Hoofdstuk 5 De prijs van vrijheid - herhaling 5.1 en 5.2

H5 De prijs van vrijheid - herhaling
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H5 De prijs van vrijheid - herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt oorzaken van de Tweede Wereldoorlog noemen.

Je kunt vertellen hoe de Tweede Wereldoorlog in Europa verliep
Je kunt uitleggen wat de Holocaust betekent.
Je kunt vertellen hoe Nederland dekoloniseerde.
Je kunt vertellen hoe en wanneer we in Nederland de doden herdenken en de vrijheid vieren.




Slide 2 - Tekstslide

Wanneer vond de Eerste Wereldoorlog plaats?
A
1910-1915
B
1914-1918
C
1920-1924
D
1925-1929

Slide 3 - Quizvraag

Centralen
Geallieerden
Duitsland
Rusland
Frankrijk
Oostenrijk
Engeland

Slide 4 - Sleepvraag

De Eerste Wereldoorlog
In de Tijd van wereldoorlogen (1900-1950) vonden er twee wereldoorlogen plaats. Nederland deed niet mee aan de Eerste Wereldoorlog.​


De Eerste Wereldoorlog was een verschrikkelijke oorlog: door het gebruik van nieuwe wapens, zoals machinegeweren, vielen er 9 miljoen doden.​

Duitsland verloor deze oorlog en werd daarna vernederd: Duitsland moest alle schade aan de andere landen terugbetalen, gebied werd afgenomen.



Slide 5 - Tekstslide

Economische crisis
Na de oorlog ging het wereldwijs eerst goed met de economie, maar doordat te veel mensen te veel geld geleend hadden ging het later slechter.
Vanaf 1929 ontstond er in Amerika een economische crisis, die verspreidde zich vervolgens over de wereld en werd zo een wereldcrisis met als gevolg heel veel werkloosheid.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

In welk jaar begon de Tweede Wereldoorlog
A
1938
B
1939
C
1940
D
1941

Slide 8 - Quizvraag

Hoe noem je de landen die tegen de Duitsers vochten samen?

Slide 9 - Open vraag

Bezetting van Europa
In 1939 viel het Duitse leger Polen binnen.​ Frankrijk en Groot-Brittannië verklaren Duitsland de oorlog.

Op 10 mei 1940 wordt Nederland aangevallen. Daarna volgen  België, Luxemburg en Frankrijk: vanaf dat moment was het grootste deel van Europa betrokken bij de oorlog.​

Tijdens de Tweede Wereldoorlog  waren er twee kampen die tegen elkaar vochten: Duitsland (inclusief Oostenrijk), Italië en Japan begonnen de oorlog. Zij vochten tegen de Geallieerden: dit waren met name Groot-Brittannië, Frankrijk, Rusland en de Verenigde Staten.​

Tot 1942 veroverde Duitsland veel gebied in Europa, daarna begonnen zij  te verliezen. 







Slide 10 - Tekstslide

Op 6 juni 1944 vielen de Geallieerden Europa binnen aan de Franse kust. Hoe word deze dag genoemd?

Slide 11 - Open vraag

Bevrijding van Europa
Vanaf 1942 begonnen de Duitsers de oorlog te verliezen: ze werden vanuit het oosten door de Russen aangevallen en vanuit het zuiden en westen door de Engelsen, Fransen en Amerikanen.​


Op 6 juni 1944 begon D-Day : toen vielen de Geallieerden Europa binnen, aan de Franse kust, om de Duitsers te verslaan.

Eind 1944 was het zuiden van Nederland (Limburg en Noord-Brabant) bevrijd, maar toen kwam de bevrijding tot stilstand bij de grote rivieren (zoals de Rijn en de Maas).​
​Het duurde tot 5 mei 1945 voordat heel Nederland bevrijd was.

Op 8 mei 1945 gaf Duitsland zich  helemaal over. 





Slide 12 - Tekstslide

Nederland 1940-1945
Op 10 mei 1940 vielen de Duitsers Nederland binnen. Op 14 mei 1940 bombardeerden de Duitsers Rotterdam. Een dag later gaf Nederland zich over.​


Vanaf dat moment werd Nederland door de Duitsers geregeerd. We noemen deze periode "de Duitse bezetting". Die duurde van 1940 tot 1945.​ In deze periode golden Nederlandse wetten niet meer en werd de democratie in Nederland afgeschaft.​








Slide 13 - Tekstslide

Verzet
NSB
Onderduikers helpen
Samenwerken met de Duitsers
Kranten met info verspreiden
Joden verraden

Slide 14 - Sleepvraag

Verzet en verraad
​In het begin waren de Duitsers nog redelijk aardig, maar dit veranderde later: Nederlandse mannen moesten verplicht in Duitsland gaan werken en om de Nederlanders bang te maken pasten de Duitsers veel terreur toe.​

Sommige Nederlanders gingen hiertegen in verzet, Zij pleegden aanslagen, hielpen onderduikers of verspreiden verzetskranten Zij liepen het risico te worden opgepakt en vermoord te worden. 

Andere Nederlanders gingen samenwerken met de Duitsers. Zij waren vaak lid van de NSB, een politieke partij en werden daarom NSB'ers genoemd. Zij werden als landverraders gezien. 


Slide 15 - Tekstslide

Racisme en discriminatie van de Duitsers
Hitler en de nazi’s geloofden dat je de mensheid kon verdelen in verschillende rassen (groepen) 
Volgens behoorden de Duitsers tot het beste ras: het Arische ras. De beste mensen waren blanke, met blond haar en blauwe ogen. Als je gelooft dat er verschillen tussen rassen bestaan noemen we dat racisme.​


Het slechtste ras waren volgens de nazi’s de Joden. Zij kregen van allerlei dingen de schuld en moesten gestraft worden. Die haat tegen de Joden noemen we antisemitisme.​ Joden werden gediscrimineerd: zij mochten niet naar bioscopen en parken en moesten een ster dragen.

Andere groepen, zoals homo’s en gehandicapten, waren volgens de nazi’s ook slecht en moesten aangepakt worden.​







Slide 16 - Tekstslide

In de tijd van de Duitse bezetting zou ik horen bij het Arische ras
JA
NEE
IK WEET HET NIET

Slide 17 - Poll

Slide 18 - Tekstslide

Wat is de Holocaust?
A
De massale moord op de Joden tijdens de Eerste Wereldoorlog
B
De massale moord op de Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog
C
De massale moord op de Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog
D
De haat naar de Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog

Slide 19 - Quizvraag

Als je in een kamp aankwam konden er twee dingen met je gebeuren. Welke twee dingen waren dit?

Slide 20 - Open vraag

Wat is het bekendste concentratiekamp?
A
Amersfoort
B
Vught
C
Bergen-Belsen
D
Auschwitz-Birkenau

Slide 21 - Quizvraag

De Holocaust
Uiteindelijk werd de haat van de nazi’s tegenover de Joden zo groot dat ze in 1942 besloten dat het beter zou zijn om alle Joden te vermoorden.​ Hiervoor bouwden de nazi’s speciale kampen in Oost-Duitsland en Polen. In deze concentratiekampen wilden ze alle Joden opsluiten en vermoorden in de gaskamers.​

De Duitsers gingen ze op jacht naar zoveel mogelijk Joden. Alle Joden die werden opgepakt werden naar een van die kampen gebracht. Sommigen  moesten werken, anderen werden gelijk vermoord.​

In totaal vermoordden de nazi’s hiermee meer dan 6 miljoen Joden, waarvan ook ruim 100.000 Nederlandse Joden. De bekendste hiervan is Anne Frank.​

Deze massamoord op de Joden wordt nu de Holocaust genoemd.







Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag
Maak de Test Jezelf van hoofdstuk 5.

Slide 24 - Tekstslide