Week 37: Vlakke figuren 1.3 + deel 1.4

1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Weektaak 37
Pak jouw 1Blikagenda erbij

Opdracht 33, 35 t/m 38, 42, 43, 44
Opdracht 52 t/m 55

Slide 2 - Tekstslide

Toets: maandag 26 september
H1 Vlakke figuren: kleur roze

Slide 3 - Tekstslide

Klassenregels
Rustig naar binnen lopen en een plek zoeken
Telefoon in tas zodra ik start
(anders kun je het ook op mijn bureau neerleggen)
Stil tijdens de uitleg + bij een rode timer
Overleg met degene die naast je zit op een rustig niveau
Loop niet rond in het lokaal 
We gooien geen spullen door de klas


Slide 4 - Tekstslide

Schriftregels
Grote ruitjes 
Kantlijn
Opdrachtnummers
Na elke opgave één regel overslaan
Schrijven met pen, tekenen met potlood
Rechte lijnen teken je met een geodriehoek
Schrijf altijd een berekening op
Weektaak af? Laat het controleren.

Slide 5 - Tekstslide

Aan het einde van deze week...
...  kan je een driehoek tekenen met een passer als 3 zijden zijn gegeven.
... kan je een driehoek tekenen als een zijde en twee hoeken zijn gegeven of twee zijde en een hoek
... kan je de kenmerken noemen van een parallellogram.
... kan je een parallellogram tekenen .

Slide 6 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
  • Voorkennis ophalen

  • Een driehoek tekenen wanneer 1 zijde en 2 hoeken zijn gegeven.
  • Een driehoek tekenen wanneer 2 zijden en 1 hoek zijn gegeven.

Slide 7 - Tekstslide

1.1 Namen vlakke figuren

Slide 8 - Tekstslide

8 vlakke figuren

Slide 9 - Tekstslide

Vlakke figuren bestaan uit lijnen
rechte lijn

gebogen lijn

evenwijdige lijnen

loodrecht 

Slide 10 - Tekstslide

Diagonaal
Een diagonaal is een lijn tussen twee hoekpunten die niet naast elkaar liggen. 

Kijk maar:



- Welk figuur zie je hiernaast?
- Hoeveel diagonalen heeft dit figuur?
Een rechthoek heeft dus twee diagonalen. 

Slide 11 - Tekstslide

Soorten hoeken

Slide 12 - Tekstslide

1D - 2D - 3D

Slide 13 - Tekstslide

Stroomschema vlakke figuren

Slide 14 - Tekstslide

1.2 Hoeken berekenen in een driehoek

Slide 15 - Tekstslide

Driehoeken

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

1.3 Driehoeken tekenen
Driehoek met één zijde en twee hoeken gegeven
Driehoek met twee zijden en één hoek ertussen gegeven
Driehoek met drie zijden gegeven

Slide 21 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen schetsen en tekenen?

Slide 22 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen scherp en stomp?

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

1. Driehoek tekenen: hoek zijde hoek




Hoe ziet een hoek van 51 graden er ongeveer uit?
Hoe ziet een hoek van 43 graden er ongeveer uit?

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Stappenplan:
  1. Maak een schets  (met alle gegevens)
  2. Tekenen op ware grootte 
  3. Tekenen van Hoek A
  4. Tekenen van Hoek B
  5. controleer of je alle gegevens hebt opgeschreven 

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Oefenen
Opdracht 33, 35 t/m 37
timer
15:00
timer
5:00

Slide 30 - Tekstslide

2. Driehoek tekenen: zijde hoek zijde

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Stappenplan:
  1. Maak een schets  (met alle gegevens)
  2. Tekenen op ware grootte 
  3. Tekenen van Hoek L
  4. Tekenen de zijden LM op ware grootte
  5. Teken lijnstuk KM
  6. controleer of je alle gegevens hebt opgeschreven 

Slide 33 - Tekstslide

3. Driehoek tekenen
Soms krijg je de vraag met drie bekende zijden zónder hoeken. 

Dan teken je de driehoek met een passer. 

Slide 34 - Tekstslide

Teken driehoek PQR met PQ = 5 cm, QR = 6 cm en PR= 7 cm.
  1. Teken zijde PQ. 
  2. Vanaf punt P een cirkelboog tekenen met straal 7 cm.
  3. Vanaf punt Q een cirkelboog tekenen met straal 6 cm.
  4. Snijpunt is punt R.
  5. Driehoek tekenen.

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Oefenen
Opdracht 38, 42, 43, 44
timer
15:00
timer
5:00

Slide 37 - Tekstslide

Wat heb je deze les geleerd?
  • Een driehoek tekenen wanneer 1 zijde en 2 hoeken zijn gegeven.
  • Een driehoek tekenen wanneer 2 zijden en 1 hoek zijn gegeven.
  • Een driehoek tekenen wanneer 3 zijden zijn gegeven.

Slide 38 - Tekstslide

Eigenschappen van een PARALLELLOGRAM

Slide 39 - Tekstslide

Noem de eigenschappen van een
parallellogram.

Slide 40 - Woordweb

Oefenen
Opdracht 33, 35 t/m 38, 42, 43, 44
Opdracht 52 t/m 55
timer
10:00

Slide 41 - Tekstslide

Herhaling 1.1 + 1.2
Bladzijde 84 + 85
Los blaadje, naam erop.

Laat je weektaak zien als ik langsloop
timer
10:00

Slide 42 - Tekstslide

Havo: uitleg 1.1 + 1.2
2, 3, 7, 10 t/m 13, 15, 16, 18 en 19

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide


Eigenlijk is het
+ ab - ab -
a2
b2

Slide 46 - Tekstslide

a
-8
a
-8a
-8
-8a
64
a2

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide

Weektaak: Opdracht 33, 35 t/m 38, 42, 43, 44
Opdracht 52 t/m 55
Havo: 2, 3, 7, 10 t/m 13, 15, 16, 18 en 19

Slide 50 - Tekstslide