Gelijk zijn versus uniek zijn




Paragraaf 5.2 
1 / 6
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 6 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les




Paragraaf 5.2 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Jullie kunnen beschrijven wat Uniek is.
  • Jullie kunnen beschrijven wat normaal is.
  • Jullie kunnen beargumenteren in hoeverre je uniek bent en normaal

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Wat moet je doen om ‘gewoon’ te zijn? Beschrijf de regels waaraan je je moet houden om niet buiten de groep te vallen.

Slide 4 - Woordweb

‘Alle mensen zijn gelijk’ <--> ‘Elk mens is Uniek’ 


  • Dit lijken twee tegengestelde uitspraken, maar ze zijn allebei waar. Alle mensen hebben bijvoorbeeld vingers. Maar ieder mens heeft een unieke vingerafdruk.  
  • Teken een driehoek met de punt naar boven. Verdeel de driehoek in drie lagen.  
  • Schrijf op de onderste laag iets wat voor alle mensen hetzelfde is. 
  • Schrijf op de middelste laag hoe het kan dat mensen gelijk én uniek zijn. Geef hierbij een voorbeeld. 
  • Schrijf op de bovenste punt een voorbeeld van wat er aan elk mens uniek is.  

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video