Le 9 mai (A3F)

BONJOUR A3F
BIENVENUE!!
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

BONJOUR A3F
BIENVENUE!!

Slide 1 - Tekstslide

Tu as passé de bonnes vacances?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Pendant les vacances, j'ai ..
.. dormi beaucoup
Oui
Non

Slide 3 - Poll

Pendant les vacances, j'ai ..
.. lu un livre
Oui
Non

Slide 4 - Poll

Pendant les vacances, j'ai ..
.. fait du sport
Oui
Non

Slide 5 - Poll

Pendant les vacances, je me suis ennuyé(e)
Oui
Non

Slide 6 - Poll

Pendant les vacances, j'ai regardé des vidéos / des films.
Oui
Non

Slide 7 - Poll

Où es-tu allé(e) en vacances ?
Pays-Bas
Italie
France
Espagne
Scandinavie
Angleterre
Allemagne
Suisse
Autre

Slide 8 - Poll

Toi personellement, qu'aimes-tu faire en priorité en vacances?
faire des balades
dormir / se reposer
visiter un site culturel
faire de bons repas
regarder la télévision
faire du shopping
faire des rencontres
faire la fête
lire
faire du sport

Slide 9 - Poll

Le programme
- Uitleg persoonlijk voornaamwoord (lijdend voorwerp)
- Afmaken leçon 4 & grammatica trainer

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

persoonlijk voornaamwoord
onderwerp
met nadruk / na vz
lijdend voorwerp
meewerkend 
voorwerp
je
moi
me/ m'
me / m 
tu
toi
te/t'
te/ t'
il
lui
le/ l'
lui
elle
elle
la/ l'
lui
nous
nous
nous
nous
vous
vous
vous 
vous
ils
eux
les
leur
elles
elles
les
leur

Slide 12 - Tekstslide

onderwerp
lijdend 
voorwerp
meewerkend
voorwerp
persoonsvorm
Ik
een boek
aan mijn vader.
geef

Slide 13 - Sleepvraag

In welke zin staat een lijdend voorwerp?
A
Zij geeft het geld
B
Hij verkoopt het huis

Slide 14 - Quizvraag

Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Le
Lui
Les
leur
La

Slide 15 - Sleepvraag

Waar plaats ik het lijdend voorwerp in de zin?
A
voor de persoonsvorm
B
na de persoonsvorm

Slide 16 - Quizvraag

Vervang het lijdend voorwerp:
Elle met le pantalon.
A
Elle le met
B
Elle la met
C
Elle l' met
D
Elle les met

Slide 17 - Quizvraag

Vervang het lijdend voorwerp:
Je mets les vêtements.
A
Je le mets
B
Je la mets
C
Je l' mets
D
Je les mets

Slide 18 - Quizvraag

Et maintenant, au travail....
- Finir la leçon 4
- Pratiquer avec grammaticatrainer
- Apprendre les mots leçon 5

Slide 19 - Tekstslide

Les devoirs
-Leren voca 5
- Oortjes meenemen

Slide 20 - Tekstslide