persoonlijk voornaamwoorden naamvallen

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t, vwo
• Leerjaar 3

Kapitel 2: Persoonlijk vnw in de 1e-3e-4e naamval 

Sleep het juiste Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het 

Nederlandse persoonlijk voornaamwoord in de 1e naamval

ik

jij

hij

zij e.v.

wij

jullie

het

u

zij

ich

ihr

er

es

wir

du

sie e.v

Sie

sie

Sleep het juiste Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het

Nederlandse persoonlijk voornaamwoord in de 4e naamval

u

haar

hem

het

jou

ons

jullie

hen

mij

Sie

uns

ihn

euch

dich

sie

es

sie

mich

Sleep het juiste Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het Nederlandse persoonlijk voornaamwoord in de 3e naamval

mij

jou

hem

jullie

haar

ons

het

hen

u

mir

uns

ihm

ihm

ihr

dir

euch

ihnen

Ihnen

1e naamval

3e naamval

4e naamval

Na "mit"

Na "nach"

Onderwerp

Lijdend voorwerp

meewerkend

voorwerp

na "für"

na "bei"

naamwoordelijk deel van het gezegde

na "ohne"

Ich besuche (haar) jeden Tag.

1. sie
2. ihr
3. Sie
4. euch

(Ik)... gehe zum Arzt.

1. ich
2. mir
3. mich

Die Dozentin schickt (hem)... einen Brief.

1. er
2. ihm
3. ihn
4. ihnen

Wenn hast........ (jij) gesehen?

1. du
2. dir
3. dich

Mein Hund gibt (hem) einen Knochen (bot).

1. ihr
2. ihm
3. sie
4. ihn

(mij) siehst du nicht in einem Riesenrad.

1. ich
2. mir
3. mich

Wat zijn alle persoonlijke voornaamwoorden van de derde naamval nog eens?

Mein Vater ruft (mij) an (anrufen= bellen)

1. ich
2. mich
3. mein
4. mir

(jullie) seid immer in der Stadt und nicht in der Schule.

1. sie
2. ihnen
3. ihr
4. euch

Wat zijn alle persoonlijke voornaamwoorden van de vierde naamval nog eens?

Lernziele:
Ik kan de Präpositionen vertalen
Ik kan de juiste Personalpronomen vertalen

😒🙁😐🙂😃