Enkelvoud Meervoud ( hele werkwoord)
Ik vraag (
stam) vraag ik? wij vragen
(stam+en) vragen wij?
jij/je* vraagt (stam+t) vraag jij? zij vragen (stam+en) vragen zij?
u vraagt (stam+t) vraagt u? jullie vragen ( stam+en) vragen jullie?
hij vraagt (stam+t) vraagt hij?
zij vraagt (stam+t) vraagt zij? stam = hele werkwoord -en
het vraagt (stam+t) vraagt het? vragen = vrag +a vraag
* jij/je vraagt/ vraag* jij/je?
Gebiedende wijs: de stam: - Vraag de docent! - Vraagt u!