Veiligheid Herhaling

Welkom!
Wat gaan we vandaag doen?

Herhalen H1.2 en H1.3 met Quiz


1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Wat gaan we vandaag doen?

Herhalen H1.2 en H1.3 met Quiz


Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
1. Controleren op jouw aanwezigheid
2. Instructie Lesson up
3. Vragen stellen na de Instructie
4. Quiz, vragen beantwoorden (Kahoot of Lesson Up)
5. Huiswerk opgeven, afsluiten en opruimen

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen:
1. Wat moet je doen als je je vinger hebt verbrand?
2. Wat moet je doen als je een chemische stof in je ogen hebt gekregen?
3. Je ziet een gevaarlijke situatie ontstaan met gas of stroom, wat moet je doen?
4. Je ziet een brand ontstaan, waar hangt de brandblusser?
5. Je weet precies hoe je je moet gedragen in het practicum lokaal. 




  

Slide 3 - Tekstslide

Zijn we er klaar voor ????

Slide 4 - Tekstslide

Veiligheid
Je pakt een heet gaasje van de driepoot boven een gasbrander.

Wat doe je?

Slide 5 - Tekstslide

Veiligheid
Loop rustig naar de wasbak.

Koel je hand minimaal 10 minuten onder lauw stromend water. 

Slide 6 - Tekstslide

Veiligheid
Je staat te kijken bij collega's aan een andere tafel. Hier gaat iets fout en er wordt een soort poeder achter je veiligheidsbril in je ogen geblazen.

Wat doe je?

Slide 7 - Tekstslide

Veiligheid
Je loopt rustig naar de oogdouche. 
Haalt de deksel van de cupjes en houd je ogen open met je vingers.
Met je elleboog druk je de oogdouche open en je ogen in de waterstraal.

Pas als de docent of de BHV-er dit zegt mag je je ogen weer van de oogdouche afhalen.

Slide 8 - Tekstslide

Veiligheid
Je ziet dat gasbrander omvalt en hierbij allemaal gevaarlijke stoffen op tafel staan.

Wat doe je?

Slide 9 - Tekstslide

Veiligheid
Je loopt rustig naar de rode nood knop en slaat hierop.


Slide 10 - Tekstslide

Veiligheid
Blusmiddelen:
Wij hebben in ons lokaal 2 standaard blusmiddelen.
Welke 2 en waar hangen deze?

Slide 11 - Tekstslide

Veiligheid
De blusdeken en de poederblusser zijn standaard blusmiddelen
Kijk goed in het practicum lokaal waar ze hangen.

Slide 12 - Tekstslide

Veiligheid
Noem eens 5 gevaren in het practicum lokaal.

Slide 13 - Tekstslide

 Veiligheid (wat kan fout gaan?) 
1.  Struikelen                                                         8. Stroom (stoot)
2. Uitglijden                                                          9. Kortsluiting
3. Branden aan .........                                         10. etc. etc. etc. 
4. Chemische stoffen
5. Gassen inademen
6. Verbranden van stoffen
7. Omstoten van hete stoffen 

Slide 14 - Tekstslide

Vragen?

Slide 15 - Tekstslide

Quiz!
Spelregels:
je kijkt voor jezelf of je de stof hebt begrepen. 
Dus overleg je niet met de buurman/buurvrouw.
-

Slide 16 - Tekstslide

1. Je komt het practicum lokaal binnen, hoe doen we dat?
A
Lachend, rennend en schreeuwend
B
Rennend, gooit de tas ergens neer en gaat zitten.
C
Rustig, legt je tas neer waar die niet in de weg ligt.
D
Alle drie zijn goed

Slide 17 - Quizvraag

2. Er staat nog een gasbrander van de vorige les op tafel.
A
Wauw! De fik er in en snel!
B
Die was te heet om op te ruimen. Afblijven!
C
Leuk, eerst overal aan draaien voor de docent het ziet.
D
Alle drie zijn goed

Slide 18 - Quizvraag

3. Je kon het niet laten, je zat toch aan die gasbrander. Nu heb je je vingers verbrand! Wat doe je?
A
Schreeuw moord en brand.....AUW
B
Ga op mijn vingers zitten en zeg lekker niks
C
Geef de docent de schuld, mag toch niet!
D
loop naar de kraan en koel mijn vingers

Slide 19 - Quizvraag

4. Het stinkt naar gas, wat doe ik?
A
Ik steek mijn hand op en vertel het de docent.
B
Ik kijk of de gaskraan op mijn pilaar open staat
C
Vraag mijn collega's of die het ook ruiken
D
Niet een maar alle drie antwoorden

Slide 20 - Quizvraag

5. Als ik ren in het lokaal dan kan ik
A
Struikelen
B
Een ander aanstoten
C
Mezelf en een ander bezeren
D
Alle 3 antwoorden zijn goed

Slide 21 - Quizvraag

6. Ik stoot per ongeluk tegen de rode knop aan
A
Ik zeg niks, straks straf
B
Meld het rustig bij mijn docent
C
Ik geef mooi een ander de schuld
D
Doe net alsof ik van niks weet.

Slide 22 - Quizvraag

7. Ik sta met mijn Lab jas in de fik.
A
Ik pak de brandblusser en blus mezelf
B
Ik ga op de grond liggen rollen
C
Ik stap onder de nooddouche
D
Ik steek mijn hand op om het te melden

Slide 23 - Quizvraag

8. Ik heb lenzen maar ook een zuur in mijn ogen gekregen, wat doe ik?
A
Wrijf in mijn ogen, gaat vanzelf over
B
Probeer mijn lenzen uit mijn ogen te halen voor ik ga spoelen
C
Ik ga spoelen, mijn ogen zijn belangrijker dan lenzen
D
Ik vraag het eerst aan de docent

Slide 24 - Quizvraag

9. Het brandalarm gaat
A
Yesss, ik pak mijn tas en sprint naar mijn fiets.
B
loop rustig via de vluchtroute naar buiten
C
Ga gewoon lekker verder, grapje zeker
D
Wie het eerste buiten is!

Slide 25 - Quizvraag

10. Ik zie dat het fout gaat bij collega's
Ik kan niet meer waarschuwen, het is al gebeurd. Wat doe ik?
A
Ik kijk hoe dit af gaat lopen, verder niks
B
Stoot mijn collega aan, moet je dit zien!
C
Sla op de noodknop en alarmeer de docent
D
Zo'n vuurbal Jonguh

Slide 26 - Quizvraag

A. Deze les was:
A
Prettig
B
Duidelijk
C
Leuk
D
Saai

Slide 27 - Quizvraag

B. Volgende les wil ik graag
A
Meer van hetzelfde
B
Meer zelf uit vinden
C
Minder mijn I-Pad gebruiken
D
Minder theorie

Slide 28 - Quizvraag

c. Het lijkt mij leuk om volgende les
A
Zelf een Kahoot te maken over veiligheid
B
Een verhaal te schrijven over Veiligheid
C
Pictogrammen te zoeken op school
D
Hetzelfde te doen als deze les

Slide 29 - Quizvraag


Wat betekent het gevarensymbool?
A
Brandbaar
B
Oxiderend
C
Brandbare stof
D
Sensiliberend

Slide 30 - Quizvraag


Wat betekent dit gevarensymbool?
A
Corrosieve stof
B
Brandbaar
C
Oxiderend
D
Giftig

Slide 31 - Quizvraag

Wat betekent dit gevarensymbool?
A
giftig
B
licht ontvlambaar
C
corrosief
D
schadelijk

Slide 32 - Quizvraag


Wat betekent dit gevarensymbool?
A
Giftige stof
B
Dodelijk
C
Schadelijk
D
Explosief

Slide 33 - Quizvraag

Wat betekent dit gevarensymbool NIET?
A
Schadelijk
B
Irriterend
C
Sensibilerend
D
Giftig

Slide 34 - Quizvraag


Wat betekent het gevarensymbool?
A
Schadelijk voor het milieu
B
Brandbare stof
C
Giftig
D
Explosief

Slide 35 - Quizvraag


Wat betekent dit gevarensymbool?
A
Corrosieve stof
B
Niet mengen
C
Explosief
D
gezondheidsgevaar op de lange termijn

Slide 36 - Quizvraag


Wat betekent dit gevarensymbool?
A
Sensibilerend
B
Slecht voor je hart
C
Gezondheidsgevaar op de korte termijn
D
Gezondheidsgevaar op de lange termijn

Slide 37 - Quizvraag


Wat betekent het gevarensymbool?
A
Niet door de wc spoelen
B
Niet mengen
C
Giftige stof
D
Explosief

Slide 38 - Quizvraag

Wat betekent het gevarensymbool?
A
Schadelijk voor het milieu
B
giftig voor vissen
C
dode bomen
D
Kijk uit met vissen en bomen

Slide 39 - Quizvraag

Afsluiting
Zijn er nog vragen?
Stuur ze Via Magister.
Volgende week een SO. Zie Magister voor een datum.

Slide 40 - Tekstslide