A3 P2 L2 De dood

• Levensbeschouwing
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Les 2 over 

De dood

Programma

Nee, ik heb de toetscijfers nog niet

1. Terugkijken naar de vorige les
2. Uitleg PO-opdracht interview
3. Ervaringen met de dood
4. Filmpje kijken

1. Terugkijken naar de vorige les

Vorige les hebben we stil gestaan bij momenten in het jaar waarop mensen stil staan bij de dood. 

Vorige les begonnen we met een feest dat steeds meer gevierd wordt in Nederland, Halloween.
Op welke datum wordt dit feest gevierd?

1. 30 oktober
2. 31 oktober
3. 1 november
4. 2 november

Dit feest is vanuit Amerika de wereld over gegaan. Uit welk land waren de immigranten afkomstig die het feest introduceerden in Amerika?

Het feest is nu (naw) een combinatie van twee religieuze achtergronden, namelijk

1. katholiek en keltisch
2. katholiek en koerdisch
3. koerdisch en kameroens
4. kameroens en keltisch

Een soortgelijke samensmelting kun je ook herkennen bij de viering van een van oorsprong Mexicaans feest, namelijk:

In Nederland wordt Halloween langzaamaan steeds meer gevierd, omdat mensen wel zin hebben in een feestje.
Toch is niet iedereen enthousiast, daar zijn twee grote redenen voor, namelijk:

Controverses in Nederland

Nederland is een protestants land. 

Protestanten wijzen Allerzielen en Allerheiligen af. 

Bij Allerzielen wordt er gebeden voor de overledenen die verkeren in het Vagevuur. Protestanten wijzen het Vagevuur af. 

En, Halloween valt op Hervormingsdag. 

En.., dan zijn er ook nog mensen die al langs de huizen gaan voor snoepjes met Sint Maarten. Twee keer is een beetje too much. 

2. Uitleg PO-opdracht Interview

Het Vagevuur is dus iets waar een groot deel van Nederland niet in gelooft. Waarin dan wel? Weten we dat eigenlijk wel? Willen we dat wel weten? Willen we wel nadenken over de dood? 

Wij gaan dat doen. Stilstaan bij hoe we er zelf over denken en hier een ander naar vragen. In een interview. Voor een cijfer. 

Uitleg PO-opdracht Interview

Formele stappen van de opdracht:

1. Nadenken over wie je wilt interviewen (voor volgende les = huiswerk)
2. Voorlopige interviewvragen opstellen en inleveren
3. Feedback docent verwerken 
4. Definitieve interviewvragen inleveren
5. Interview uitvoeren
6. Interview inleveren

Al deze stappen inclusief rubric en inleverbox komen op ITS te staan. 

Tijdens de lessen is er tijd en ruimte om te werken aan de opdracht. 

Wie heeft er te maken gehad met de dood van een huisdier?

Ik

Ik niet

3. Ervaringen met de dood

Wie heeft een overleden opa of oma?

Ik

Wie heeft te maken (gehad) met een dodelijke ziekte in de naaste omgeving?

Ik

Wie heeft er weleens te maken gehad met zelfdoding?

Ik

Wie heeft er weleens iemand zien doodgaan?

Ik

Wie heeft er een ouder verloren?

Ik

Wie heeft er op dit moment te maken met de dood? (iemand die zal komen te overlijden of kortgeleden is overleden)

Ik

Ik niet

4. Filmpje kijken