Paragraaf 4.1/4.2: Ontwikkeling van het leven/organismen ordenen

Welkom allemaal!
Let op de volgende punten:
  • Pak je laptop erbij (lesson up app)
  • Schrift en pen voor aantekeningen

Mooi! Dan gaan we beginnen!
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom allemaal!
Let op de volgende punten:
  • Pak je laptop erbij (lesson up app)
  • Schrift en pen voor aantekeningen

Mooi! Dan gaan we beginnen!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Opening -> Voorstellen / planning
  • Bespreken vragen/huiswerk
  • Nieuwe stof 
  • Opdrachten maken/werkvorm
  • Klassikale afsluiting
  • Huiswerk volgende les



Slide 2 - Tekstslide

Dus... Onderwerp deze les:
*Uitleg paragraaf 4.1/4.2: Ontwikkeling van het leven/organismen ordenen

*Zelfstandig werken opdrachten 4.1/4.2
 

Slide 3 - Tekstslide

Paragraaf 4.1: Ontwikkeling van het leven op aarde

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kan uitleggen hoe het leven zich ontwikkelt aan de hand van de tijdbalk (ofwel, een tijdbalk aflezen)


Je kan aangeven welke ontwikkeling in verhouding de meeste tijd kost



Slide 5 - Tekstslide

4.1 Ontwikkeling van leven
Tijdbalk: Geeft tijd weer sinds het ontstaan van de aarde 
aflezen wanneer bepaalde groepen organismen zijn ontstaan

Slide 6 - Tekstslide

Soorten ontstaan, veranderd, uitgestorven
  • Aarde bestaat ong 4600 miljoen jr
  • 3500 milj jaar geleden:
    ontstaan eerste bacteriën
  • 1000 miljoen jaar geleden:
    eerste waterdieren
  • 450 miljoen jaar geleden:
    eerste planten en daarna dieren
  • 3 miljoen jaar geleden:
    eerste mensachtigen 

Slide 7 - Tekstslide

Dino's?
Ja! 240 miljoen jaar geleden

65 miljoen jaar geleden uitgestorven - meteorietinslag 

Slide 8 - Tekstslide

Evolutionaire stamboom
  • Uit welke voorouders groepen organismen zich hebben ontwikkeld
  • welke groepen veel/ weinig verwantschap vertonen  

Slide 9 - Tekstslide

Hoelang geleden ontstond de aarde ongeveer?
A
3500 miljoen jaar geleden
B
4600 miljoen jaar geleden
C
4600 jaar geleden
D
2025 jaar geleden

Slide 10 - Quizvraag

En hoelang geleden ontstond de eerste mensachtige? (dit was nog niet eens de huidige mens he..)
A
450 miljoen jaar geleden
B
350 miljoen jaar geleden
C
30 miljoen jaar geleden
D
3 miljoen jaar geleden

Slide 11 - Quizvraag

4.2. Organismen ordenen
Je kunt organismen indelen door te kijken naar gemeenschappelijke kenmerken
  • Je deelt ze in in 2 hoofdgroepen:



Prokaryoten: ééncellig.
Eukaryoten: 1- óf meercellig
Met celkern
Zonder celkern 
Eukaryoten
Prokaryoten
De 4 Rijken:
Bacteriën, Schimmels, Planten, Dieren

Slide 12 - Tekstslide

4.2 Organismen ordenen
  • Je kunt de kenmerken noemen van de cellen van bacteriën, schimmels, planten en dieren. 

  • We kijken bij indelen van organismen naar cel-kenmerken

Slide 13 - Tekstslide

Welk organisme heeft geen celkern?
A
Schimmels
B
Bacteriën
C
Planten
D
Dieren

Slide 14 - Quizvraag

Welk organisme heeft géén celwand?
A
Dieren
B
Planten
C
Schimmels
D
Bacteriën

Slide 15 - Quizvraag

Hoe noemen we organismen zonder celkern?

Slide 16 - Open vraag

Welk organisme heeft bladgroenkorrels?
A
Dieren
B
Planten
C
Schimmels
D
Bacteriën

Slide 17 - Quizvraag

Links: Herhaling.
Rechts: 'Organismen kun je indelen in steeds kleinere groepen'. 

Slide 18 - Tekstslide

4.3 Bacteriën en Schimmels
Je kent de kenmerken van bacteriën 

Bacterie: ééncellig.
- bestaat uit cytoplasma met een celmembraan eromheen
- Chromosomen liggen los in cytoplasma

Slide 19 - Tekstslide

45.000 soorten levende wezens




Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Tekstslide

Ontwikkelingen van het leven op aarde
  • Soorten die een gemeenschappelijke voorouder hebben, vertonen verwantschap

  • Hoe jonger de gemeenschappelijke voorouder in een stamboom zit, hoe verwanter groepen zijn.
Stambomen en verwantschap

Slide 24 - Tekstslide

Ontwikkelingen van het leven op aarde
De mens stamt niet af van de apen, maar apen en mensen hebben dezelfde gemeenschappelijke voorouder

Slide 25 - Tekstslide

Wie is meer verwant? 

1. Hyena's en schijnkatten?

of

2. Beren en walrussen?

Slide 26 - Tekstslide

Stamboom van het leven

Slide 27 - Tekstslide

Paragraaf 4.2: Organismen ordenen

Slide 28 - Tekstslide

Lesdoelen

2.1 Je kunt organismen indelen door te kijken naar gemeenschappelijke kenmerken.

2.2 Je kunt de kenmerken noemen van de cellen van bacteriën, schimmels, planten en dieren.

Slide 29 - Tekstslide

Organismen ordenen
Alle organismen op aarde kun je indelen in 2 hoofdgroepen:
de prokaryoten en de eukaryoten.

Prokaryoten hebben geen celkern en zijn altijd eencellig.
Bacteriën zijn prokaryoten.

Eukaryoten hebben wel een celkern en kunnen eencellig of meercellig zijn. Tot de eukaryoten behoren de planten, de schimmels en de dieren.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Alle organismen bestaan uit 1 of meer cellen. Deze cellen hebben allemaal een celmembraan, cytoplasma en chromosomen.

Naast deze overeenkomsten zijn er ook veel verschillen.

Slide 32 - Tekstslide

Kenmerken
Bij de indeling van organismen kijken biologen naar de kenmerken die verschillen:
- aantal cellen
- aanwezigheid van celkernen
- aanwezigheid van celwanden
- aanwezigheid van bladgroenkorrels
- relatieve grootte

Slide 33 - Tekstslide

Aantal cellen
Er zijn eencellige organismen en meercellige organismen.

Bacteriën zijn eencellig. Ze bestaan maar uit 1 cel. Ook schimmels, planten en dieren kunnen eencellig zijn. Voorbeelden van eencellige eukaryoten zijn gist, boomalg en het pantoffeldiertje.

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Aanwezigheid van celkernen
Cellen van schimmels, planten en dieren hebben een celkern.

Bacteriën hebben geen celkern.
Doordat bacteriën geen kernmembraan hebben, liggen de chromosomen (DNA) los in het cytoplasma.

Slide 36 - Tekstslide

Aanwezigheid van celwanden
Dieren onderscheiden zich van alle andere organismen doordat ze om hun cellen geen celwanden hebben.

Bacteriën, schimmels en planten hebben wel celwanden om hun cellen.

Slide 37 - Tekstslide

Aanwezigheid van bladgroenkorrels
Alleen bij planten komen in het cytoplasma bladgroenkorrels voor.
In bladgroenkorrels vindt fotosynthese plaats.

Bacteriën, schimmels en dieren hebben geen bladgroenkorrels.

Slide 38 - Tekstslide

Relatieve grootte
De cellen van organismen verschillen in grootte. Een bacteriecel is veel kleiner dan de meeste cellen van schimmels, planten en dieren.

Om bacteriën goede te zien heb je een elektronenmicroscoop nodig.

De grootte in verhouding tot de cellen van andere organismen noem je de relatieve grootte.

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Gemeenschappelijke kenmerken
Door te kijken naar gemeenschappelijke kenmerken kun je organismen verder indelen in steeds kleinere groepen.

Vier rijken zijn bacteriën, schimmels, planten en dieren.
Elk rijk kun je verder indelen in stammen, enz.

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat:
Paragraaf 4.1: opdrachten 1 t/m 7
Paragraaf 4.2: opdrachten 1 t/m 7
Hoe:
Alleen of in tweetallen

Hulp nodig? Zoek het op in je boek of vraag om hulp
Klaar? Maak een samenvatting en een begrippenlijst van 4.1 en 4.2






timer
10:00

Slide 43 - Tekstslide

Nabespreking:

  • Zijn er nog vragen?

  • Hoe vonden jullie de les?

Slide 44 - Tekstslide

Tot slot:
Schuif je stoel aan
en
Ruim je afval op


Tot de volgende les!

Slide 45 - Tekstslide