§2.2 Stromingen in de samenleving deel 1

Hoofdstuk 2: 
Naar een industriële samenleving
§2.2 
Stromingen in de samenleving deel 1

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2: 
Naar een industriële samenleving
§2.2 
Stromingen in de samenleving deel 1

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag:

Lesdoelen

Nakijken huiswerk blz 54 t/m blz 56

Uitleg van §2.2 'Stromingen in de samenleving' deel 1
Filmpje

Maak van §2.2 'Stromingen in de samenleving' vraag 1 t/m 5

Lesafsluiting



Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen van deze les
  1. Leg uit waarom en hoe het kiesrecht werd uitgebreid.
  2. Vanaf wanneer mochten vrouwen stemmen?
  3. Welke wet is er door van Houten gemaakt?
  4. Wat is het verschil tussen een bijzondere en een openbare school?

Slide 3 - Tekstslide

Uitbreiding van het kiesrecht
1815: klein deel van de bevolking had kiesrecht mannen die veel belasting betaalden

1845 en 1917 werd de belastinggrens verlaagd. Steeds meer mannen kregen kiesrecht. In 1919 kregen vrouwen ook kiesrecht. 

Nederland werd een parlementaire democratie

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Strijd over onderwijs(1)
1874 Kinderwetje: 
basisonderwijs arbeiderskinderen, alleen kinderen van rijken konden doorleren.

De overheid richtte daarom openbare scholen op zodat:
iedereen kon leren lezen, schrijven en rekenen (openbare school)

Gelijke kansen = emancipatie
  • de armen betere banen konden krijgen
  • de armen hun achterstand konden wegwerken 

Slide 7 - Tekstslide

Strijd over onderwijs(2)
Katholieken en protestanten wilde ook godsdienst aanbieden op school. Deze confessionelen richtten daarom eigen scholen op. Dit noemde ze bijzondere scholen. Zij kregen GEEN geld van de overheid. 

1917 nieuwe Onderwijswet: de overheid financierde ook bijzondere scholen. 


Bijzondere scholen
  • confessionele scholen
  • daltonscholen
  • montessorischolen
  • vrije scholen

Slide 8 - Tekstslide

Stromingen in de politiek

5 stromingen 
  • liberalen
  • conservatieven
  • confessionelen
  • socialisten
  • communisten

Slide 9 - Tekstslide

Strijd voor gelijkheid(1)

In de politiek kwamen socialisten op voor de belangen van arbeiders. Ze streefden naar meer gelijkheid. 

De socialisten wilden wetten uitbreiden en zorgen ervoor dat ouderen, zieken en weeskinderen een uitkering kregen. 

Slide 10 - Tekstslide

Strijd voor gelijkheid(2)

Liberalen willen voor de burgers grote vrijheden zoals de burgerrechten. beschermen en de macht van de staat en de kerk beperken.

Liberale politici zorgden voor de eerste sociale wetten. De overheid steunde hierdoor de mensen die niet voor zichzelf konden zorgen.


Slide 11 - Tekstslide

Strijd voor gelijkheid(3)

Anderen wilden de samenleving radicaal veranderen. 

Dit waren de communisten. Zij dachten dat de ongelijkheid in de samenleving alleen door een revolutie kon verdwijnen. 


Slide 12 - Tekstslide

Positie van vrouwen
Wetten maakten verschil tussen mannen en vrouwen. Hierdoor hadden vrouwen minder rechten dan mannen. 

Ze mochten niet naar het hoger onderwijs, mochten niet stemmen en getrouwde vrouwen moesten om toestemming vragen aan hun man. 

1870: vrouwen verzetten zich tegen discriminatie. 

Slide 13 - Tekstslide

Positie van vrouwen

Feministen: mensen die het opnemen voor vrouwenrechten. 

Vrouwen mochten hierdoor naar het hoger onderwijs, kregen kiesrecht maar de ongelijkheid tussen man en vrouw bleef. 

Aletta Jacobs was de eerste vrouw die naar de universiteit ging.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Wat zijn socialisten?
A
Mensen met een bepaalde godsdienst
B
Mensen die meer gelijkheid voor arbeiders wilden
C
Mensen die alles wilden houden zoals het was.

Slide 16 - Quizvraag

Wie dachten er dat de ongelijkheid in de samenleving alleen door een revolutie kon verdwijnen.
A
socialisten
B
communisten
C
conservatieven
D
liberalen

Slide 17 - Quizvraag

Feministen zijn ....
A
Mannen die opkomen voor hun rechten
B
Mensen die opkomen voor hun rechten
C
Mensen die opkomen voor rechten van mannen
D
Mensen die opkomen voor rechten van vrouwen

Slide 18 - Quizvraag

Heel Nederland kan je opdelen in twee soorten scholen:
A
Kleuterscholen en Universiteiten
B
VMBO en MBO scholen
C
Christelijke en Islamitische scholen
D
Openbare en bijzondere scholen

Slide 19 - Quizvraag

Welke van de 4 is GEEN bijzondere school?
A
Christelijke school
B
Openbare school
C
Islamitische school
D
Vrije school

Slide 20 - Quizvraag

Aan het werk
Wat: lees en maak van §2.2 'Stromingen in de samenleving' vraag 1 t/m 5.

Wanneer: deze les, en wanneer je het niet af krijgt, thuis afmaken!

Hulp:   de theorie (lees goed!)
              buurman/buurvrouw naast je
              de docent

Klaar: leer de begrippen van cursus 2.1 en 2.2


timer
15:00

Slide 21 - Tekstslide

Lesdoelencheck
  1. Leg uit waarom en hoe het kiesrecht werd uitgebreid.
  2. Vanaf wanneer mochten vrouwen stemmen?
  3. Welke wet is er door van Houten gemaakt?
  4. Wat is het verschil tussen een bijzondere en een openbare school?

Slide 22 - Tekstslide


Hoe goed heb je de les begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll