10.3 Relaties m/h/v

Relaties 
 10.3
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Relaties 
 10.3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet onderdeel in de botten waar de groei plaatsvindt?
A
Kraakbeen
B
Groeischijven
C
Gewrichtsknobbel
D
Gewrichtssmeer

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Primaire geslachtskenmerken
Secundaire geslachtskenmerken
vagina
schaamlippen
penis
balzak
groei lichaamshaar
borstgroei
groei spieren
productie geslachtscellen
snelle groei

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke levensfase komt na puber?
A
Volwassene
B
Schoolkind
C
Adolescent
D
Oudere

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je leert welke typen relaties er zijn;
  • Wat geaardheid is en welke verschillen daar tussen zitten;
  • Wat met elkaar naar bed gaan betekent.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud
- 5 min start les
- 20 min lesstof behandelen
- 20 min aan het werk
- 5 min nabespreken/afsluiten

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke relaties zijn er?
  • Contact= alles wat je samen met andere mensen doet.

  • Relaties= alle banden die je met mensen hebt, hoe je met iemand anders omgaat.

Slide 7 - Tekstslide

Contact , kort contact, intensief contact
Relaties = alle banden die je met iedereen hebt. 


Persoonlijke relaties

  • Gebaseerd op gevoelens van vriendschap en/of liefde
  • Persoonlijke relaties heb je met vrienden, familie of partner

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Functionele relaties

  • Gebaseerd op verplichtingen en afspraken
  • Worden ook wel zakelijke relaties genoemd
  • Functionele relaties heb je met je baas, je leraar of je trainer

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Liefde, vriendschap en seks

  • Bij een liefdesrelatie spelen ook intimiteit en seks een rol.
  • Op welke manier er over seks wordt gedacht, heet: seksuele moraal.
  • Opvoeding, geloof, tijd en plaats bepalen de seksuele moraal sterk.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met wie ga je om? Dit hangt af van waarden en normen
  • Waarden geven aan wat je belangrijk vindt,
  • bv. Respect voor ouderen.

  • Normen geven aan wat je juist wel of niet doet,
  • bv. Je staat op voor ouderen in de bus.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit wat het verschil is tussen een waarde en een norm aan de hand van een voorbeeld.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar vallen mensen op?
  • Heteroseksueel: meisje wordt verliefd op jongen of andersom.
  • Homoseksueel: verliefd worden op iemand van hetzelfde geslacht (homo of lesbisch).

  • Biseksueel: je wordt verliefd op zowel jongens als meisjes.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar letten vrouwen op bij mannen?
  1. Ontwikkeling secundaire geslachtskenmerken (lichamelijk)
  2. Mooi uiterlijk (gave huid, symmetrisch, brede kaaklijn, spieren, mooi haar, mooie ogen, gezond, fit) = gezond en goede hormoonniveaus
  3. Hoge status en zelfverzekerd (iemand met veel waarde in een gemeenschap)
  4. Intelligentie en humor
  5. Persoonlijkheidskenmerken als aardig, begripvol, eigen mening, zelfstandig, uitdagend en respectvol
  6. Eerlijk en trouw
  7. Stabiel zijn in emoties (bijvoorbeeld niet zomaar boos worden)
  8. Succesvol zijn in het leven (ambitie) en compatibel met eigen levensstijl

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar letten mannen op bij vrouwen?
  1. Ontwikkeling secundaire geslachtskenmerken (brede heupen en borsten) => goede hormoonniveaus voor vruchtbaarheid
  2. Mooi uiterlijk (gave huid, symmetrisch, mooi haar, mooie ogen, gezond, fit)
  3. Zorgzaam
  4. Trouw en eerlijk
  5. Aardig, behulpzaam, respectvol
  6. Stabiel zijn in emoties
  7. Compatibiliteit met eigen levensstijl
  8. 8. Intelligentie

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is met elkaar naar bed gaan?
  • Veel mensen die van elkaar houden, willen met elkaar vrijen.
  • Bij vrijen kan je elkaar laten klaarkomen, ook wel orgasme genoemd.
  • Jongens en meisjes kunnen beide klaarkomen.
  1. Jongens: zaadlozing
  2. Meisjes: vocht

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is met elkaar naar bed gaan?
Klaarkomen/orgasme kan door:
  • Zelfbevrediging of masturbatie
  • Geslachtsgemeenschap
  1. Je raakt opgewonden
  2. Jongens -> stijve penis en meisjes -> vagina wordt vochtig.
  3. Jongen schuift penis in vagina en beweegt heen en weer tot een orgasme.
  4. Jongens vaak orgasme. Meisje niet altijd, omdat clitoris buiten vagina zit.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wist je dat?
  1. De Vulva het hele gebied is rondom die opening. (schaamlippen, clitoris, uitgang urinebuis en opening vagina.

  2. Beide geslachten hun leven beginnen als meisje. Pas als een foetus bijna 12 weken oud is, ontwikkelt hij eventueel een penis. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Seksueel geweld
  • Ongewenste intimiteiten (aanrakingen tegen de zin van iemand zoals bijvoorbeeld billen knijpen).

  • Aanranding (met geweld of onder bedreiging seksuele handelingen bij iemand uitvoeren).

  • Verkrachting (tegen de zin van iemand en vaak met geweld geslachtsgemeenschap hebben).

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het (huis)werk
Opdrachten 10.3 maken

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies