week 50 hablar del pasado

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • Toets bespreken
  • Nieuwe module
  • Empezar tarea 1
  • Hablar del pasado
Miércoles, 14 de diciembre
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • Toets bespreken
  • Nieuwe module
  • Empezar tarea 1
  • Hablar del pasado
Miércoles, 14 de diciembre

Slide 1 - Tekstslide

¿Qué tal el examen?
  • Hoe had je je voorbereid?
  • Wat ging goed?
  • Wat kan je de volgende 
keer anders doen?
  • Goed lezen!
  • Zelfde fouten als op het SO.

Toets bespreken

Slide 2 - Tekstslide

  • Unidad 3 Espacio Joven
  • Leerdoelen
  • Planning
  • Toetsstof
  • Leertips
  • Practicar a leer escribir
Módulo 8
Meer zelfstandig 
aan de slag

Slide 3 - Tekstslide

Módulo 8 - introducción
Maak tarea 1.1, 1.2
  • Controleer met het audiobestand.
Leerdoel: pret. perfecto
Módulo, pág. 10
timer
20:00

Slide 4 - Tekstslide

Módulo 8 - introducción

Controleer met het audiobestand.
Leerdoel: pret. perfecto
Módulo, pág. 10

Slide 5 - Tekstslide

Módulo 8 - introducción
Cerrad los libros y rellena
los dias siguientes
con la forma correcta del 
prerérito perfecto.
Leerdoel: pret. perfecto
Módulo, pág. 10

Slide 6 - Tekstslide

trabajar, él

Slide 7 - Open vraag

comer, nosotros

Slide 8 - Open vraag

vivir, Carmen y Pepe

Slide 9 - Open vraag

trabajar, Paco y yo

Slide 10 - Open vraag

¿entender, tú?

Slide 11 - Open vraag

estudiar, yo

Slide 12 - Open vraag

El pretérito perfecto.
Welke hulpwerkwoorden voor de voltooide tijd ken je in het Nederlands?
haber
(yo)
(tú) 
(él/ella/ud) 
(nosotros) 
(vosotros) 
(ellos/ellas/uds.) 
hebben, zijn
voltooid deelwoord
hablar --> hablado
comer --> comido
vivir --> vivido
he
has
ha
hemos
habéis
han

Slide 13 - Tekstslide

  • Tussen de vorm van haber en het voltooid deelwoord mag niets komen te staan!
  • Persoonlijke voornaamwoorden staan voor de vorm van haber:
    vb: me he levantado temprano. - Ik ben vroeg opgestaan.
    vb: Lo ha comprado José. - Die heeft José gekocht. 

Slide 14 - Tekstslide

onregelmatige vormen 
abrir
descubrir
hacer
poner
ver
decir
escribir
ir
ser
volver
morir
romper
pretérito perfecto
abierto
descubierto
hecho
puesto
visto
dicho
escrito
ido
sido
vuelto
muerto
roto

Slide 15 - Tekstslide

Vamos a leer el texto
LA: pág. 49
Introducción unidad 3

Slide 16 - Tekstslide

Tarea 1.3
Marcadores del pret. perfecto
Rellena tu lista de vocabulario
Leerdoel: pret. perfecto
Módulo, pág. 13

Slide 17 - Tekstslide

Agenda
voor woensdag 21 december:
leren pretérito perfecto
maken: LA: pág. 49 ej. 6, pág. 51 ej. 1 
pág. 52 ej.6
DEBERES

Slide 18 - Tekstslide