Rekenen gr. 5

Rekenen
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Basisschool

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Rekenen

Slide 1 - Tekstslide

Op de klok staat 09:00
Hoelaat is het een uur later?

Slide 2 - Open vraag

Op de klok staat 15:00 uur.
Hoelaat is het een halfuur later?

Slide 3 - Open vraag

Op de klok staat 20:00 uur.
Hoelaat is het een kwartier later?

Slide 4 - Open vraag

Als Esther wegloopt van school is het 15:30. Ze is thuis om 15:45.
Hoelang loopt Esther erover?
A
30 minuten
B
20 minuten
C
15 minuten
D
10 minuten

Slide 5 - Quizvraag

Mike gaat lunchen om 12:00 uur.
Om 12:30 is hij klaar met eten.
Hoelang heeft Mike gegeten?
A
1 uur
B
40 minuten
C
35 minuten
D
30 minuten

Slide 6 - Quizvraag

Om 19:00 uur leest Klaas de krant.
Om 19:45 uur is hij klaar met lezen.
Hoelang doet Klaas over het lezen van de krant?
A
55 minuten
B
50 minuten
C
45 minuten
D
35 minuten

Slide 7 - Quizvraag

Speelgoedwinkel
14,80
5,60
8,40
24,60
16,90

Slide 8 - Tekstslide

Bart koopt de puzzel en de bal.
Hoeveel moet hij betalen?

Slide 9 - Open vraag

Lot koopt de blokfluit en de potloden.
Hoeveel moet ze betalen?

Slide 10 - Open vraag

Thomas koopt een fiets van 590 euro. Hij krijgt 105 euro korting. Hoeveel moet hij betalen?

Slide 11 - Open vraag

Over precies 151 dagen is Luc weer jarig. Precies 6 weken later wil hij weer weten hoeveel dagen het nog duurt. Hoeveel dagen duurt het dan nog?

Slide 12 - Open vraag

Lars heeft een tuintje met 168 bonenplantjes. Er gaan er 97 dood. Hoeveel heeft hij er nog over?

Slide 13 - Open vraag

Roan betaalt een kilo snoep van 6,20 euro met allemaal munten van 20 cent. Hoeveel munten heeft hij nodig?

Slide 14 - Open vraag

Pleun en Nienke hebben allebei evenveel geld. Pleun heeft 8 briefjes van 50. Hoeveel briefjes van 20 heeft Nienke?

Slide 15 - Open vraag

De tuin bij Fien thuis is 175 vierkante meter groot. Bij Fenne thuis is de tuin 225 vierkante meter groot. Hoeveel vierkante meter is de tuin van Fenne groter dan die van Fien?

Slide 16 - Open vraag

Peter koopt 4 pakken koek. In ieder pak zitten 16 koeken. Hoeveel koeken heeft hij gekocht?

Slide 17 - Open vraag

Maartje gaat spaghetti maken voor 2 personen. Op het pakje staat dat ze voor 4 personen 450 gram gehakt moet gebruiken. Hoeveel gram gehakt heeft ze nodig?

Slide 18 - Open vraag

Een meter dure stof kost 95 euro. Bente koopt er 3 meter van. Hoeveel moet ze betalen?

Slide 19 - Open vraag

Pieter heeft 480 gram suiker. Hij gebruikt 155 gram voor het maken van zandkoekjes. Hoeveel gram houdt hij over?

Slide 20 - Open vraag

Voor een hardloopwedstrijd moet Max 350 meter hardlopen naar een pilon en ook weer 350 meter terug. Hoeveel meter moet hij lopen?

Slide 21 - Open vraag

Bij de supermarkt is een spaaractie om knuffels te sparen. Bij een volle kaart van 600 zegels mag je er 1 uitzoeken. Willem heeft al 426 zegels. Hoeveel zegels moet hij nog sparen voor een volle kaart?

Slide 22 - Open vraag

Op vakantie in Zwitserland loopt Iris met haar ouders iedere dag 35 kilometer. Hover hebben ze gelopen na 5 dagen?

Slide 23 - Open vraag

1 kilo = 1.000 gram

Slide 24 - Tekstslide

Leah wil 1 kilo aardbeien afwegen. De weegschaal geeft al 420 gram aan. Hoeveel gram moet er nog bij?

Slide 25 - Open vraag

Bij een dierenwinkel hebben ze een leuke actie. Iedere 30-ste bezoeker krijgt een leuke dierenknuffel. Vandaag waren er al 179 mensen in de dierenwinkel geweest. Hoeveel van die mensen hebben een dierenknuffel gekregen.

Slide 26 - Open vraag

Hoeveel gram is 1 kilo?

Slide 27 - Open vraag

In een bos staan 110 dennen, 112 berken en nog 129 esdoorns. Hoeveel bomen staan er bij elkaar?

Slide 28 - Open vraag

In een klein dorp kunnen 320 mensen wonen. Er wonen nu 217 mensen. Hoeveel mensen kunnen er nog bij?

Slide 29 - Open vraag

Naar de dierentuin!
Groep 7 gaat met de auto naar de dierentuin. De meesters, juffen en een paar ouders rijden.



De groep bestaat uit 22 jongens en 11 meisjes.


Slide 30 - Tekstslide

Hoeveel kinderen zitten er in totaal in groep 7?

Slide 31 - Open vraag

In elke auto is plaats voor 3 kinderen. Hoeveel auto's zijn er nodig?
A
13
B
12
C
11
D
10

Slide 32 - Quizvraag

Entreeprijzen dierentuin





Per groep 1 begeleider gratis
Volwassenen
11,50 per peroon
Kinderen tot 12 jaar
10,75 per persoon
Groepen (minimaal 15 kinderen)
8,50 per persoon

Slide 33 - Tekstslide

Hoeveel kost de entree van de dierentuin per kind?

Slide 34 - Open vraag

Alle kinderen krijgen een ijsje en frietjes
1,00
0,50

Slide 35 - Tekstslide

Hoeveel euro moet de juf betalen voor de frietjes voor alle leerlingen?

Slide 36 - Open vraag

Hoeveel euro moet de juf betalen voor de ijsjes voor alle leerlingen?

Slide 37 - Open vraag

Alle 4 de ouders die mee gaan naar de dierentuin krijgen een bosje bloemen.
12,50

Slide 38 - Tekstslide

Hoeveel moet de juf betalen voor de bloemen?

Slide 39 - Open vraag

Slide 40 - Tekstslide