ONPS leerjaar 2 Begeleiding puber, inleiding problemen in ontwikkeling

Activiteiten bij pubers/adolescenten
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Activiteiten bij pubers/adolescenten

Slide 1 - Tekstslide

Activiteiten pubers/adolescenten

Slide 2 - Woordweb

Educatieve activiteiten
Leren = het zich eigen maken van nieuwe kennis of vaardigheden, zodanig dat iemand deze kennis of vaardigheden kan toepassen in nieuwe situaties. 

Zichtbaar/duidelijk vs. niet duidelijk/onzichtbaar

Slide 3 - Tekstslide

Leerbevorderende factoren

  1. Motivatie
  2. Beloning
  3. Kleine stappen
  4. Herhaling
  5. Interactie

Slide 4 - Tekstslide

Benadering tijdens sportactivititeiten
  • Vraag om positieve aandacht
  • Ben enthousiast
  • Biedt duidelijkheid
  • Benadruk en stimuleer positieve aandacht
  • Geef zelf het goede voorbeeld
  • Complimenteer
  • Corrigeer

Slide 5 - Tekstslide

Organiseren van of assisteren bij de organisatie van een activiteit
  • Duidelijkheid
  • Veiligheid
  • Voorbereiding
  • Vooraf bespreken van regels
  • Tijdsplanning

Slide 6 - Tekstslide

Onthouden?

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Video

Als de ontwikkeling anders gaat
Een normale ontwikkeling kan overgaan in een niet-normale ontwikkeling. 

Ontwikkelingsachterstand vs. ontwikkelingsstoornis
  • Ontwikkkelingsachterstand: ontwikkeling wijkt weinig af van het gemiddelde en de achterstand is nog in te halen.
  • Ontwikkelingsstoornis: duidelijke afwijking van de gemiddelde ontwikkeling. Grote, negatieve invloed op de ontwikkeling en vaak blijvend. 

Slide 9 - Tekstslide

Hoeveel procent van de opvoeders maakt zich zorgen om hun kind en/of de opvoeding daarvan?
A
10 %
B
5,5 %
C
25 %
D
16,5 %

Slide 10 - Quizvraag

Waarom is het voor jullie belangrijk om iets over problemen in de ontwikkeling te weten?

Slide 11 - Open vraag

Hoe wordt dat dan beoordeeld?
Wanneer verloopt een ontwikkeling eigenlijk niet normaal? Kunnen wij dat zomaar beoordelen?
- Subjectief
- Beïnvloed door:
 eigen achtergrond, waarden en normen, referentiekaders.


Slide 12 - Tekstslide

Beoordelen "probleem" gedrag
Criteria van Rutter (1975)

  1. Leeftijdsadequaat
  2. Duur van het gedrag
  3. Omstandigheden
  4. sociaal-culturele setting
  5. Hoeveelheid en frequentie
  6. Type probleem en de mate van voorkomen van die problemen in de populatie
  7. Intensiteit van de problemen
  8. Verandering van het gedrag (context)
  9. Situatie gebondenheid

Slide 13 - Tekstslide

Categorale benadering
  • Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders - DSM
  • Classificatie systeem van psychische of psychiatrische stoornissen.
  • Per stoornis is vastgesteld aan hoeveel observeerbare criteria voldaan moet worden.
  • Meest voorkomende vorm van diagnostisering. 

Slide 14 - Tekstslide

Dimensionele benadering
  • Glijdende schaal tusse "gezond" en "ziek".
  • De mate waarin iemand een stoornis heeft, kan worden aangegeven.
  • Child Behavior Checklist (CBCL) - Internaliserende gedragsproblemen vs. externaliserende gedragsproblemen

Slide 15 - Tekstslide

Risicofactoren en beschermende factoren

Slide 16 - Tekstslide

Wat vonden jullie van deze vorm?

Slide 17 - Open vraag