Steeds rijker

Steeds rijker
Paragraaf 1
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
AkMiddelbare schoolvmbo lwoo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Steeds rijker
Paragraaf 1

Slide 1 - Tekstslide

Wat valt je op aan deze foto?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Waarom worden mensen steeds rijker op aarde?

Slide 4 - Tekstslide

Steeds rijker
Levensomstandigheden verbeteren door:
  • Verbeterde omstandigheden
  • Scholing
  • Beter drinkwater
  • Vaccinaties

Wel rijken en armen, maar de grootste groep zit er tussenin. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wat is welvaart en hoe meet je het?

Slide 7 - Tekstslide

Welvaart
Hoeveel geld verdienen de inwoners gemiddeld?

Twee manier om dit te meten:
1. Het Bruto Binnenlands Product ( BBP per inwoner) van de bevolking.
2. De verdeling van de beroepsbevolking.

Slide 8 - Tekstslide

1. BBP
Om de hoogte van het bbp/inwoner te bepalen deel je alles wat er in een jaar in een land wordt verdiend door het aantal inwoners in dat land

Voorbeeld:
India jaarlijks $6100
Verenigde Staten jaarlijks $60.200

Slide 9 - Tekstslide

2. Beroepsbevolking
De beroepsbevolking van een land bestaat uit alle mensen die tegen betaling werken, plus de werklozen.



Dit kun je verdelen in 3 sectoren:

Slide 10 - Tekstslide

Drie sectoren

Slide 11 - Tekstslide

Hoe hoger de welvaart, hoe meer mensen in de dienstensector werken.
Hoe lager de welvaart, hoe meer mensen in de landbouw werken.

Slide 12 - Tekstslide

Verdeling inkomen

Slide 13 - Tekstslide

De wereld te verdelen in 4 delen
1. Lage-inkomenslanden. Deze groep landen wordt ook wel de
periferie genoemd. 
2. Lage-middeninkomenslanden. Deze groep landen wordt ook wel de semi-periferie genoemd.
3. Hoge-middeninkomenslanden. Ook deze groep landen behoort tot de semiperiferie, maar hun welvaartsniveau ligt hoger dan bij de eerdergenoemde groep.
4. Hoge-inkomenslanden. Dit is de rijkste groep landen, ook wel de centrumlanden.
of het ‘Westen’ genoemd

Slide 14 - Tekstslide

Waar staat BBP voor?
en hoe reken je het uit?

Slide 15 - Tekstslide

Rekenvraag!
Totale BBP: €1.000 miljard
Aantal inwoners: 50 miljoen

ANTWOORD? 

Slide 16 - Tekstslide

Antwoord:
BBP per inwoner:
 €1.000 miljard : 50 miljoen = €20.000

Slide 17 - Tekstslide

Rekenvraag!
Totale BBP: 982,745,000,000
Aantal inwoners: 67,342,000

ANTWOORD?

Slide 18 - Tekstslide

Antwoord:
BBP per inwoner = 
 982,745,000,000 : 67,342,000
​ ≈14,594.45

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk
paragraaf 4.1

Slide 20 - Tekstslide