Chapitre 5 ( entre copains)

  • Voca
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

  • Voca

Slide 1 - Tekstslide

Le programme d'aujourd'hui le 20 mars 
1
1 . Les nombres jusqu'à 100 :Quiz via lesson up
2. ex. "écouter"9 d + e 
3. Bingo  
4. Bron A et B: oefenen met vocabulaire ( slim stampen) 
5. SO 1: 3 april ( ABCD) 


Slide 2 - Tekstslide

Les nombres jusq'à 100

Slide 3 - Tekstslide

Les nombres 1-69

De getallen 1 t/m 20 en 30, 40, 50, 60 leer je uit je hoofd. Van 20 t/m 69 tel je op deze manier:


20: vingt
21: vingt et un t/m 71 met et "een en twintig"
24: vingt-quatre

37: trente-sept
43: quarante-trois
58: cinquante-huit
66: soixante-six
Les nombres 70-100

70: soixante-dix (60 + 10)
71: soixante et onze (60 en 11)
72: soixante-douze (60 + 12)

80: quatre-vingts (4 x 20) ROND GETAL DUS -S
81: quatre-vingt-un (4 x 20 + 1)
85: quatre-vingt-cinq (4 x20+5)

90: quatre-vingt-dix (4 x 20 + 10)
91: quatre-vingt-onze (4 x 20 +11)
99: quatre-vingt-dix-neuf (4 x 20 +19)
100: cent

Slide 4 - Tekstslide

0

Slide 5 - Video

Sleep de getallen naar de juiste plaats op de lineaal:
treize
trois
zéro
six

onze
seize
vingt

Slide 6 - Sleepvraag

Sleep de getallen naar de juiste plaats op de lineaal :
treize
trois
zéro
six

onze
seize
vingt

Slide 7 - Sleepvraag

dix + sept =
A
dix-sept
B
huit
C
onze
D
neuf

Slide 8 - Quizvraag

vingt - six =
A
quatorze
B
treize
C
quinze
D
seize

Slide 9 - Quizvraag

45
A
cinquante-quatre
B
cinquant quatre
C
quarante-cinq
D
cinq-quarante

Slide 10 - Quizvraag

vingt-deux + sept =
A
29
B
19
C
39
D
9

Slide 11 - Quizvraag

38
A
trente- huit
B
quarante-huit
C
ving- huit
D
cinquante-huit

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Video

27

Slide 14 - Open vraag

31

Slide 15 - Open vraag

48

Slide 16 - Open vraag

trente-cinq
quarante-quatre
vingt-neuf
trente-neuf
vingt-deux
quarante et un

Slide 17 - Sleepvraag

Slide 18 - Video

Zet de getallen in de juiste volgorde van klein naar groot : 
sept
dix-sept
seize
trente-quatre
quarante-trois
soixante-deux
soixante-six
soixante-dix
cinquante-six

Slide 19 - Sleepvraag

50
A
quarante-dix
B
cincante
C
cinquant
D
cinquante

Slide 20 - Quizvraag

69
A
neuf-soixante
B
soixante-dix-neuf
C
soixante-neuf
D
sioxante neuf

Slide 21 - Quizvraag

70
A
soixante-zéro
B
soixante-dix
C
septant
D
dix-soixante

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Video

72
A
soixante-deux
B
soixante-dix-deux
C
soixante-douze
D
quatre-vingt-deux

Slide 24 - Quizvraag

80
A
quatre-vingts
B
quatre-vingt
C
qautre-vingts
D
quarante-vingt

Slide 25 - Quizvraag

87
A
quatre-vingts-sept
B
quatre-vingt-sept
C
quarante-vingt-sept
D
quatre-vingt-dix-sept

Slide 26 - Quizvraag

97
A
quatre-vingts-sept
B
quatre-vingt-sept
C
quarante-vingt-sept
D
quatre-vingt-dix-sept

Slide 27 - Quizvraag

timer
10:00

Slide 28 - Tekstslide

99

Slide 29 - Open vraag

verder oefenen in het boek
1. ex. 9 d
2. ex. 9e 
3. ex. 9f. Bingo 

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Le programme d'aujourd'hui le 22 mars 
1
1 . 7/ 5  mn leren in stilte 
2. Overhoring/ Quiz vocabulaire et phrases  A et B 
3. Phrases-clés : C 
4. Oefenen met opdr. 14,15,16 


Slide 32 - Tekstslide

Vocabulaire en zinnen 
Vocabulaire en zinnen in stilte goed doornemen (5 à 7 mn) 
timer
7:00

Slide 33 - Tekstslide

Wie zijn deze familieleden voor jou:
1- Mon grand-père
2- Ma grand-mère
3- Mon cousin
4- Ma cousine

Slide 34 - Open vraag

wat betekent : demander
A
vragen
B
weigeren
C
eten
D
lachen/ lol maken

Slide 35 - Quizvraag

schrijf de volgende woorden in het Frans:
1. Natuurlijk
2. weigeren
3. de tuin

Slide 36 - Open vraag

Choisis le bon mot:
1. Je parle / passe français
2. Qui / pourquoi est madame Keizer?

Slide 37 - Open vraag

janvier
mars
mai
février
avril
juin
maart
februari

april

mei
januari

juni

Slide 38 - Sleepvraag

septembre
juillet
août
novembre
décembre
octobre
juli
november

december

augustus
september
oktober

Slide 39 - Sleepvraag

Hoe zeg je augustus in het Frans
A
auot
B
ouat
C
aout
D
oaut

Slide 40 - Quizvraag

Wat is juli in het Frans ?
A
juliette
B
juillet
C
juin
D
jullet

Slide 41 - Quizvraag

 verder in het boek met Phrases- clés C
1.Ex. 14 b en C: luister en herhaal
2. Ex. 14. D ( vertaal naar het Nederlands)
3. Ex. 14 e ( oefen met de zinnen met je medeleerling en wissel van rol)
4. ex. 15: gebruik de gegevens van de tabel en oefen steeds met de zinnen

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide