MYP1 II donderdag 12 oktober

MYP1 II
maandag 9 oktober
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2BasisschoolGroep 8

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

MYP1 II
maandag 9 oktober

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
Sjakie
Quiz
Oefenen luistertoets




Slide 2 - Tekstslide

Dit heeft mijn buurvrouw/man
in het Nederlands gehoord:

Slide 3 - Woordweb

... jij dat ook?
A
Vind
B
Vindt

Slide 4 - Quizvraag

Jij ... dat ook.
A
vindt
B
vind

Slide 5 - Quizvraag

Die koekjes zijn goed geslaagd
A
d
B
t

Slide 6 - Quizvraag

Dat vuur bran..
A
dde
B
de

Slide 7 - Quizvraag

lobe
A
kin
B
lel
C
lob
D
flub

Slide 8 - Quizvraag

freckles
A
krulletjes
B
vleugel
C
sproeten
D
kuiltjes

Slide 9 - Quizvraag

krulletjes
A
curls
B
dimples
C
freckles
D
earrings

Slide 10 - Quizvraag

Angst
A
Nervous
B
Fear
C
Terror
D
Afraid

Slide 11 - Quizvraag

Bijvoeglijk naamwoord
A
Noun
B
Adjective
C
Verb

Slide 12 - Quizvraag

Welke bestaat niet
A
verstandskies
B
hoektand
C
moler
D
voortand

Slide 13 - Quizvraag

Zelfstandig naamwoord
A
Noun
B
Adjectiev
C
Verb

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Vragen
1.   Waar woont Lana?
2.  Met wie woont zij daar?
3.  Waar woonde zij eerst?
4.  Hoe oud is Lana?
5. Waar is haar vader?


Slide 17 - Tekstslide

vragen
6.   Omschrijf Lana met drie:
                     zelfstandig naamwoorden
      met drie:
                     bijvoeglijk naamwoorden
      met drie:
                     werkwoorden 

Slide 18 - Tekstslide

Anatomie-woorden
In groepje van twee of drie:

Teken, op A3-papier, een lichaam
Schrijf hier zoveel mogelijk lichaamskenmerken bij

Slide 19 - Tekstslide

Wissel de A3-vellen uit en voeg toe wat je mist

Slide 20 - Tekstslide

Vincent van Gogh

Slide 21 - Woordweb

Slide 22 - Link

Slide 23 - Link

Slide 24 - Link

Andere kunstenaar
Schrijf een verslag over een andere kunstenaar.
Beantwoord hierin de W's en H-vragen.

Slide 25 - Tekstslide

Bijvoegelijk naamwoord
Klare taal

Slide 26 - Tekstslide

Teken een gezicht
schrijf hier zoveel mogelijk woorden in

Slide 27 - Tekstslide

Voltooide tijd
lezen     werken.     kopen   roeien.      judoen


Slide 28 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
Klare Taal blz 92/93

Slide 29 - Tekstslide

Haal een Nederlands leesboek uit de bibliotheek

Slide 30 - Tekstslide