13 september 3hb

Welkom
3HB
13 september

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom
3HB
13 september

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kunt verschillende vaste tekststructuren herkennen.

  • Je kunt de tekst opdelen in betekenisvolle eenheden en de functie van deze eenheden benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

Keuze

Slide 3 - Tekstslide

Lezen
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Bespreken
Lezen h2 blz. 42
Opdracht 2 + 4

Kijk na van het bord.



timer
15:00

Slide 5 - Tekstslide

Aan de slag
H2 lezen opdracht 6
blz. 42

timer
1:00

Slide 6 - Tekstslide

Vaste tekstructuren - Lezen h2
Uitleg vier nieuwe vaste tekststructuren
Oefenen met vier tekststructuren



Slide 7 - Tekstslide

Welke vaste tekststructuren heb je dit jaar al geleerd?

Slide 8 - Open vraag

Tekststructuren - nieuw!
  1. Argumentatiestructuur 
  2. Aspectenstructuur 
  3. Voor- en nadelenstructuur 
  4. Vraag- antwoordstructuur

Slide 9 - Tekstslide

Argumentatiestructuur
  • Inleiding: standpunt of stelling
  • Middenstuk: argumenten voor het standpunt // tegenargument // weerlegging
  • Slot: herhaling stelling // beantwoorden van de vraag 

Argumentatiestructuur (bijv. een artikel met de titel "Het vaccineren van kinderen is onzin")

Slide 10 - Tekstslide

Aspectenstructuur
  • Inleiding: onderwerp
  • Middenstuk: diverse aspecten/verschillende kanten van het onderwerp
  • Slot: (meestal) samenvatting 

Aspectenstructuur (bijv. een artikel met de titel "Welke invloed heeft het coronavirus op jongeren?")

Slide 11 - Tekstslide

Voor-/nadelenstructuur
  • Inleiding: vraag of stelling
  • Middenstuk: voordelen// nadelen
  • Slot: afweging // conclusie 

Voor- /nadelenstructuur (bijv. een artikel met de titel "Wat zijn de voor- en nadelen van het vaccineren van jongeren?")

Slide 12 - Tekstslide

Vraag-antwoordstructuur
  • Inleiding: vraag
  • Middenstuk: antwoord 
  • Slot: samenvatting of conclusie 

vraag-antwoordstructuur (bijv. een artikel met de titel "Welke maatregelen kan ik zelf treffen tegen het coronavirus?")

Slide 13 - Tekstslide

Welke tekststructuur herken je?
Argumentatiestructuur
Aspectenstructuur
Vraag-antwoordstructuur
Voor- en nadelenstructuur 

Slide 14 - Tekstslide

Welke tekststructuur herkende je in het tekstfragment?
A
argumentatiestructuur
B
aspectenstructuur
C
vraag-antwoordstructuur
D
voor-/nadelenstructuur

Slide 15 - Quizvraag

Welke tekststructuur herken je?
Argumentatiestructuur
Aspectenstructuur
Vraag-antwoordstructuur
Voor- en nadelenstructuur 

Slide 16 - Tekstslide

Welke tekststructuur herkende je in het tekstfragment?
A
argumentatiestructuur
B
aspectenstructuur
C
vraag-antwoordstructuur
D
voor-/nadelenstructuur

Slide 17 - Quizvraag

Welke tekststructuur herken je?
Argumentatiestructuur
Aspectenstructuur
Vraag-antwoordstructuur
Voor- en nadelenstructuur 

Slide 18 - Tekstslide

Welke tekststructuur herkende je in het tekstfragment?
A
argumentatiestructuur
B
aspectenstructuur
C
vraag-antwoordstructuur
D
voor-/nadelenstructuur

Slide 19 - Quizvraag

Welke tekststructuur herken je?
Argumentatiestructuur
Aspectenstructuur
Vraag-antwoordstructuur
Voor- en nadelenstructuur 

Slide 20 - Tekstslide

Welke tekststructuur herkende je in het tekstfragment?
A
argumentatiestructuur
B
aspectenstructuur
C
vraag-antwoordstructuur
D
voor-/nadelenstructuur

Slide 21 - Quizvraag

Aan de slag 
Lezen h2 blz. 42
Opdracht 2 + 4

Huiswerk wo 13 sep. 6e uur
timer
15:00

Slide 22 - Tekstslide

Plannen repetitie
T01 Repetitie Lezen (2x) 
Hoofdstuk 1 + 2
29 september

Slide 23 - Tekstslide

Laatste 20 minuten
  • Codenames (4 personen)
  • Scrabble (4 personen)
  • The Game (4 personen)
  • Undercover (1 telefoon voor een hele groep van 6 personen)
  • 30 Seconds (6 personen verdeeld over 3 teams) (eigen versie maken + 1 telefoon voor de timer).



Slide 24 - Tekstslide

In een verklaringsstructuur staat in de inleiding beschreven een....

Slide 25 - Open vraag

Een tekst is gebaseerd op de argumentatiestructuur. Wat staat er in de inleiding?

Slide 26 - Open vraag

Een tekst is gebaseerd op de probleem/oplossingstructuur. Wat staat er in het slot?

Slide 27 - Open vraag

Een tekst is gebaseerd op de aspectenstructuur. Wat is het schrijfdoel?

Slide 28 - Open vraag

Welke structuren ken je nu?

Slide 29 - Woordweb