In deze les zitten 6 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Paragraaf 5.2
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Jullie kunnen beschrijven wat Uniek is.
Jullie kunnen beschrijven wat normaal is.
Jullie kunnen beargumenteren in hoeverre je uniek bent en normaal
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Wat moet je doen om ‘gewoon’ te zijn? Beschrijf de regels waaraan je je moet houden om niet buiten de groep te vallen.
Slide 4 - Woordweb
‘Alle mensen zijn gelijk’ <--> ‘Elk mens is Uniek’
Dit lijken twee tegengestelde uitspraken, maar ze zijn allebei waar. Alle mensen hebben bijvoorbeeld vingers. Maar ieder mens heeft een unieke vingerafdruk.
Teken een driehoek met de punt naar boven. Verdeel de driehoek in drie lagen.
Schrijf op de onderste laag iets wat voor alle mensen hetzelfde is.
Schrijf op de middelste laag hoe het kan dat mensen gelijk én uniek zijn. Geef hierbij een voorbeeld.
Schrijf op de bovenste punt een voorbeeld van wat er aan elk mens uniek is.