Bijvoeglijk naamwoord

Nederlands
Planning les
  1. Terugblik
  2. Lesdoel 
  3. Uitleg en oefening
  4. Zelfstandig werken
  5. Afsluiting





1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1,2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
Planning les
  1. Terugblik
  2. Lesdoel 
  3. Uitleg en oefening
  4. Zelfstandig werken
  5. Afsluiting





Slide 1 - Tekstslide

Terugblik zelfstandig naamwoord

Slide 2 - Tekstslide

Post-its plakken
Maak samen met jouw groepje zo veel mogelijk VERSCHILLENDE woorden die tussen het lidwoord en het zelfstandig naamwoord passen. 
Na ieder woord wordt de stift doorgegeven! (Er mag dus alleen met die stift geschreven worden)
timer
3:00

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel vandaag
Ik leer het bijvoeglijk naamwoord herkennen en kan deze vinden in een zin!



Pak je laptop voor je en open Lessonup!


Slide 4 - Tekstslide

bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

Je weet door een bijvoeglijk naamwoord meer over het zelfstandig naamwoord.


Slide 5 - Tekstslide

Het bijvoeglijk naamwoord in een zin
  1. Die blonde jongen heeft opgelet.
  2. De Nederlandse taal heeft veel regels.
  3. Het grote feest vond plaats in de kantine.
  4. Zone college is de leukste school van de hele omgeving.


Slide 6 - Tekstslide

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Die kletsende jongen krijgt niets mee van de les.
A
Die
B
kletsende
C
krijgt
D
les

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in de volgende zin?

Het witte papier is niet bedoeld om vliegtuigjes van te vouwen.

Slide 8 - Open vraag

Aan de slag
Je maakt stil en zelfstandig het werkblad.
Na 15 minuten bespreek je met je groepje jullie antwoorden. 
Jullie vullen het gezamenlijke antwoordblad in!

Klaar dan ga je naar Quizziz.com/join vul code .................in 
Maak zelfstandig de opdrachten in Quizziz.
timer
15:00

Slide 9 - Tekstslide

Overleg met je groepje

Overleg zo dat de andere groepjes het niet horen.
timer
5:00

Slide 10 - Tekstslide

Antwoorden bespreken
1. Vader riep de stoute kinderen bij zich.
2. Daan draagt een polyester regenjas.
3. Dat vuile hemdje moet nodig in de was.
4. De vlinders vliegen van de groene blaadjes naar de hoge bloemen.
5. Er staat een harde wind.
6. Claire heeft een mooie bloem gevouwen.
7. Ik wil een rode bal, zoals Marieke.
8. De gorilla eet een grote banaan.
9. In de kartonnen doos zitten lange spijkers.
10. In de kooi zit een tamme parkiet.

Slide 11 - Tekstslide

Antwoorden bespreken
11. Mark geeft de geitjes een oude boterham.
12. Onze poes slaapt graag in de brede vensterbank.
13. De slager snijdt het verse vlees in stukjes.
14. Op mijn bril zit een vieze vlek.
15. Onder de bank lag een gele knikker.
16. Er liggen erg zieke mensen in het ziekenhuis.
17. De stoffen sloffen staan in de gang.
18. De kinderen moeten een spannend verhaal lezen.
19. De schone was hangt aan de rode waslijn.
20. Dit is de makkelijkste zin.

Slide 12 - Tekstslide

Afsluiting
Wat hebben we geleerd?

Ik vond het een goede les!

Slide 13 - Tekstslide