4,2B sociale kwestie

Kinderarbeid in de fabriek !
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Kinderarbeid in de fabriek !

Slide 1 - Tekstslide

Wat was het leukste deel van het dagje weg naar Amsterdam?
A
Nemo
B
Het lopen naar de Dam
C
Het feit dat we een kaart gebruikte om te lopen terwijl iedereen google maps heeft.
D
De vrije tijd voor jezelf

Slide 2 - Quizvraag

stukje lezen

Arme mensen woonden dicht op elkaar in steden in de 19de eeuw. De armoede onder ongeschoolde arbeiders was groot. De geschoolde arbeiders hadden het niet veel beter. Daarnaast was een groep burgers  zoals fabriekseigenaren die ontzettend rijk werden. Tussen deze 2 groepen in bestond een middenklasse van advocaten, winkeliers, onderwijzers. 

Slide 3 - Tekstslide

Steden groeide omdat er fabrieken werden gebouwd en steeds meer mensen in deze fabrieken kwamen werken.
De bevolking op het platteland daalde machines namen werk over.
Mensen trekken weg van het platteland en staan in rijen te wachten voor werk in de steden.

Slide 4 - Sleepvraag

Slide 5 - Tekstslide

Arbeiders woonden in kleine huisjes en waren erg arm. Wat maakt het extra oneerlijk?

Slide 6 - Open vraag

Noem 3 punten uit de tekst waarom arbeiders slechte huizen hadden:

Slide 7 - Open vraag

"Het krioelde er van de ratten, vanzelfsprekend werden heel wat mensen ziek. Wie ziek was, was meteen zijn werk kwijt."

Waarom was het een groot probleem als je je werk kwijt raakte?

A
Mensen hadden gestudeerd voor dit werk
B
Je verloor het respect van je familie
C
Om eten op tafel te krijgen moest iedereen werken in het gezin
D
Door te werken ging je naar de hemel

Slide 8 - Quizvraag

In de 19de eeuw zag de samenleving er als volgt uit:

Slide 9 - Tekstslide

werkgever en werknemers
In de 19de eeuw waren de meeste mensen werkzaam in een fabriek. dit waren de werknemers. werknemers werkten voor loon en maakten producten. De bazen van de fabrieken waren de werkgevers.  Werkgevers verkochten deze producten en maakte hier winst op want, het bouwen van een fabriek koste heel veel geld. Het steken van geld in een bedrijf met als doel winst te maken door producten te verkopen heet kapitalisme.

Slide 10 - Tekstslide

Bouwt fabrieken heeft mensen die voor hem werken
Werkt voor de fabrieksbaas om eten/kleding te kunnen kopen
werkgever
werknemer
krijgt loon
Kapitalist

Slide 11 - Sleepvraag

Meneer Timmerman heeft als beroep?
A
Fietsventieldopjesdraaier in de fabriek
B
Timmerman
C
Docent
D
Pizzabakker

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Video

Waarom zouden kinderen over de grond kruipen bij de machines?
A
Omdat ze klein zijn en goed alles kunnen pakken wat valt
B
Omdat de volwassenen daar geen zin in hadden
C
Omdat dit een leuk spel was voor kinderen
D
Daar begon iedereen later kon je promotie maken

Slide 14 - Quizvraag

Waarom zouden kinderen over de grond kruipen bij de machines?
A
Omdat ze klein zijn en goed alles kunnen pakken wat valt
B
Omdat de volwassenen daar geen zin in hadden
C
Omdat dit een leuk spel was voor kinderen
D
Daar begon iedereen later kon je promotie maken

Slide 15 - Quizvraag

Wat is er met het meisje gebeurd dat op de kar ligt?
A
Het meisje ligt te slapen
B
Zij kan niet lopen want ze is kreupel aan haar voet
C
Zo vervoerden mensen zich veel in de 19de eeuw
D
Het meisje is overleden omdat ze doodgevroren is.

Slide 16 - Quizvraag

Zouden er vaker kinderen doodgaan door de kou en honger in de 19de eeuw? leg uit!

Slide 17 - Open vraag

Op 1:55 van het filmpje zie je mensen dansen en lachen omdat ze dronken zijn. Waarom dronken veel mensen alcohol in deze tijd?
A
Omdat mensen wel van een feestje hielden
B
Alcohol deed de mensen hun dagelijks ellende van werk even vergeten
C
Alcohol was alleen voor arbeiders, dus zo konden ze hun bazen ontlopen
D
Alcohol hielp tegen de kou.

Slide 18 - Quizvraag

2:33 zou deze jongen ook in de fabriek werken?
A
Ja, hij werkt gewoon elke dag behalve zaterdag.
B
Nee, niet elke dag alleen op zaterdag
C
Ja, maar dan krijgt hij minder uren dan de andere kinderen
D
Nee, hij krijgt school les

Slide 19 - Quizvraag

3:38 Waarom moeten de kinderen wakker worden?
A
De pastoor is binnen
B
ze moeten straks toch werken
C
Het eten is klaar
D
De kinderen gaan op schoolreisje naar Nemo

Slide 20 - Quizvraag

4:03 Waarom gaan niet alle kinderen naar school?
A
School was alleen voor hele slimme kinderen
B
School was voor de gezelligheid
C
Iedereen in een gezin moest werken voor eten/kleding
D
Scholen bestonden alleen in grote steden dit was vaak te ver weg.

Slide 21 - Quizvraag

5:10 Waarom zou er maar 1 pan met aardappelen zijn en niet wat vlees en groente erbij?
A
Vlees en groente bestond toen nog niet
B
Aardappelen waren goed volgens het geloof
C
Aardappelen kregen arbeiders van de fabrieksbaas
D
Er was geen geld voor groente en vlees

Slide 22 - Quizvraag

Samuel van Houten
Samuel van Houten heeft in het parlement ervoor gezorgd dat kinderarbeid werd afgeschaft. Het wetje van: "van Houten" werd goedgekeurd in 1874 en bestaat nog steeds!

Slide 23 - Tekstslide

de fabrieksbaas
kinderarbeiders
fabrieksopzichter en kinderarbeiders
Zijn kinderen gaan naar school

Slide 24 - Sleepvraag

sociale kwestie
Het werd steeds meer bekend dat kinderen en vrouwen moesten werken. Er werd veel geschreven in kranten en mensen in het parlement gingen zich er mee bezig houden. dit noemen we de sociale kwestie.
Er werden onderzoeken gedaan in fabrieken vanaf 1889 kwamen er sociale wetten. Nachtarbeid voor vrouwen en kinderen tot 16 jaar werd verboden. Werkdagen werden korter en lonen hoger. Kreeg je een ongeluk dan ontving je een bedrag, zodat je niet zou verhongeren of zou sterven van de kou.

Slide 25 - Tekstslide

Kinderarbeid bestaat nog steeds!
Hierna zie je een filmpje dat over kinderarbeid gaat in Delhi (India) geen vragen bij dit filmpje bekijk het wel even.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Vakbonden!
Toen arbeiders van een textielfabriek in 1888 hoorde dat hun loon werd verlaagd gingen zij staken! Alle arbeiders liepen naar het huis van de directeur en gooide stenen en zongen schunnige liedjes. De politie joeg de arbeiders weg. Na 12 weken niet te werken besloot de directeuur de lonen niet te verlagen en gingen de arbeiders weer aan het werk. Door samen te protesteren hadden arbeiders macht. Het samenwerken van arbeiders noem je een vakbond!

Slide 28 - Tekstslide

Moet je weten!
  • Samuel van Houten: zorgde voor het kinderwetje
  • Kinderwetje van: van Houten 1874
  • klassenmaatschappij
  • werkgevers en werknemers
  • kapitalisme
  • vakbonden
  • sociale kwestie
  • sociale wetten

Slide 29 - Tekstslide

Hoe vind jij het om zo les te hebben?

Slide 30 - Open vraag

Klaar met de opdrachten?
  • Ga naar de volgende dia en lees het verhaal van Kareem uit Syrië. Die sigaretten en koffie verkoopt om te overleven!

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Link