Module 4 - Zelfreflectie

Zelfreflectie 
Thema 7 - Hoofdstuk  15
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Zelfreflectie 
Thema 7 - Hoofdstuk  15

Slide 1 - Tekstslide

Doel van deze les
  • Je kunt uitleggen wat zelfreflectie is.
  • Je kunt de verschillende vormen van zelfreflectie benoemen.
  • Je kunt verschillende manieren benoemen om jezelf beter te leren kennen.
  • Je kunt uitleggen wat het belang is van (ongevraagde) feedback.
  • Je kunt uitleggen wat het Johari-venster is en hoe je het gebruikt.
  • Je kunt valkuilen benoemen bij de opbouw van een reëel en genuanceerd zelfbeeld.
  • Je kunt uitleggen wat een innerlijke criticus is en op welke manieren je hier los van kunt komen.






Slide 2 - Tekstslide

Wat is zelfreflectie

Zelfreflectie is het op eigen ervaringen terugblikken en daarmee eigen handelen en de motieven die achter het eigen handelen zitten, onderzoeken. 

Slide 3 - Tekstslide

Vormen van zelfreflectie
  1. Reflecteren op je persoonlijk functioneren: Stilstaan bij wie je bent, wat je denkt voelt en wilt.
  2. Reflecteren op je beroepsmatig handelen:  Hierbij onderzoek je het effect van jouw manier van werken.  Wat is het effect van jou handelen.

Slide 4 - Tekstslide

Reflecteren en evalueren
Bij evalueren ben je nadrukkelijk bezig met het beoordelen van je handelen. Welke factoren hebben een positieve en welke factoren hebben een negatieve rol gespeeld.
Bij reflecteren zet je jezelf centraal. Je kijkt naar jezelf en je eigen handelen

Slide 5 - Tekstslide

Jezelf leren kennen? 
  • Nadenken over jezelf en je eigen gedrag
  • Het bijhouden van een dagboek of logboek
  • Eigen gedrag naast dat van anderen zetten
  • Vragen om feedback
  • Letten op ongevraagde feedback

blz 218/15.3 - Hoe doe jij dat? Jezelf leren kennen? Welke tips pas je toe? Bespreek dit met elkaar. 

Slide 6 - Tekstslide

Nadenken over jezelf
In hoeverre bewaak ik mijn eigen grenzen?
Hoe ga ik om met mijn eigen gevoelens en emoties?
Wat laat ik zien van mezelf?
Wat waardeer ik van mezelf, en wat niet?
Wat vind ik moeilijk en wat vind ik makkelijk bij het ondersteunen van cliënten?

Slide 7 - Tekstslide

Johari venster (vier gebieden)
  1. De open ruimte: gebied van je zelfbeeld dat aan jezelf én aan anderen bekend is;
  2. Het verborgen gebied: gebied dat wel aan jezelf bekend is, maar niet aan anderen;
  3. De blinde vlek: gebied in jouw zelfbeeld dat bekend is aan anderen, maar niet aan jezelf; 
  4. Het onbekende gebied: het gebied van jouw zelfbeeld dat niet aan jezelf en ook niet aan anderen bekend is. Bijvoorbeeld: hoe jij zult reageren in bepaalde situatie. 

Slide 8 - Tekstslide

Johari venster (vier gebieden)
  1. De open ruimte: gebied van je zelfbeeld dat aan jezelf én aan anderen bekend is;
  2. Het verborgen gebied: gebied dat wel aan jezelf bekend is, maar niet aan anderen;
  3. De blinde vlek: gebied in jouw zelfbeeld dat bekend is aan anderen, maar niet aan jezelf; 
  4. Het onbekende gebied: het gebied van jouw zelfbeeld dat niet aan jezelf en ook niet aan anderen bekend is. Bijvoorbeeld: hoe jij zult reageren in bepaalde situatie. 

Slide 9 - Tekstslide

Valkuilen bij de opbouw van een eerlijk zelfbeeld 
Jezelf verkeerd waarnemen;
Anderen verkeerd waarnemen;
Bevestiging zoeken vanuit een bestaand zelfbeeld;
Zichzelf waarmakende voorspellingen doen;
Niet- reële vergelijkingen maken;
Denken dat de ideale mens bestaat.
Herken je een valkuil bij jezelf?

Slide 10 - Tekstslide

Je innerlijke criticus
Die 'stem' die altijd over je schouder met je meekijkt.
De stem die het beter weet: "Wat ongelooflijk stom van je."
De stem die je opjaagt: "Je moet je huiswerk ook nog maken".
De stem die je laat twijfelen: "Was dat nu wel zo'n goed idee?"
De stem die je verteld dat je faalt: "Een ander had dit al lang gedaan". 




Slide 11 - Tekstslide

Je bent je gedachten niet!

Je bent niet wat je denkt! Wat je denkt mag je 'voorbij laten gaan' en je mag er op een afstandje naar kijken.

Accepteer je gedachten!
Wanneer je je verzet tegen je innerlijke criticus, vergroot je de kracht van je innerlijke criticus alleen maar.

Stop met het streven naar perfectie. 

Slide 12 - Tekstslide

Je bent je gedachten niet - stop met het streven naar perfectie

Je bent niet wat je denkt! Wat je denkt mag je 'voorbij laten gaan' en je mag er op een afstandje naar kijken.

Accepteer je gedachten!
Wanneer je je verzet tegen je innerlijke criticus, vergroot je de kracht van je innerlijke criticus alleen maar.

Stop met het streven naar perfectie. 

Slide 13 - Tekstslide

Beeld dat iemand van zichzelf heeft opgebouwd door alles wat hij heeft waargenomen en ervaren. Dit beeld kan meer positief en meer negatief zijn.
Welk begrip hoort bij onderstaande situatie:

'Femke laat van kinds af aan zien dat zij zorgzaam is.'
Het geheel aan eigenschappen die iemand als eigen en gemeenschappelijk aan zichzelf ervaart, in de situatie dat hij zich vergelijkt met anderen
Zelfbeeld
Karakter
Identiteit

Slide 14 - Sleepvraag

Zelfkennis heeft verschillende functies. Welke functie past bij de volgende situatie:
  
'Badr, beroepskracht MZ, weet van zichzelf dat hij erg perfectionistisch kan zijn en dat dit te maken heeft met angst voor kritiek. Hij ziet dit ook bij cliënt Agnes gebeuren.'
Zelfkennis heeft verschillende functies. Welke functie past bij de volgende situatie:

'Jos ziet bij zichzelf dat initiatief nemen een aandachtspunt is. Hij stelt een leerdoel voor zichzelf op en bedenkt voor de volgende keer bij zijn PEP een activiteit.'
Zelfkennis om anderen te kunnen helpen
Zelfkennis om je gedrag en
beroepshouding bij te sturen

Slide 15 - Sleepvraag

Er zijn vier functies van zelfkennis.
Zojuist hebben we twee functies van zelfkennis besproken (gedrag/ beroepshouding bijsturen + anderen helpen).

Welke twee functies van zelfkennis zijn er nog meer?
A
Zelfkennis is nodig om contacten met anderen te regelen
B
Zelfkennis is nodig om jezelf te kunnen presenteren aan anderen
C
Zelfkennis is nodig om een goed zelfbeeld te ontwikkelen
D
Zelfkennis is nodig om de cliënt bewust te maken van zijn/ haar fouten

Slide 16 - Quizvraag

Noem een voorbeeld van reflecteren op je beroepsmatig handelen.

Slide 17 - Open vraag

Opdracht - Een blik vol ontwikkeling
Je bent niet wat je denkt! Wat je denkt mag je 'voorbij laten gaan' en je mag er op een afstandje naar kijken.

Accepteer je gedachten!
Wanneer je je verzet tegen je innerlijke criticus, vergroot je de kracht van je innerlijke criticus alleen maar.

Stop met het streven naar perfectie. 

Slide 18 - Tekstslide

Opdrachten Zelfreflectie
Maken:

Licentie - 7.14

Thema 7
Hoofdstuk 15 - Opdracht 1 t/m 6
Test je Kennis
- Ieder mens is uniek
- Zelfreflectie




Slide 19 - Tekstslide

Met een methode reflecteren
Starrt - methode

Rett - methode

Korthagen




Slide 20 - Tekstslide

STARTT- methode 
Neem in situatie in gedachten waarvan jij vindt
dat je niet goed hebt gehandeld of waarbij je hebt getwijfeld over jouw handelen (school). 

Opdracht: beschrijf dit aan de hand van de STARTT - methode

Slide 21 - Tekstslide

R.E.T - methode 
R.E.T. is de afkorting van Rationele Effectiviteits Training of ook wel Rationeel Emotieve Therapie. Het is een methode waarbij je vervelende emoties of gedrag van jezelf waar je last van hebt, om te zetten naar een meer effectiever gedrag of naar positievere emoties. 

Slide 22 - Tekstslide

In welke situaties is coachen met RET nuttig?
“RET kun je inzetten voor vraagstukken op stressniveau. Veelvoorkomende irrationele gedachten die stress veroorzaken zijn bijvoorbeeld:

De Perfectionist: Er mag niets fout gaat, anders faal ik.
De Liefdesjunk: Ik wil het voor iedereen goed doen en aardig gevonden worden.
De Moralist: De ander, het systeem, de maatschappij, de organisatie en de wereld geven mij stress.
Het Verwende Nest: Alles moet in één keer goed gaan, zonder tegenslag en narigheden.
De Rampendenker: Het lukt niet, het gaat mis, we halen het niet.
De Gefrustreerde: Dit is veel te moeilijk, ik kan het niet aan.

Slide 23 - Tekstslide

Individuele opdracht - Blunder 
Opdracht:

Beschrijf 1 blunder die je hebt gemaakt. Gebruik hiervoor een methode die net besproken is. 
Kies bij voorkeur missers die te maken hebben met je opleiding (theorie en praktijk).


Voorbeeld van blunders: 
- Niet opletten tijdens een teamvergadering en dan een vraag stellen waarover de voorgaande vijf minuten gingen... iets vertellen wat je eigenlijk niet had mogen vertellen (je dacht dat de ander het al wist) - te laat komen op een sollicitatiegesprek etc etc....


timer
10:00

Slide 24 - Tekstslide

Blunders nabespreken
Hoe erg vind jij het een blunder te maken?
Wat zegt dat over jezelf?
Hoe vond je het blunders uit te wisselen?
Is het zinvol blunders uit te wisselen? Zo ja, wat is voor jou de zin?
Is het mogelijk positief naar blunders te kijken? Hoe dan?
Wat maakt dat het jou niet lukt positief naar blunders te kijken?





Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video