11.12. Wiederholen + Weihnachten

Wenn jemand über deinen Weg urteilt, dann leihe ihm deine Schuhe.
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wenn jemand über deinen Weg urteilt, dann leihe ihm deine Schuhe.

Slide 1 - Tekstslide

Proefwerk woensdag 20.12.
Grammatica   K5   modale werkworden  
Woordenlijst   K3  (classroom), 
Lezen 
Schrijven

Slide 2 - Tekstslide

Programm Montag 11.12.
Lesen in Buch
Wiederholen modale werkwoorden
Oefenen / Oefentoets
Gimkit

Jullie kunnen de modale werkwoorden korrekt toepassen.

Slide 3 - Tekstslide

Lesen
Lesbuch

Aan het einde: Mindmap!

Slide 4 - Tekstslide

Modalverben

Slide 5 - Tekstslide

Welke Duitse modale werkwoorden ken je?

Slide 6 - Open vraag

Verbinde die Modalverben mit der Bedeutung.
müssen
sollen
kunnen
mogen, toestemming hebben
moeten (noodzaak)
moeten (opdracht, bevel)
leuk vinden, lusten, aardig vinden
willen
wollen
mögen
dürfen
können

Slide 7 - Sleepvraag

MODALE HULPWERKWOORDEN

dürfen
können
mögen
müssen
sollen
wollen
wissen




mogen, toestemming hebben
kunnen, in staat zijn tot
houden van, lusten
moeten (noodzaak)
moeten (opdracht, bevel)
willen
weten


Slide 8 - Tekstslide

Ich ........... um 22 Uhr zu Hause sein.
Nein, Ich .................. noch nicht in die Disko gehen.
Ich ................ sehr gut schwimmen
Ich ............. Eis
darf
muss
kann
mag

Slide 9 - Sleepvraag

Waarop moet je letten als je modale werkwoorden vervoegt?

Slide 10 - Open vraag

modale werkwoorden

dürfen

können

mögen

müssen

sollen

wollen

wissen
ich
darf
kann
mag 
muss
soll
will
weiß
du
darf-  st
kann - st 
mag - st
muss - t
soll - st
will - st
weiß - t
er/sie/es
darf
kann
mag
muss
soll
wil
weiß
wir
dürf - en
könn - en
mög - en
müss - en
solle - en
woll - en
wiss - en
ihr
dürf - t
könn -
mög - t
müss - t
soll - t
woll - t
wiss - t
sie/Sie
dürf - en
könn - en
mög - en
müss - en
soll - en
woll - en
wiss - en
ge-durf-t
ge-konn-t
ge-moch-t
ge-muss-t
ge-soll-t
ge - woll -t
ge-wuss- t

Slide 11 - Tekstslide

____________ ihr die Modalverben bilden?
A
Könnt
B
Könnte
C
Konntet
D
Könntet

Slide 12 - Quizvraag

(wollen)
Du _____ keine Hausaufgaben machen.

A
woll
B
will
C
willst
D
wollst

Slide 13 - Quizvraag

(wissen)
Er ___ nicht, ob er heute noch kommt.
A
wiss
B
wisst
C
weißt
D
weiß

Slide 14 - Quizvraag

Mit 18 _______ man noch nicht rauchen.
A
darf
B
mag
C
muss
D
weiß

Slide 15 - Quizvraag

(Modalverben): jij wil - kan - moet
A
du-wollst- könnst- musst
B
du willst - kannst - musst
C
du-wollst- könnst- müsst
D
du-willst- könnst- sollst

Slide 16 - Quizvraag

(Modalverben): hij moet - weet - mag
A
er musst - weißt - darf
B
er muss - weißt - mag
C
er muss - weiß - darf
D
er muss - weiß - mag

Slide 17 - Quizvraag

(Mogen) ________ du das überhaupt?
A
Magst
B
Darfst
C
Musst
D
Weißt

Slide 18 - Quizvraag

Eis _______ ich gerne.
A
muss
B
soll
C
darf
D
mag

Slide 19 - Quizvraag

Ich habe hohes Fieber, ich _______ ins Bett
A
mag
B
darf
C
muss
D
soll

Slide 20 - Quizvraag

Meine Mutter sagt, wir ________ kommen.
A
mögen
B
dürfen
C
müssen
D
sollen

Slide 21 - Quizvraag

Karte oder Mail schreiben

Slide 22 - Tekstslide

Lieber Anna
wie geht es dir?
Liebe Grüße,
Thomas
fout 1
fout 2
fout 3

Slide 23 - Sleepvraag

Karte oder Mail schreiben
Liebe / Lieber Name,
wie geht es dir? Mir geht es gut.
Liebe Grüße
Name

Slide 24 - Tekstslide

Schrijf een kaart aan een vriend en vraag hoe het gaat. Denk aan aanhef en afsluiting.

Slide 25 - Open vraag

Karte oder Mail schreiben
Hallo Name, Hi Name, Guten Tag,
wie geht es dir? Mir geht es gut.
Bis bald! Tschüß!
Name

Slide 26 - Tekstslide

Keuzewerk in stilte!!

Slide 27 - Tekstslide

Viel Erfolg in der Prüfungswoche!
Schöne Ferien!

Frohe Weihnachten und ein glückliches neues Jahr!

Slide 28 - Tekstslide

Escaperoom Weihnachten

Slide 29 - Tekstslide

gimkit

Slide 30 - Tekstslide

HA für Mittwoch 5.12.
Lernen:   

Machen: Text overschrijven

Slide 31 - Tekstslide