6.02 Piramiden

Eerst: Terugblik!
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Eerst: Terugblik!

Slide 1 - Tekstslide

bacteriën en schimmels; breken organische stoffen uit dode organismen af tot anorganische stoffen
organismen met bladgroen; zetten anorganische stoffen om in organische stoffen
planteneters, vleeseters en alleseters; leven van organische stoffen die planten maken
Consumenten
Producenten
Reducenten

Slide 2 - Sleepvraag

Welke organismen kunnen fotosynthese uitvoeren?
A
Alle organismen
B
Alleen planten en dieren
C
Alleen planten en schimmels
D
Alleen planten

Slide 3 - Quizvraag

In het plaatje zie je...
A
Een voedselweb
B
Een voedselketen
C
Producenten
D
Een voedselketting

Slide 4 - Quizvraag

Planten zijn...
A
Consumenten
B
Reducenten
C
Producenten
D
Afvaleters

Slide 5 - Quizvraag

Planteneters zijn ...
A
Producenten
B
Consumenten van de 1e orde
C
Consumenten van de 2e orde
D
Consumenten van de 3e orde

Slide 6 - Quizvraag

Alleseters zijn ...
A
Consumenten van de 1e orde
B
Consumenten van de 2e orde
C
Consumenten van de 3e orde
D
Alle bovenstaande opties zijn mogelijk

Slide 7 - Quizvraag

Reducenten zijn ...
A
Bacteriën en schimmels
B
Planten
C
Insecten
D
Afvaleters

Slide 8 - Quizvraag

6.2 Piramiden

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen 
-Je kan omschrijven wat piramiden van aantallen en van biomassa weergeven. 

-Je  kunt beschrijven op welke manier energie uit de voedselketen verdwijnt

Slide 10 - Tekstslide

piramide van aantallen
Als je binnen een voedselketen kijkt zie je vaak dat je in de eerste schakels meer organisme nodig hebt dan in de laatste.

In een piramide van aantallen wordt dit weergegeven. 

Let op, het hoeft niet altijd een piramidevorm te zijn, denk maar aan een (1) boom waar heel veel bladluizen kunnen leven. 

Slide 11 - Tekstslide

piramide van aantallen
Het aantal individuen tussen schakels hoef niet altijd af te nemen.
Zie het voorbeeld hiernaast waarbij er minder bomen nodig zijn dan comsumenten 1e orde.

In een (1) boom kunnen heel veel bladluizen zitten.

Slide 12 - Tekstslide

schematische weergave: piramide van aantallen

Slide 13 - Tekstslide

piramide van biomassa
Elk organisme draagt een bepaald aantal energierijke stoffen bijzich.

Het totale gewicht die het organisme bij zich draagt aan energierijke stoffen noemen we biomassa.

Piramide van biomassa heeft altijd een piramidevorm.

Slide 14 - Tekstslide

piramide van biomassa
Je ziet dat de biomassa iedere schakel afneemt omdat er energie "verloren"gaat.
250 kg > 25kg > 2,5 kg > 0,25 kg.

Gemiddeld gaat er tussen iedere schakel 90% biomassa verloren.

Slide 15 - Tekstslide

Piramide van biomassa

Slide 16 - Tekstslide

Biomassa
Waar gaat die energie dan in verloren?
Het dier zelf gebruikt een gedeelte van deze energie voor zichzelf, om warm te blijven en te bewegen. En een deel gaat verloren in de uitwerpselen. 

Slide 17 - Tekstslide

(Examen) vragen

Slide 18 - Tekstslide

het gewicht van alle organische stoffen in een organisme
schema dat laat zien hoeveel individuen in elke schakel van een voedselketen voorkomen
schema dat laat zien wat het gewicht is van alle organische stoffen in elke schakel van een voedselketen
Biomassa
Piramide van aantallen
Piramide van biomassa

Slide 19 - Sleepvraag

Piramide van aantallen
Piramide van biomassa

Slide 20 - Sleepvraag

Waar
Niet waar
Dieren zijn consumenten
piramide van biomassa heeft áltijd piramidevorm
biomassa is de totale massa dat producenten eten.
planten en schimmels zijn allebei reducenten
schimmels en bacterien zijn reducenten
in de cellen met bladgroenkorrels vindt fotosynthese plaats

Slide 21 - Sleepvraag

Een piramide van biomassa heeft altijd de vorm van een piramide
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Waar verwacht je een piramide van aantallen die GEEN piramide vorm heeft?
A
Bos
B
Weiland

Slide 23 - Quizvraag

Waarom heeft piramide van biomassa altijd een piramide vorm
A
Er zijn meer predatoren
B
Er zijn altijd meer producenten
C
Er gaat per schakel energie verloren

Slide 24 - Quizvraag

Welke voedselketen is goed genoteerd?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 25 - Quizvraag

In een piramide van biomassa wordt de biomassa in elke volgende schakel groter.
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Heeft een piramide van aantallen altijd een piramide vorm? Waarom
A
Ja, want het geeft altijd de schakels in de juiste volgorde weer
B
Ja, want het aantal individuen in elke schakel wordt altijd kleiner
C
Nee, want het aantal individuen kan groter zijn in de volgende schakel
D
Nee, want de schakels van een voedselketen kunnen soms in een andere volgorde staan

Slide 27 - Quizvraag

Het totale gewicht van alle energierijke stoffen in een organisme noemen we de ......................... van dat organisme

Slide 28 - Open vraag

Van de organismen in een bepaalde voedselketen wil men een piramide van biomassa met vier lagen tekenen. Men bepaalt in elke schakel van de voedselketen de totale biomassa van alle organismen samen.

De volgende waarden worden gevonden: 2 kg, 30 kg, 700 kg en 60000 kg.

Hoeveel kg is de biomassa van alle consumenten van de eerste orde samen?
A
2
B
60000
C
30
D
700

Slide 29 - Quizvraag

Wat verdwijnt er elke schakel uit de voedselketen?

Slide 30 - Open vraag

Twee uitspraken:

Menno zegt: Een piramide van aantallen heeft altijd een piramidevorm
Wilco zegt: De hoeveelheid biomassa van de laatste schakel in een voedselketen is het grootst

Wie heeft gelijk?
A
Menno
B
Allebei
C
Wilco
D
Beide ongelijk

Slide 31 - Quizvraag

Rozen worden meteen na het afsnijden op de kwekerij in water gezet met daarin een bacteriedodend middel. Dan gaan ze na de verkoop in een bloemenvaas minder snel slap hangen. Rozen gaan slap hangen als er verstoppingen in de vaten van de stengel voorkomen. Twee typen vaten zijn bastvaten en houtvaten.
Gaat een roos eerder slap hangen bij verstopping in de bastvaten of bij verstopping in de houtvaten?
A
Bastvaten
B
Houtvaten

Slide 32 - Quizvraag

De afbeelding geeft een kamperfoelie-plant weer. De kamperfoelie heeft witte bloemen.
Welk proces kan alleen optreden in de groene delen van de kamperfoelie, maar niet in de witte?

Slide 33 - Open vraag

De afbeelding hiernaast geeft een doorsnede weer van een blad van een plant, gezien door een microscoop.
Enkele delen zijn met een letter aangegeven.
Welke letter geeft een deel van het blad aan dat uit één soort weefsel bestaat?
A
P
B
R
C
Q
D
P en Q

Slide 34 - Quizvraag

Maak nu de opdracht 2.02 Piramiden 
Opdracht 1 t/m 6
Blz. boek: 76 t/m 78
Vragen? Ik zit in teams!

Slide 35 - Tekstslide