Les 1: hoofdletters

Hoofdletters
Taalverzorging - les 1
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdletters
Taalverzorging - les 1

Slide 1 - Tekstslide

Nederlands

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les kun je het gebruik van hoofdletters uitleggen bij 5 voorbeelden in een opdracht. 
Aan het eind van deze les kun je hoofdletters bijna altijd juist toepassen in een opdracht. 

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer gebruik je hoofdletters?

Slide 4 - Woordweb

Vandaag: hoofdletters
Waarom hoofdletters gebruiken?

Slide 5 - Tekstslide

Regel 1: begin van een zin
Aan het begin van een zin:
  • Je begint een zin met een hoofdletter.
Als de zin met een afgekort woord begint, verschuift de hoofdletter naar het tweede woord:
  • 's Ochtends sta ik vroeg op.
  • 't Was vanochtend wel erg koud.

Slide 6 - Tekstslide

Regel 1: begin van een zin
Als de zin met een cijfer of symbool begint, schrijf je geen hoofdletter aan het begin van de zin.
  • €15 betaalde hij voor het boek.
  • 86 jaar geleden werd mijn opa geboren.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is goed geschreven?
A
't is niks voor mij.
B
'T is niks voor mij.
C
't Is niks voor mij.
D
'T Is niks voor mij.

Slide 8 - Quizvraag

Regel 2: namen van personen
Je schrijft een hoofdletter bij voor- en achternamen, doopnamen en voorletters:
  • Elisabeth Sarah Jansen
Aanspreektitels (mevr.) en tussenvoegsels (van der) krijgen geen hoofdletter.
  • fam. Berisa
  • Alicia van Putten

Slide 9 - Tekstslide

Regel 2: namen van personen
Wanneer er voor het tussenvoegsel geen voornaam of voorletter wordt genoemd, krijgt het tussenvoegsel wel een hoofdletter.
  • meneer De Vries
Bij een tweede achternaam krijgt het tussenvoegsel geen hoofdletter.
  • mevrouw Van de Ven - de Vries 

Slide 10 - Tekstslide

Wat is goed geschreven?
A
Hallo meneer Jansen
B
Hallo Meneer Jansen
C
Hallo meneer jansen

Slide 11 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
Lisa de Vries - de Groot
B
Lisa De Vries - De Groot
C
Lisa De Vries - de Groot

Slide 12 - Quizvraag

Regel 3: organisaties, merken, producten
Organisaties, merken en producten krijgen een hoofdletter.
  • Apple
  • Verenigde Naties
  • de Kamer van Koophandel
Soms gebruiken bedrijven de hoofdletters afwijkend, je neemt dit dan over.
  • iPhone

Slide 13 - Tekstslide

Wat is goed geschreven?
A
pepsi max
B
Pepsi Max
C
Pepsi max

Slide 14 - Quizvraag

Regel 4: aardrijkskundige namen, volken, talen, windstreken
Bij aardrijkskundige namen van landen, steden, rivieren enzovoort gebruik je een hoofdletter.
  • Amsterdam, Nederland
  • Amerikaanse president, Nederlandse mensen. 
Ook bij volken, talen of dialecten gebruik je een hoofdletter.
  • Fransman
  • Limburgs dialect

Slide 15 - Tekstslide

Regel 4: aardrijkskundige namen, volken, talen, windstreken
Bij een windstreek gebruik je geen hoofdletter.
  • Er komt vandaag een noordelijke wind.
Als de windstreek onderdeel is van een naam, gebruik je wel een hoofdletter.
  • Noordelijke IJszee

Slide 16 - Tekstslide

Regel 4: aardrijkskundige namen, volken, talen, windstreken
Als je met de windstreek een cultureel, economisch of politiek gebied bedoelt, schrijf je een hoofdletter.
  • In het Nabije Oosten is de situatie erg gespannen.
  • Arme landen krijgen steun van het Westen.

Slide 17 - Tekstslide

Wat is goed geschreven?
A
Wat is een Westelijke zeestroom nou weer?
B
Wat is een westelijke zeestroom nou weer?

Slide 18 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
noord-brabant
B
Noord-brabant
C
Noord-Brabant
D
noord-Brabant

Slide 19 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
amstellaan
B
Amstellaan

Slide 20 - Quizvraag

Regel 5: historische gebeurtenissen en kalendergebruiken
Historische gebeurtenissen en feestdagen met een hoofdletter.
  • Koude Oorlog, Vaderdag, Pasen
Maar bij samenstellingen met feestdagen schrijf je geen hoofdletter:
  • vaderdagontbijt, kerstviering

Slide 21 - Tekstslide

Wanneer GEEN hoofdletter? 
Seizoenen, maanden en gewone dagen krijgen geen hoofdletter.
  • zaterdag, januari 

Slide 22 - Tekstslide

Regel 6: religieuze en culturele begrippen
Godsdiensten krijgen geen hoofdletter.
  • jodendom
  • jood
Maar heilige begrippen die bij de stroming horen wel.
  • God
  • Bijbel

Slide 23 - Tekstslide

Zelf werken
duik in starttaal online en ga lekker oefenen!! 
- spelling- hoofdletters
- stijlkwesties- die/dat



Slide 24 - Tekstslide

Wat is goed geschreven?
A
Wanneer gaat meneer Jansen slapen?
B
Wanneer gaat Meneer Jansen slapen?
C
Wanneer gaat meneer jansen slapen?

Slide 25 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
Met ananas erop is het geen Italiaanse pizza!
B
Met ananas erop is het geen italiaanse pizza!

Slide 26 - Quizvraag

Wat heb je geleerd vandaag?

Slide 27 - Open vraag

Geef een cijfer aan de les + een argument.

Slide 28 - Open vraag