Herhaling planten 5V

Herhaling planten 
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Herhaling planten 

Slide 1 - Tekstslide

Je geeft plant 1 alleen licht met een golflengte van 480nm en plant 2 alleen licht met een golflengte van 550nm. Van welke plant verwacht je dat die sneller groeit?
A
Plant 1
B
Plant 2
C
Beide planten groeien even snel
D
Beide planten groeien helemaal niet

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de beperkende
factor bij verlichtings-
sterkte 4?
A
koolstofdioxide
B
zuurstof
C
water
D
licht

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

dekcellen
xyleem
floeem
cambium
parenchym

Slide 6 - Sleepvraag

dekcellen
xyleem
floeem
parenchym

Slide 7 - Sleepvraag

In welke richting ligt
het midden van de
stengel in de afbeelding?
A
links
B
rechts
C
boven
D
onder

Slide 8 - Quizvraag

Welk deel van het plaatje bestaat uit houtvaten?
A
Q
B
R
C
S

Slide 9 - Quizvraag

Samenvatting Groei
  • Delingen in meristeem toppen van stengels en wortels (groeipunten) zorgen voor lengtegroei en plastiden
  • Diktegroei: cambium
  • Celstrekking en celspecialisatie één van twee dochtercellen stamcel in meristeem

Slide 10 - Tekstslide

Cambium cocooning

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag
- MC vragen fotosynthese
- Biologiepagina.nl -> 5V -> planten -> oefenen -> examenoefening planten 
- Examenoverzicht

Slide 12 - Tekstslide

Hoe komt het dat stengels in de richting van de zon groeien?
A
zonlicht zorgt voor minder auxine, hierdoor groeit de schaduwkant van de stengel harder dan de zonkant
B
zonlicht zorgt voor meer auxine, hierdoor groeit de zonkant van de stengel harder dan de schaduwkant
C
zonlicht zorgt voor minder auxine, hierdoor groeit de zonkant van de stengel harder dan de schaduwkant
D
zonlicht zorgt voor meer auxine, hierdoor groeit de schaduwkant van de stengel harder dan de zonkant

Slide 13 - Quizvraag

Een wortel die in de grond groeit noemen we
A
positief fototroop, positief geotroop
B
negatief fototroop, negetief geotroop
C
positief fototroop, negatief fototroop
D
negatief fototroop, positief geotroop

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Een pantoffeldiertje neemt water op door osmose. Waar is de waterpotentiaal dan het hoogst?
A
in het pantoffeldiertje
B
buiten het pantoffeldiertje
C
binnen en buiten het pantoffeldiertje is waterpotentiaal gelijk

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Video

Slide 19 - Tekstslide

Er komt strooizout in de berm terecht. Wat gebeurt er met de wateropname door de wortels van de bermplanten?
A
Groter want de Ψs van het grondwater stijgt.
B
Groter want de Ψs van het grondwater daalt
C
Kleiner want de Ψs van het grondwater stijgt
D
Kleiner want de Ψs van het grondwater daalt

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

CO2 - huidmondjes
Veel fotosynthese ->
Veel glucose ->
Veel K+ naar binnen (actief transport) ->
Veel water volgt door osmose ->
Stevige cellen ->
Huidmondjes open

Slide 25 - Tekstslide

CO2 - huidmondjes
                                                 Hoge temperatuur ->
                                                 Veel verdamping ->
                                                 Weinig instroom van water ->
                                                 Slappe cellen ->
                                                 Huidmondjes dicht
                                                maar ook reactie op andere indicatoren                                                    (zoals CO2 gehalte)

Slide 26 - Tekstslide

In welke laag zal de hoogste bruto primaire productie per vierkante millimeter plaatsvinden?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 27 - Quizvraag

Op temperatuur T, wat gebeurt er met het drooggewicht van de plant.
A
Neemt toe
B
Blijft gelijk
C
Neemt af

Slide 28 - Quizvraag

Productie
BPP: Bruto primaire productie:
De totale hoeveelheid geproduceerde glucose op 1 dag overdag
Dissimilatie: voor ATP verbruikte glucose
NPP: Netto primaire productie: 
De na dissimilatie overgebleven hoeveelheid glucose die grondstof is voor de voortgezette assimilatie dus groei.

Slide 29 - Tekstslide

Productie

Slide 30 - Tekstslide

Productie
Compensatiepunt: fotosynthese = dissimilatie

Slide 31 - Tekstslide

bouw van planten

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Voortplantingsorganen plant
Zelfbestuiving en kruisbestuiving

Slide 34 - Tekstslide

Bij welke getallen is zelfbestuiving zichtbaar?
A
1, 4 en 7
B
2, 3 en 8
C
2, 3, 5 en 8
D
2, 3, 5, 6 en 8

Slide 35 - Quizvraag

Insecten bestuiving
Wind bestuiving

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Bevruchting
Ontwikkeling vrucht

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Verspreiding zaden

Slide 40 - Tekstslide

Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 41 - Tekstslide

Stekken

Slide 42 - Tekstslide

Weefselkweek

Slide 43 - Tekstslide

Enten

Slide 44 - Tekstslide

Deze vetplant groeit kleine plantjes op de zijkant van de bladeren en laat deze vallen, de plantjes groeien dan zelf verder. Dit is...
A
Geslachtelijke voortplanting
B
Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 45 - Quizvraag

Aan de slag
- MC vragen fotosynthese
- Biologiepagina.nl -> 5V -> planten -> oefenen -> examenoefening planten 
- Examenoverzicht

Slide 46 - Tekstslide