§5 meer dan lezen, inleiding en slot les 1

Meer dan lezen §5
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Meer dan lezen §5

Slide 1 - Tekstslide

Een tekst bestaat meestal uit:
A
Een inleiding en slot
B
Een inleiding en deelonderwerpen
C
Een inleiding, middenstuk en slot
D
Een titel, middenstuk en slot

Slide 2 - Quizvraag

Globaal lezen
Oriënterend lezen
Zoekend lezen
Ik wil weten wat het onderwerp van de tekst is.
Ik ben op zoek naar eventuele deelonderwerpen.
Ik wil (snel) iets opzoeken in een tekst.

Slide 3 - Sleepvraag

Lesdoelen

  • Ik kan de inleiding en slot van een tekst herkennen

Slide 4 - Tekstslide

Over de inleiding van een tekst:

  • Dit is het eerste deel van een tekst; 
  • Hier vind je het onderwerp;
  • Vaak wordt de lezer nieuwsgierig gemaakt; (voorbeeld, anekdote);
  • Soms is de inleiding maar één alinea, maar soms ook meer. Let op wanneer introductie eindigt (vraag, mening, aankondiging).
Over het slot van een tekst:

  • Dit is het laatste deel van een tekst (1 of meer alinea's);
  • Hier vind je een conclusie of een korte samenvatting. Soms wordt er ook naar de toekomst gekeken.
  • Doel: tekst blijft hangen bij de lezer;
  • Bij nieuwsberichten is er vaak geen slot.

Slide 5 - Tekstslide

Geen inleiding of slot
Nieuwsberichten hebben meestal geen slot

Informatieve teksten (schoolboek, wikipedia) hebben vaak geen inleiding en geen slot

Slide 6 - Tekstslide

Wat is NIET waar over de inleiding:
A
Hier vind ik het onderwerp
B
De inleiding bestaat altijd uit één alinea
C
De lezer wordt nieuwsgierig gemaakt
D
Dit is het eerste gedeelte van een tekst

Slide 7 - Quizvraag

Wat is NIET waar over het slot van een tekst:
A
In het slot vind ik vaak een conclusie of samenvatting
B
Alle teksten hebben een slot
C
Dit is het laatste onderdeel van een tekst
D
Het slot kan uit meerdere alinea's bestaan.

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm van het onderwerp?
A
Een volledige zin
B
Eén of een paar woorden
C
Een werkwoord
D
Slechts één woord

Slide 9 - Quizvraag

Lees tekst 2 bij de opdracht 1 blz. 36. Kan dit een inleiding zijn en waarom (niet)?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Link

Slide 12 - Video

Opdracht
Bekijk theorie blz. 36
maak opdracht 
1, 3 en 7

Slide 13 - Tekstslide