Proeftoets Lezen blok 3 en 4 2kgt

Lezen blok  3 en 4
  • Je kan de  vijf tekstdoelen aanwijzen en voorbeelden geven.
  • Je kan voorbeelden geven van tekstvormen
  • Je kan de tekstsoorten herkennen
  • Je kan de bron van een tekst aanwijzen
  • Je kent het begrip  overtuigende tekst en je kan kenmerken geven
  • Je herkent de opbouw van een alinea
  • Je weet dat een inleiding en slot op verschillende manieren opgebouwd kunnen zijn
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lezen blok  3 en 4
  • Je kan de  vijf tekstdoelen aanwijzen en voorbeelden geven.
  • Je kan voorbeelden geven van tekstvormen
  • Je kan de tekstsoorten herkennen
  • Je kan de bron van een tekst aanwijzen
  • Je kent het begrip  overtuigende tekst en je kan kenmerken geven
  • Je herkent de opbouw van een alinea
  • Je weet dat een inleiding en slot op verschillende manieren opgebouwd kunnen zijn

Slide 1 - Tekstslide

Welke manier gebruikt de schrijver voor het slot?
A
samenvatting
B
conclusie
C
advies

Slide 2 - Quizvraag

Lees verder op de volgende pagina
Tekst 1

Lees deze grondig, daar gaan de opdrachten over.



(1) In de game Unravel moet je over obstakels springen en puzzels oplossen. Dat klinkt niet origineel, maar dat is het wel. En dat allemaal dankzij een levend bolletje garen. 





Origineel draadmannetje

Slide 3 - Tekstslide

Welke manier gebruikt de schrijver van de tekst voor de inleiding?
A
een verhaaltje vertellen
B
een belangrijke vraag stellen
C
het onderwerp van de tekst noemen

Slide 4 - Quizvraag

het doel van een overtuigende tekst =
A
de lezer iets nieuws vertellen
B
een mening geven / uitleggen waarom die mening waar is
C
de lezer uitleggen hoe iets in elkaar zit
D
de lezer overhalen iets te gaan doen

Slide 5 - Quizvraag

Een betoog is een overtuigende tekst. Wat is ook een overtuigende tekst?
A
Het weerbericht
B
Een bijsluiter van medicatie
C
een filmrecensie
D
Een reclametekst

Slide 6 - Quizvraag

Het doel van een tekst.

Slide 7 - Woordweb

Met welke tekstvorm hebben wij hier te maken?
A
krant
B
tijdschrift
C
poster
D
brief

Slide 8 - Quizvraag

Met welke tekstvorm hebben wij hier te maken?
A
krant
B
brief
C
poster
D
folder

Slide 9 - Quizvraag

Bekijk de tekst.
Hoeveel alinea's tel je?

Slide 10 - Tekstslide

Hoeveel alinea's heeft deze tekst?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 11 - Quizvraag

Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn in een tekst over school?
A
De dierenwinkel
B
De geschiedenis van voetbal
C
Pauzes in de aula
D
Zakgeld

Slide 12 - Quizvraag

Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn in een tekst over politiek?
A
Gezelschapsspellen
B
Verkiezingen
C
Vakantiereizen
D
De woestijn

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de tekstvorm?

Slide 14 - Open vraag

Bij zoekend lezen, lees je de tekst:
A
Helemaal
B
Voor de helft
C
Een klein beetje

Slide 15 - Quizvraag

Bij grondig lezen, lees je de tekst:
A
Helemaal
B
Voor de helft
C
Nog niet

Slide 16 - Quizvraag

Een kenmerk van zoekend lezen is:
A
Je kijkt naar een bepaalde vraag.
B
Je leest de kernzinnen.
C
Je leest de tekst .

Slide 17 - Quizvraag

Welk tekstdoel heeft een folder?

Slide 18 - Open vraag

Onder aan de advertentie staan twee zinnen.

Zijn dit feiten of meningen?
a. feiten
b. meningen
c. een feit en een mening
A
Feiten
B
Meningen
C
Een feit en een mening

Slide 19 - Quizvraag

Wordt er naar een feit of mening gevraagd?

Waarom heb je je huiswerk niet gemaakt?
A
feit
B
mening

Slide 20 - Quizvraag

Ingezonden brief is een
A
Tekstdoel
B
Tekstsoort
C
Tekstvorm

Slide 21 - Quizvraag

Tips om de toets te leren
1. Bekijk de gele stukken
2. Websites om te oefenen:
     www.cambiumned.nl 
     www.jufmelis.nl
    It's Learning : vak Nederlands onderdeel lezen en over taal            blok 1 en 2
3. Filmpjes om naar te kijken

Slide 22 - Tekstslide