 31 t/m 34
+ volgende dia

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk 5.2 Billy Elliot
Film kijken tijdens de les
Lezen blz. 18 ‘ Ongewone mensen’ + blz. 19 bron 6
Opdracht 6: maken opdracht 36 t/m 42
Opdracht 7: Ontwerp een poster voor de film ‘Billy Elliot’
Opdracht 8: Vertel in je eigen woorden(geen internet) waar de film overgaat(wie, wat, waar, waarom), sluit af met je mening.

Slide 12 - Tekstslide