H3 §3 Nazi-Duitsland en het buitenland 2025

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 4

3.3 Nazi-Duitsland en het buitenland

Het interbellum

H2/3

Startvragen

A

De buitenlandse politiek van nazi-Duitsland

Vraag 1

Wat zijn de vijf belangrijkste oorzaken van de Eerste Wereldoorlog?

-Nationalisme...

B

Fascisme in Italië

Vraag 2

Wat past niet bij een totalitaire staat?

A. censuur in de kranten       C. Dictatuur door een kleine groep

B. Concentratiekampen        D. Onafhankelijke rechtspraak

C

Nationaalsocialisme in Nederland

Vraag 3: 

Wat is een overeenkomst tussen fascisme en het nationaalsocialisme? En wat een verschil?

– Nationalisme: een gevoel van trots voor je eigen land, volk en cultuur.

– Modern imperialisme: het veroveren van koloniën door Europese landen.

– Militarisme: het idee dat oorlog iets goeds is.

– Wapenwedloop: een wedstrijd om de meeste en krachtigste wapens te hebben.

– Bondgenootschappen: afspraken tussen twee of meer landen om elkaar te helpen bij een oorlog.

D

Overeenkomst: allebei extreem rechtse partijen. Nationalistisch. Anti-democratie. Militaristisch. 

Verschil: fascisme is vooral nationalistisch. Nazi's vooral rascistisch. 

§3.3

Nazi-Duitsland en het buitenland

A

De buitenlandse politiek van nazi-Duitsland

Leerdoel:

Je kan beschrijven welke stappen nazi-Duitsland vóór 1939 zette richting oorlog.

Begrippen:

Heim ins Reich

Anschluss

Conferentie van München

B

Fascisme in Italië

Leerdoel:

Je kan overeenkomsten en een verschil noemen tussen de ideeën van Duitse nationaalsocialisten en Italiaanse fascisten.

Begrippen:

fascisme

C

Nationaalsocialisme in Nederland

Leerdoel:

Je kan beschrijven hoe de Nederlandse regering omging met de economische crisis van 1929, en welke invloed deze crisis had op de opkomst van de NSB.

Begrippen:

aanpassingspolitiek

werkverschaffingsprojecten

Nationaalsocialistische Beweging (NSB)

  

appeasementpolitiek

Lebensraum

3.3 a Buitenlandse politiek van nazi-DU

Leerdoel:

Je kan beschrijven welke stappen nazi-Duitsland vóór 1939 zette richting oorlog.

HERBEWAPENING

Einde Verdrag van Versailles.

• herstelbetalingen
• DU uit Volkenbond
• leger vergroot en herbewapend
• gebieden teruggepakt

§3.3

Nazi-Duitsland en het buitenland

A

DeBoze burgers

De buitenlandse politiek van nazi-Duitsland

Een spotprent: Wat wil de maker ons vertellen?

HEIM INS REICH

alle Duitssprekenden in één groot Duits rijk

1938 Anschluss van Oostenrijk 

(onderdeel Derde Rijk)

Hitler noemde DU 

het Derde Rijk.

§3.3

Nazi-Duitsland en het buitenland

A

DeBoze burgers

De buitenlandse politiek van nazi-Duitsland

Duitse en Oostenrijkse soldaten bij de grens in 1938.

Veel Oostenrijkers konden zich vinden in de ideeën van Hitler en verwelkomden de nazi's.

Conferentie van München

- Sudetenland 

(Duitstalig deel Tsjecho-Slowakije)

Regering van Tsjecho-Slowakije was tegen. 

Daarom kwamen vier landen samen in de Conferentie van München om hierover te praten. 

§3.3

Nazi-Duitsland en het buitenland

A

DeBoze burgers

De buitenlandse politiek van nazi-Duitsland

Het Sudetenland lag aan de grens van Duitsland en Tsjecho-Slowakije

GB en FA voerden appeasementpolitiek.

(to appease = geruststellen / vrede bewaren)   

doel appeasementpolitiek > Europese vrede bewaren

GB en FA gaven Sudetenland aan Hitler om geen oorlog te veroorzaken. 

Hitler zou stoppen met gebied innemen.....

§3.3

Nazi-Duitsland en het buitenland

A

DeBoze burgers

De buitenlandse politiek van nazi-Duitsland

Ondanks zijn beloften van de conferentie van München, nam Hitler in 1939 ook de rest van Tsjechische deel van Tsjecho-Slowakije in. Door de appeasementpolitiek grepen Engeland en Frankrijk niet in. 

lebensraum

Duitse volk (Arische ras) 

had meer leefruimte nodig

uitbreiding naar het oosten 

oa. Polen en delen Sovjet-Unie

§3.3

Nazi-Duitsland en het buitenland

A

DeBoze burgers

De buitenlandse politiek van nazi-Duitsland

Met delen van Polen en de Sovjet-Unie dacht Hitler voldoende lebensraum te hebben voor het Arische ras. Niet geheel toevallig waren er veel grondstoffen te vinden in dat gebied. 

HET FASCISME 

IN ITALIË

• Planning
• Leerdoel
• Jaartallen koppelen
• Instructie P3.3B

§3.3

Nazi-Duitsland en het buitenland

A

De buitenlandse politiek van nazi-Duitsland

Leerdoel:

Je kan beschrijven welke stappen nazi-Duitsland vóór 1939 zette richting oorlog.

Begrippen:

Heim ins Reich

Anschluss

Conferentie van München

B

Fascisme in Italië

Leerdoel:

Je kan (3) overeenkomsten en een verschil noemen tussen de ideeën van Duitse nationaalsocialisten en Italiaanse fascisten.

Begrippen:

fascisme

C

Nationaalsocialisme in Nederland

Leerdoel:

Je kan beschrijven hoe de Nederlandse regering omging met de economische crisis van 1929, en welke invloed deze crisis had op de opkomst van de NSB.

Begrippen:

aanpassingspolitiek

werkverschaffingsprojecten

Nationaalsocialistische Beweging (NSB)

  

appeasementpolitiek

Lebensraum

Herhalen

Gebeurtenissen koppelen aan jaartallen

4 minuten

Deel met je klasgenoot

Gebeurtenissen koppelen aan jaartallen

Antwoorden

Problemen in Italië

• teleurstelling > geen gebiedsuitbreiding na WO1!
• slechte economie
• hoge werkloosheid
• zwakke regering 
• weinig vertrouwen in politiek
• Gevoelig voor een nieuw idee 

§3.3

Nazi-Duitsland en het buitenland

B

DeBoze burgers

De buitenlandse politiek van nazi-Duitsland

• 1922  Benito Mussolini in Italië aan de macht. 

• Leider van de fascisten

• Extreemrechtse politieke beweging, ontstaan in Italië.

§3.3

Nazi-Duitsland en het buitenland

B

DeBoze burgers

De buitenlandse politiek van nazi-Duitsland

Fscisme heeft de volgende kenmerken:

• extreem nationalistisch
• militarisme
• tegen democratie--> 1 leider!
• Herkenbaar? Waar?
• Nationaalsocialisme Duitsland kopieert deze kenmerken in hun politiek

§3.3

Nazi-Duitsland en het buitenland

B

DeBoze burgers

De buitenlandse politiek van nazi-Duitsland

• Hitler en Mussolini in 1936: bondgenoten

• "As Berlijn-Rome"

• Mussolini zag een nieuw Romeins Rijk

• 1938: fascisme neemt antisemitisme over van Hitler.

§3.3

Nazi-Duitsland en het buitenland

B

DeBoze burgers

De buitenlandse politiek van nazi-Duitsland

Veel succes!

AAN DE SLAG!

Wat?	Maken: vraag 7 t/m 11 van P3.3B
Waarom?	Zo begrijp je de leerdoelen beter
Hoe?	Lees de teksten, maak de vragen
Hulp?	Rood= stilte, geen vragen Oranje= stilte, je mag vragen stellen aan mij Groen= zachtjes overleggen
Klaar?	Lees anders blz. P3.3C alvast door

3.3 Nazi-Duitsland en het buitenland

Het interbellum

Nationaalsocialisme in Nederland

H2/3

Startvragen

A

De buitenlandse politiek van nazi-Duitsland

Vraag 1

Wat zijn de vijf belangrijkste oorzaken van de Eerste Wereldoorlog?

-Nationalisme...+...+...+...+...

B

Fascisme in Italië

Vraag 2

Wat past niet bij een totalitaire staat?

A. Censuur in de kranten       C. Dictatuur door een kleine groep

B. Concentratiekampen        D. Onafhankelijke rechtspraak

C

Nationaalsocialisme in Nederland

Vraag 3: 

Wat is een overeenkomst tussen fascisme en het nationaalsocialisme? En wat een verschil?

– Nationalisme: een gevoel van trots voor je eigen land, volk en cultuur.

– Modern imperialisme: het veroveren van koloniën door Europese landen.

– Militarisme: het idee dat oorlog iets goeds is.

– Wapenwedloop: een wedstrijd om de meeste en krachtigste wapens te hebben.

– Bondgenootschappen: afspraken tussen twee of meer landen om elkaar te helpen bij een oorlog.

D

Overeenkomst: allebei extreem rechtse partijen. Nationalistisch. Anti-democratie. Militaristisch. 

Verschil: fascisme is vooral nationalistisch. Nazi's vooral rascistisch. 

§3.3

Nazi-Duitsland en het buitenland

A

De buitenlandse politiek van nazi-Duitsland

Leerdoel:

Je kan beschrijven welke stappen nazi-Duitsland vóór 1939 zette richting oorlog.

Begrippen:

Heim ins Reich

Anschluss

Conferentie van München

B

Fascisme in Italië

Leerdoel:

Je kan overeenkomsten en een verschil noemen tussen de ideeën van Duitse nationaalsocialisten en Italiaanse fascisten.

Begrippen:

fascisme

C

Nationaalsocialisme in Nederland

Leerdoel:

Je kan beschrijven hoe de Nederlandse regering omging met de economische crisis van 1929, en welke invloed deze crisis had op de opkomst van de NSB.

Begrippen:

aanpassingspolitiek

werkverschaffingsprojecten

Nationaalsocialistische Beweging (NSB)

  

appeasementpolitiek

Lebensraum

• Vanaf 1929: ook crisis in NL  

• Bedrijven failliet= veel werkloosheid + armoede. 

• Minister-president Colijn > aanpassingspolitiek. 

• Regering gaat flink bezuinigen 
• Op uitkeringen + salaris ambtenaar

§3.3

Nazi-Duitsland en het buitenland

C

DeBoze burgers

Nationaalsocialisme in Nederland

• Werklozen: kleine uitkering = steun

• Uren in de rij staan voor het stempelen

• (Tegen zwart werken) 

§3.3

Nazi-Duitsland en het buitenland

C

DeBoze burgers

Nationaalsocialisme in Nederland

Veel mensen voelden zich in de steek gelaten door de regering. De regering Colijn kreeg de problemen niet opgelost.

• overheid organiseerde >  werkverschaffingsprojecten. 

• Werklozen hielpen met aanleg van wegen, kanalen en bossen (voor iets meer steun)

• Regering Colijn: geen oplossing crisis.

• Reactie = ontstaan nieuwe politieke partijen

§3.3

Nazi-Duitsland en het buitenland

C

DeBoze burgers

Nationaalsocialisme in Nederland

• 1931 Anton Mussert richtte de  Nationaalsocialistische Beweging (NSB) op

• NSB: veel ideeën afgekeken van de NSDAP van Hitler. 
• bijv. tegen democratie 

§3.3

Nazi-Duitsland en het buitenland

C

DeBoze burgers

Nationaalsocialisme in Nederland

NSB in 1935 bijna 8% van de stemmen. 

Daarna werd de partij weer kleiner. 

Dit kwam door 

1   de vergelijking met de NSDAP.

NLders zagen in Duitsland agressiviteit, discriminatie en intimidatie. Men wilde dat niet in Nederland.

2 de verzuiling,  bleven bij hun eigen zuil.

§3.3

Nazi-Duitsland en het buitenland

C

DeBoze burgers

Nationaalsocialisme in Nederland

De NSB is opgericht door:

1. Winston Churchill
2. Adolf Hitler
3. Mussolini
4. Anton Mussert

Wat was de NSB?

1. Een politieke partij die opkwam voor Nederland.
2. Een politieke partij die dezelfde gedachten had als de nazi's en collaboreerde met de nazi's.
3. Een politieke partij die opkwam voor de rechten van joden in Nederland.
4. Een politieke partij die zich neutraal hield tijdens de bezetting.

Waar staat NSB voor?

1. Nederlandse Socialistische Beweging
2. Nationaal-Socialistische Beweging
3. Nederlands Stem Bestuur
4. Nationaal-Socialistisch Bestuur

Veel succes!

AAN DE SLAG!

Wat?	Maken: vraag 12 t/m 15 van P3.3C
Waarom?	Zo begrijp je de leerdoelen beter
Hoe?	Lees de teksten, maak de vragen
Hulp?	Rood= stilte, geen vragen Oranje= stilte, je mag vragen stellen aan mij Groen= zachtjes overleggen
Klaar?	Lees anders blz. P3.4A alvast door