Retourgoederen en emballage

Retourgoederen
Emballage
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
RetailMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Retourgoederen
Emballage

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Je weet wat het begrip retourgoederen betekend. 

Je weet wat er op een retourbon moet staan.

Je weet hoe je een retourzending moet controleren.

 Je weet welke soorten emballage er zijn. 

Slide 2 - Tekstslide

Retourgoederen
Zijn goederen die je terugstuurt naar de leverancier. De leverancier heeft dan goederen geleverd, maar je stuurt ze weer terug.
De retourgoederen staan op een aparte plek. Daar worden ze verzameld en verwerkt. Sommige lege verpakkingsmaterialen moeten ook terug naar de leverancier. Bijvoorbeeld; pallets en kratten. Dit noem je emballage.


Slide 3 - Tekstslide

Je werkt in een winkel. Noem redenen waarom je producten terug zou kunnen sturen naar de leverancier.

Slide 4 - Woordweb

Retourgoederen
Redenen om goederen terug te sturen:
  • Teveel geleverd geworden
  • Artikelen zijn beschadigd (tijdens levering)
  • Artikelen zijn voor andere filialen bestemd.
  • Klanten zijn ontevreden over het artikel.
  • Er is iets mis mee waardoor ze niet verkocht kunnen worden
  • De artikelen hebben de THT-datum overschreden
Consignantiegoederen
Kranten en tijdschriften zijn consignatiegoederen. Deze goederen worden pas aan de leverancier betaald, nadat ze verkocht zijn! Alles wat op een afgesproken moment niet is verkocht, kun je terugsturen naar de leverancier. 

Slide 5 - Tekstslide

Wat zijn retourgoederen?
A
Lege krat bier
B
Een telefoon die bij levering kapot is gegaan
C
Witte mappen die niet besteld zijn
D
Trein kaartje van Arnhem naar Nijmegen

Slide 6 - Quizvraag

Retourgoederen klaarzetten
Retourgoederen moeten dus terug naar de leverancier. Vaak haalt de leverancier ze zelf op. Bijvoorbeeld; bij het brengen van een nieuwe levering.
Als de chauffeur komt, is het NIET handig als jij nog op zoek moet naar de retourgoederen. 
Daarom zet je ze van tevoren klaar.
Deze zet je op een speciale plek in het magazijn.

Slide 7 - Tekstslide

Retourgoederen
Wanneer je goederen terugstuurt, moet je een retourbon volledig invullen.

Wat staat er allemaal op een retourbon? 

Slide 8 - Tekstslide

Geadresseerde
Afzender
Artikelnummer
Omschrijving artikel
Aantal artikelen
Nauwkeurige omschrijving retourverzending

Slide 9 - Sleepvraag

Slide 10 - Tekstslide

Retourgoederen
Kunnen alle goederen teruggestuurd worden?

Nee. Artikelen die buiten de schuld van de leverancier beschadigd raken, komen voor rekening van de winkel. Ze worden dan afgeschreven. Deze afschrijving komt op een afschrijvingslijst

Slide 11 - Tekstslide

Een klant heeft per ongeluk een glas laten vallen. Kan het glas geretourneerd worden?
A
Ja, want de winkel is niet aansprakelijk.
B
Nee, want het lag niet aan de leverancier.
C
Nee, want kapot=kapot.
D
Ja, maar de klant moet 50% betalen.

Slide 12 - Quizvraag

Retourzending controleren
De chauffeur is er om een retourzending mee te nemen. Je haalt de retourartikelen op met een transportmiddel. 
Let op dat de lading stabiel is! 
Als alles stevig en veilig op het transportmiddel ligt, ga je de retourartikelen controleren. Dit doe je met een retourbon. 
Je controleert of de juiste artikelen en de juiste aantallen in de retourzending zitten. Klopt het? Ben je klaar! Anders melden bij je leidinggevende.

Slide 13 - Tekstslide

Wat is emballage?

Slide 14 - Open vraag

Emballage
Emballage is verpakkingsmateriaal dat opnieuw gebruikt kan worden. Bijvoorbeeld kratten, plastic flessen, karton maar ook pallets.

Emballage moet weer terug naar de leverancier, die kan de verpakkingsmaterialen weer opnieuw gebruiken.

Slide 15 - Tekstslide

Waarom is het beter voor het milieu als je verpakkingsmateriaal opnieuw gebruikt?

Slide 16 - Open vraag

Statiegeld
Op emballage zit statiegeld. Dat betekent dat je geld betaalt voor emballage. Dat geld krijg je weer terug als je het inlevert.

Het verpakkingsmateriaal moet wel heel zijn. Een kapotte pallet kun je niet inleveren en je krijgt dan je geld ook niet terug.

Ga dus voorzichtig om met emballage, anders kost het jou of het bedrijf geld.

Slide 17 - Tekstslide

Een lading van 40 kratten frisdrank wordt op 2 pallets geleverd.
Het statiegeld is €5 per krat en €7.50 per pallet. Hoeveel statiegeld krijg je terug na het inleveren?

Slide 18 - Open vraag

Emballage controleren
Je haalt de emballage op met een intern transportmiddel. Let op dat de lading stabiel is! Als alles stevig en veilig op het transportmiddel ligt, ga je de emballage controleren.
Dit doe je met een emballagebon.
Hierop staat wat de emballage is en de aantallen die je per soort terug geeft. Klopt alles? dan zet je emballage klaar, anders meld je het bij je leidinggevende.

Slide 19 - Tekstslide

Emballage controleren
Je haalt de emballage op met een intern transportmiddel. Let op dat de lading stabiel is! Als alles stevig en veilig op het transportmiddel ligt, ga je de emballage controleren. 
Dit doe je met een emballagebon.
Hierop staat wat de emballage is en de aantallen die je per soort terug geeft. Klopt alles? dan zet je emballage klaar, anders meld je het bij je leidinggevende.

Slide 20 - Tekstslide

Zijn er vragen over deze les?

Slide 21 - Open vraag