10 weetjes over Prinsjesdag

.
Prinsjesdag
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
WereldoriëntatieWoordenschat+3BasisschoolGroep 5,6

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Introductie

Iedere derde dinsdag van september is het Prinsjesdag. Op deze belangrijke dag spreekt onze koning de troonrede uit. Daarin wordt verteld wat de plannen zijn voor het komende jaar. In deze lessenserie leren de leerlingen alles over deze belangrijke dag.

Instructies

Onderdelen in deze les

.
Prinsjesdag

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


                Wat zie je op de foto?
timer
1:00
Wat zie je op de foto? Schrijf het op je wisbordje of doe mee met je eigen device!

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Eigen leervragen
Wat wil jij graag weten over Prinsjesdag? Schrijf jouw vragen op en plak ze op de vragenmuur!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

.

Wereldoriëntatie

Na deze les 
  • weet ik wat er op Prinsjesdag allemaal gebeurt.
  • weet ik waar het Binnenhof in Den-Haag ligt en hoe het eruitziet.
Dit ga je leren
Taal

Na deze les kan ik een miljoenennota voor de school schrijven waarbij ik gebruikmaak van formele taal.
Woordenschat

Na deze les begrijp ik de moeilijke woorden die met Prinsjesdag te maken hebben. 

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Lezen

Lees samen de tekst 10 weetjes over Prinsjesdag hiernaast. Willen jullie de tekst vergroten? Klik dan bij de alinea op inzoomen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prinsjesdag
Woordenschat
de troonrede
De toespraak van de Koning, waarin hij de plannen voor het komende jaar bekendmaakt.
De troonrede begint altijd met 'Leden van de Staten-Generaal...'
de begroting
Plan waarin staat hoeveel geld je verwacht te krijgen en uit te geven.
In de begroting staat hoeveel geld er komend jaar voor onderwijs beschikbaar is.
de miljoenennota
Hierin staan de verwachte inkomsten en uitgaven van het komende jaar.
De minister van financiën geeft het koffertje met de miljoenennota aan de voorzitter van de Tweede Kamer.

Slide 6 - Tekstslide

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.
Het besturen van een land
Woordenschat
de minister
Iemand die in de regering van het land zit.
De minister van Onderwijs is Ingrid van Engelshoven.
De Eerste en de Tweede Kamer
De Eerste Kamer controleert de Tweede Kamer. De Tweede Kamer controleert de regering.
de regering
Alle ministers en de Koning.
De regering bestuurt Nederland.

Slide 7 - Tekstslide

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.
..
.
Heb jij het artikel goed begrepen?
Test je kennis!
Is deze zin WAAR of NIET WAAR?
Op Prinsjesdag wordt de troonrede voorgelezen
door één van de minsters.
Schrijf het antwoord op je wisbordje en houd je wisbordje op het teken van je juf of meester in de lucht. Of doe mee met je eigen device.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

..
.
Heb jij het artikel goed begrepen?
Test je kennis!
Welke zin is NIET WAAR?
Schrijf het antwoord op je wisbordje en houd je wisbordje op het teken van je juf of meester in de lucht. Of doe mee met je eigen device.
A
Prinsjesdag bestaat al honderden jaren.
B
In de troonrede wordt verteld wat de plannen van het kabinet zijn voor het komende jaar.
C
Als de koning klaar is met het lezen van de troonrede roept iedereen in de zaal vijf keer HOERA!
D
In de miljoenennota staat wat de plannen van het kabinet gaan kosten.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Kaart

Deze slide heeft geen instructies

..

Heb jij het artikel goed begrepen?
Test je kennis!
Welke foto is op het Binnenhof genomen?
Schrijf het antwoord op je wisbordje en houd je wisbordje op het teken van je juf of meester in de lucht. Of doe mee met je eigen device.
A
B
C
D

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verwerkingsopdracht
Uitleg
Werk samen met een klasgenoot. Jullie gaan straks zelf een miljoenennota voor de school maken. 
In de miljoenennota staat:
 



De begroting

In de begroting staan de inkomsten van de school. 
Er komt in totaal € 1000,- binnen.
In de begroting staan ook de uitgaven van de school. Jullie mogen in totaal €1000,- uitgeven.


Voorbeeld:
Inkomsten:                 Uitgaven:
€ 1000,-                      € 595,-        Speeltoestel
                                    € .........        ......................
Toelichting op de plannen

Leg de belangrijkste plannen en keuzes die jullie maken voor de school uit. Je legt dus uit waar jullie het geld aan gaan uitgeven en waarom jullie dat belangrijk vinden. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwerkingsopdracht
Uitleg
Formeel taalgebruik

  • Graag vraag ik u om de toets op een later moment in te plannen.
  • Schikt het u om de afspraak te verzetten naar een ander tijdstip?

  • Ober, kunt u mijn echtgenote voorzien van een karafje water?

Wat valt jullie op als je de voorbeeldzinnen bekijkt?
Informeel taalgebruik

  • Mag ik mijn toets een andere keer maken?

  • Vriend! Ik ga het niet redden man! Kunnen we een andere keer meeten?

  • Heb je een kan water voor me?



Formele taal gebruik je als je heel beleefd wilt zijn. Er worden vaak deftige, moeilijke woorden gebruikt.

Informele taal gebruik je in je dagelijkse leven als je praat tegen vrienden. 

Welk taalgebruik vind jij bij een miljoenennota passen?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwerkingsopdracht
Aan de slag!
timer
25:00
Maak een miljoenennota voor de school. Klaar? Haal 'm dan door de checklist hieronder!
In onze miljoenennota staat een begroting met daarin de inkomsten en uitgaven.

In onze miljoenennota is te lezen waaraan het geld wordt uitgeven en waarom wij juist daaraan geld uitgeven.

Onze miljoenennota bevat formeel taalgebruik.

Onze miljoenennota is gemaakt in Word of op een (dubbelgevouwen) A4tje. 
Checklist

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evalueren maar!
Ruil jullie miljoenennota met twee andere klasgenoten. 
Ga op zoek naar formeel taalgebruik. Herschrijf drie zinnen uit de miljoenennota naar informeel taalgebruik. 

Wat is het effect van de verandering van de zinnen op de miljoenennota? Neem je de miljoenennota nog steeds serieus?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

.

Wereldoriëntatie

  • ik weet wat er op Prinsjesdag allemaal gebeurt.
  • ik weet waar het Binnenhof in Den-Haag ligt en hoe het eruitziet.
Terugkoppeling lesdoelen
Taal

Ik kan een miljoenennota voor de school schrijven waarbij ik gebruikmaak van formele taal.
Woordenschat

Ik begrijp de moeilijke woorden die met Prinsjesdag te maken hebben. 

Slide 17 - Tekstslide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Tot de volgende keer!

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies