5.2 Het huishoudboekje van de overheid

Hoofdstuk 5.2/7.2
Het huishoudboekje van de overheid 
Klas 5
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieSpeciaal OnderwijsLeerroute 6Leerroute 5

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5.2/7.2
Het huishoudboekje van de overheid 
Klas 5

Slide 1 - Tekstslide



C. Louboutin Sneakers
A
Particuliere sector
B
Collectieve sector

Slide 2 - Quizvraag


Het gemeentehuis valt onder...
A
Particuliere sector
B
Collectieve sector

Slide 3 - Quizvraag

0

Slide 4 - Video


De Intertoys behoort tot de ....
A
Collectieve sector
B
Particuliere sector

Slide 5 - Quizvraag


Directe belasting:


  • Loon- en inkomstenbelasting
  • Gemeentelijke belastingen



Indirecte belasting:


  • Btw
  • Accijns

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Wat is belasting?

Slide 8 - Open vraag

Over je boodschappen betaal je een soort belasting, deze belasting wordt ook wel... of... genoemd

Slide 9 - Open vraag

Hoe komt de overheid aan geld
De inkomsten van de overheid bestaan grotendeels uit belastingen. 

Belasting is een verplichte bijdrage die burgers en bedrijven aan de overheid betalen

Slide 10 - Tekstslide

 Hoe komt de overheid aan geld
Soorten belasting:
  • Inkomstenbelasting
  • Loonbelasting
  • Belasting over de winst

  • BTW
  • Accijns

Slide 11 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen directe en indirecte belastingen?

Slide 12 - Open vraag

Hoe komt de overheid aan geld
Belastingen
  • Directe belastingen
  • (betaal je direct aan de overheid, bijv. loonbelasting of belasting over winst)
  • Indirecte belastingen
  • (betaal je via een tussenstap aan de overheid, bijv. btw, accijns)

Slide 13 - Tekstslide

Hoe komt de overheid aan geld
Subsidie = financiële bijdrage van de overheid om mensen en bedrijven te stimuleren
  • Sporten
  • Museumbezoek
  • Milieuvriendelijker produceren
  • ...

Slide 14 - Tekstslide

6.3 Hoe komt de overheid aan geld? 

Slide 15 - Tekstslide

Niet-belasting ontvangsten
  • Aardgasinkomsten
  • Winst uit overheidsbedrijven
  • Boetes

Slide 16 - Tekstslide

Hoe komt de overheid aan geld? 
Samenvattend: 
  • Belastinginkomsten (direct en indirect 
  • Premies (zie 6.2)
  • Niet-belastinginkomsten
  • winst uit staatsbedrijven     (NS, Schiphol)
  • verkoop aardgas
  • boetes

Slide 17 - Tekstslide

Een rekenmachine kost € 7,99 in de winkel. Dit is inclusief 21% btw.
Bereken de verkoopprijs (excl. btw).
A
€ 6,60
B
€ 7,97
C
€ 6,31
D
€ 5,96

Slide 18 - Quizvraag

Wat is GEEN soort belasting?
A
BTW
B
Loonbelasting
C
Subsidie
D
Accijns

Slide 19 - Quizvraag

Wat betekent de afkorting BTW?
A
Belasting Totale Waarde
B
Belasting Toegevoegde Waarde
C
Bruto Totale Waarde
D
Bruto Toegevoegde Waarde

Slide 20 - Quizvraag

Op welk product wordt GEEN accijns geheven?
A
Tabak
B
Museumbezoek
C
Alcohol
D
Benzine

Slide 21 - Quizvraag

Welk inkomen van de overheid hoort NIET bij niet-belastinginkomsten?
A
Winst overheidsbedrijven
B
Aardgasinkomsten
C
Boetes
D
Subsidies

Slide 22 - Quizvraag

Een laptop kost in de winkel € 799. Dit is inclusief 21% btw.
Bereken hoeveel je aan btw betaald.
A
€ 167,79
B
€ 138,67
C
€ 38,05
D
€ 79,90

Slide 23 - Quizvraag