Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Grammaticatoets 2 havo
Grammatica toetsweek
Havo 2
1 / 46
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1,2
In deze les zitten
46 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Grammatica toetsweek
Havo 2
Slide 1 - Tekstslide
in / naar
in / naar
+ stad =
à
Bijv.:
à
Amsterdam,
à
New York, etc.
Slide 2 - Tekstslide
in / naar
in / naar
+ land
= (m) :
au au Maroc
= (vr) :
en en Franc
e
= (mv) :
aux aux Pays-Ba
s
Slide 3 - Tekstslide
.....Londres
A
à
B
en
C
au
D
aux
Slide 4 - Quizvraag
.....New York
A
à
B
en
C
au
D
aux
Slide 5 - Quizvraag
.....Alphen aan den Rijn
A
en
B
à
C
au
D
aux
Slide 6 - Quizvraag
.....France
A
en
B
à
C
au
D
aux
Slide 7 - Quizvraag
.....Pays-Bas
A
en
B
à
C
au
D
aux
Slide 8 - Quizvraag
.....Maroc
A
en
B
à
C
au
D
aux
Slide 9 - Quizvraag
.....États-unis
A
au
B
aux
C
en
D
à
Slide 10 - Quizvraag
.....Espagne
A
à
B
aux
C
en
D
au
Slide 11 - Quizvraag
ne......pas = niet/geen
je
parle
français
je
ne
parle
pas
français
Slide 12 - Tekstslide
Maak de zin ontkennend:
elle danse sur la table
Slide 13 - Open vraag
Maak de zin ontkennend:
nous organisons une fête
Slide 14 - Open vraag
Maak de zin ontkennend:
tu aimes ton chien
Slide 15 - Open vraag
Maak de zin ontkennend:
j'ai une grande maison
Slide 16 - Open vraag
Maak de zin ontkennend:
il y a beaucoup de livres
Slide 17 - Open vraag
Maak de zin ontkennend:
c'est très intéressant
Slide 18 - Open vraag
getallen t/m 100
Tip:
- leer eerst goed de getallen t/m 20
- leer vervolgens de tientallen
Slide 19 - Tekstslide
Les nombres 60 - 100
Pourquoi les nombres en français, c'est fou??
Slide 20 - Tekstslide
60
70
(septante)
80
(octante)
90
(nonnante)
100
soixante
soixante-dix
quatre-vingts
quatre-vingt-dix
cent
Slide 21 - Tekstslide
Parce que il n'y avait pas l'école pour tout le monde.
Il y a longtemps, on ne savait pas
compter plus haut que soixante.
À douze ans, on commencait
à travailler à la maison ou
pour une autre personne.
Slide 22 - Tekstslide
Quand on voulait acheter quelque chose,
on allait au marché.
Slide 23 - Tekstslide
...67, 68, 69, ... euh...???
Et là, il fallait payer avec de l'argent.
Et on devait alors bien compter!
Slide 24 - Tekstslide
Un jour, un monsieur a dit: Ça, c'est fou, fou, fou!!!!
Je vais changer ça!!!
Slide 25 - Tekstslide
Le monsieur s'appelle Napoléon.
Napoléon a dit: "Maintenant, je vais changer l'argent. Alors tout le monde peut compter et tout le monde comprend.
Bonne idée!!
Slide 26 - Tekstslide
+
+
= 60
+
+
+
= 70
soixante-dix (60+10)
Slide 27 - Tekstslide
Soixante et onze (60 + 11)
+
+
+
= 71
= 80 (4 x 20)
Quatre-vingts
+
Slide 28 - Tekstslide
C'est combien?
Slide 29 - Tekstslide
Oui, très bien!!
Quatre-vingt-treize!
(4 x 20 + 10 + 3)
Maintenant c'est plus facile!
Slide 30 - Tekstslide
il est......heures
Quelle heure est-il?
Slide 31 - Tekstslide
Schrijf op:
Quelle heure est-il? - hoe laat is het?
il est..........heure(s) - het is.....uur
il est 2 heures
et quart
- het is
kwart over
2
il est 2 heures
moins le quart
- het is
kwart voor 2
il est 2 heures
et demie
- het is
half 3
Slide 32 - Tekstslide
Quelle heure est-il ?
Slide 33 - Open vraag
Quelle heure est-il ?
Slide 34 - Open vraag
Quelle heure est-il ?
Slide 35 - Open vraag
Quelle heure est-il ?
Slide 36 - Open vraag
Quelle heure est-il ?
Slide 37 - Open vraag
Bezittelijk voornaamwoord
Slide 38 - Tekstslide
Bezittelijk voornaamwoord
mannelijk
vrouwelijk
meervoud
mijn
mon
ma
mes
jouw
ton
ta
tes
zijn / haar
son
sa
ses
ons / onze
notre
notre
nos
uw / jullie
votre
votre
vos
hun
leur
leur
leurs
Slide 39 - Tekstslide
Het bijvoeglijk naamwoord (vorm)
Het bijvoeglijk naamwoord past zich aan op het zelfstandig naamwoord.
Enk
Mv
Man
-
s
vrouw
e
es
Slide 40 - Tekstslide
Onregelmatige vormen
man. enk.
vrouw. enk.
man. mv
.
vrouw. mv.
vertaling
bon
bonne
bons
bonnes
goed
beau
belle
beaux
belles
mooi
nouveau
nouvelle
nouveaux
nouvelles
nieuw
vieux
vielle
vieux
vieilles
oud
Slide 41 - Tekstslide
Bijvoeglijk naamwoord (Plaats)
Slide 42 - Tekstslide
(adorable) c'est un ............chien.............
A
un chien adorable
B
un adorable chien
Slide 43 - Quizvraag
(petit) Monique est............une fille.........
A
une petit fille
B
une fille petit
C
une fille petite
D
une petite fille
Slide 44 - Quizvraag
(nouveau)
il habite dans une.......maison.......
A
une nouveau maison
B
une maison nouveau
C
une nouvelle maison
D
une maison nouvelle
Slide 45 - Quizvraag
werkwoorden
- Regelmatige werkwoorden op -
er
- Onregelmatige werkwoorden: être, avoir, faire, aller
(zie ook: grammaticagedeelte achterin je werkboek)
Slide 46 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Chapitre 6 - klokkijken herhaling
Mei 2023
- Les met
18 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
U2 les 6 l'heure et pouvoir
November 2021
- Les met
21 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
les heures
April 2020
- Les met
33 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Source C + D
Maart 2022
- Les met
13 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
leçon 20
December 2023
- Les met
14 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
leçon 20
November 2024
- Les met
14 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
U2 les 3 - 16 dec - l'heure et pouvoir
December 2022
- Les met
26 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
rép. 1HV eind p4
Juni 2021
- Les met
35 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1