Voorzetsels Het Huis

• NT2
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Voorzetsels Het Huis

Kijk naar de foto's.

Schrijf de woorden op!

De tafel staat onder de lamp.

Het dak is boven de zolder.

Wij horen de muziek, de radio staat aan. 

Ik ga naar bed, ik doe de televisie uit.

Mijn moeder stopt de vuile kleren in de wasmachine. 

Mijn moeder haalt de schone kleren uit de wasmachine.

Je moet de jas aan de kapstok hangen.

De spiegel hangt boven de wastafel.

De hond rent door de deur naar binnen.

De tafel staat ..... de lamp.

1. naast
2. onder
3. in
4. met

Het dak is ..... de zolder.

1. boven
2. onder
3. in
4. met

Wij horen muziek, de radio staat ... .

1. naar
2. onder
3. in
4. aan

Ik ga naar bed, ik doe de televisie ... .

1. naast
2. uit
3. boven
4. met

Ik stop de vuile kleren .. de wasmachine.

1. achter
2. uit
3. in
4. met

Ik haal de schone kleren ... de wasmachine.

1. achter
2. uit
3. in
4. met

Je moet de jas ... de kapstok hangen.

1. door
2. aan
3. in
4. met

De spiegel hangt ..... de wastafel.

1. door
2. aan
3. in
4. boven

De hond rent .... de deur naar de tuin.

1. door
2. aan
3. in
4. boven

Lees de zin.

Vul het goede woord in!

De tafel staat ..... de lamp.

Het dak is ..... de zolder.

Wij horen muziek, de radio staat ... .

Ik ga naar bed, ik doe de televisie ... .

Ik stop de vuile kleren .. de wasmachine.

Ik haal de schone kleren ... de wasmachine.

Je moet de jas ... de kapstok hangen.

De spiegel hangt ..... de wastafel.

De hond rent .... de deur naar de tuin.