Antwoord vragen 3, 4 en 5
3: Onafhankelijk, regering, soeverein.
4a: autonomie
4b: wel; soeverein, autonoom
5a: Nederlanders, waaronder regionale groepen als Friezen of
Twentenaren en migranten uit Europa, bijvoorbeeld Polen. Ook
Antillianen, Surinamers, Turken of Marokkanen.
5b: Spanje en Frankrijk
5c: etnische groepen; nationale; soeverein