1Het geluid bereikt je oor en wordt waargenomen door zintuigcellen in je oor.
2Je wordt je bewust van het geluid.
3Je staat op om de deur open te gaan doen.
4Vanuit de hersenen gaan er impulsen naar je beenspieren.
5.Er wordt aan de deur gebeld.
6.Via de gehoorzenuw gaan er impulsennaar het gehoorcentrum in de hersenen.
Klaar maken 1 t/m 3 van b1