Statistiek Les 3

• Statistiek
• MBO
• Studiejaar 2

Statistiek Les 3

Afspraken

In de klas	Thuis
Uniform aan	Uniform aan
PC AAN/Cam+mic UIT	PC/Cam/Mic AAN
Vraag: Hand opsteken	Vraag: in Mic

Doe allemaal actief mee!

Week 3

Paragraaf 3.5

Cumulatieve frequentie

Paragraaf 3.6

Berekening gemiddelde

Paragraaf 3.7

Gemiddelde bij relatieve frequenties

Week 1

Paragraaf 3.1

Wat zijn frequenties?

Paragraaf 3.2

Kolommendiagram/Histogram

Week 2

Paragraaf 3.3

Klasse, Klassen- & Variatiebreedte

Paragraaf 3.4

Frequentiepolygoon

3.5 Cumulatieve Frequentie

Cumuleren = ophopen / opstapelen

er wordt "kleiner dan gebruikt omdat we de cumulatieve absolute frequentie gebruiken!

8. Hoe wordt de cumulatieve frequentie berekend?

9a

9b

3.6 Berekening Gemiddelde

2 soorten gemiddelde:

3.6.1 Gewogen gemiddelde

3.6.2 Ongewogen gemiddelde

3.6.1 Gewogen gemiddelde

voorbeeld:

 7-6-8-2-3-5-7-7-6-8-6-6-4-5-6-7-4-7-6-5

7+6+8+2+3+5+7+7+6+8+6+6+4+5+6+7+4+7+6+5 =

115/20 = 5,75 = 6,0

Elke waarneming telt even zwaar mee daarom delen we door 20!

3.6.1 Ongewogen gemiddelde

je gebruikt hier ALLEEN 1x de cijfers die voor komen:

(2+3+4+5+6+7+8) / 7 = 

35 /7 = 5,0

Dit vertegenwoordigt niet ALLE cijfers daarom wordt het bijna nooit gebruikt

3.6.2 Modus

Dit is het MEEST VOORKOMENDE cijfer

 7-6-8-2-3-5-7-7-6-8-6-6-4-5-6-7-4-7-6-5

De modus is 6 want dit cijfer komt het meeste voor

3.6.3 Mediaan

Bij het noteren van alle cijfers van KLEIN naar GROOT is de mediaan het MIDDELSTE CIJFER

 7-6-8-2-3-5-7-7-6-8-6-6-4-5-6-7-4-7-6-5

van klein naar groot: 2-3-4-4-5-5-5-6-6-6-6-6-6-7-7-7-7-7-8-8

middelste cijfer =  2-3-4-4-5-5-5-6-6-6-6-6-6-7-7-7-7-7-8-8

bij een even aantal deel je de twee middelste getallen

(6+6)/2=6

3.7 Gemiddelde bij relatieve frequenties