Reinigen en desinfectie 8.1 t/m 8.5

1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierverzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk je aan bij reinigen en desinfecteren?

Slide 2 - Woordweb

Deel 1: Hygiëne, reinigen, desinfecteren en verhitten 

Werken in de dierverzorging
(boek & werkboek)

Hoofdstuk 8.1 t/m 8.5


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Hygiëne
Hygiëne is een verzamelnaam voor alle handelingen die ervoor zorgen dat je zo min mogelijk in aanraking komt met ziekteverwekkers. 

Slide 6 - Tekstslide

Wat valt er volgens jou onder hygiëne?

Slide 7 - Open vraag

RIVM benoemt o.a. 
Handen wassen
Douchen
Schoonmaken van de keuken
Bewaren van etenswaren in de koelkast
Desinfecteren van voorwerpen of oppervlakken
Zuiveren van rioolwater

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Wat valt er volgens jou onder persoonlijke hygiëne?

Slide 14 - Woordweb

Persoonlijke hygiëne is bijv.
Schone handen met korte, schone nagels
Verzorgd gebit
Haar, baard en snor verzorgd
Schone bril
Neutrale lichaamsgeur
Smetteloze bedrijfskleding
Gepoetste schoenen
Geen ringen, armbanden, piercings of horloges
Schone pleister

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Wanneer is het noodzakelijk om je handen te wassen?

Slide 18 - Woordweb

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Lees de tekst in het boek
10 minuten

Slide 22 - Tekstslide

Handen schudden is een voorbeeld van directe ziekteverspreiding
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Je kunt je handen goed schoon krijgen met water
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Als een bedrijfsvreemde een ziekteverwekker binnenbrengt op jouw bedrijf, heet dat:
A
Ziekte-insleep
B
Ziekte-versleep
C
Zoönose

Slide 25 - Quizvraag

Een ziekteverwekker kan zich soms ook via de lucht verspreiden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Door goede hygiëne kun je ziektes bij dieren voorkomen
A
Ja, dieren worden niet meer ziek door goede hygiëne
B
Nee, maar je kunt het wel beter beperken

Slide 27 - Quizvraag

8.2. 
Reinigen van verblijven en ruimten

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Reinigen is het verwijderen van zichtbare verontreinigingen/vuil
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Is water een goed reinigingsmiddel?
A
Ja
B
Nee

Slide 32 - Quizvraag

Vetten lossen het beste op in koud water
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quizvraag

Het is belangrijk dat materialen gereinigd worden voor zowel de werking als de levensduur.
A
Niet waar, alleen voor de werking
B
Niet waar, alleen voor de levensduur
C
Waar, in beide gevallen is reiniging belangrijk

Slide 34 - Quizvraag

Werking en levensduur materialen


Een schaar werkt beter als er geen vuil tussen zit én als het niet roest. Daarom is reinigen belangrijk voor zowel de werking als de levensduur. 

Slide 35 - Tekstslide

Basisch is
A
Een ander woord voor zuur
B
Het tegenovergestelde van zuur

Slide 36 - Quizvraag

Als je gaat schoonmaken, werk je van:
A
De schoonste ruimte naar de meest vieze ruimte
B
Van de meest vieze ruimte naar de meest schone ruimte

Slide 37 - Quizvraag

Reinigen is hetzelfde als desinfecteren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 38 - Quizvraag

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Pas na het reinigen ga je desinfecteren


Desinfecteren en steriliseren gaat beter na een grondige reiniging, omdat er minder ziektekiemen hoeven te worden gedood. 

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide