Les 8: 27 september 2022

• Latijn
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

1T2 Klassieke Talen

28 september 2022

Lesdoelen

• Enkelvoud en meervoud van werkwoorden kunnen herkennen, maken en vertalen
• Enkelvoud en meervoud van zelfstandig naamwoorden kunnen herkennen, maken en vertalen

Planning

1. Start 
2. Terugblik goden
   
3. nakijken opdr 63+64




4. Afronding
   

Hoe heette de god van de zee?

1. Poseidon
2. Neptunus
3. Pluto
4. Corbulo

Welke god of godin was te herkennen aan een maantje in het haar?

1. Apollo
2. Venus
3. Jupiter
4. Diana

Hoe heet de godin van de wijsheid én de oorlog?

1. Minerva
2. Mars
3. Apollo
4. Juno

Welke godin is hiernaast afgebeeld?

1. Vesta
2. Venus
3. Ceres
4. Juno

Vervoeging werkwoord (blz. 58-59)

Nederlands:

• roepen = hele werkwoord, stam = roep-
• persoonsvorm in hij-vorm = stam + t, dus hij roep-t
• persoonsvorm in zij-vorm = stam + en, dus zij roep-en

Latijn: 

• vocare = hele werkwoord (infinitivus), stam = voca-
• persoonsvorm (indicativus) in hij-vorm = stam + t = voca-t
• persoonsvorm (indicativus) in zij-vorm = stam + nt = voca-nt

Vervoeging werkwoord (blz. 58-59)

• Werkwoord komt voorlopig voor in persoonsvorm (indicativus) en hele werkwoord (infinitivus)
• persoonsvorm (indicativus) 3e persoon enkelvoud (hij/zij/het roept)
• persoonsvorm (indicativus) 3e persoon meervoud (zij roepen)
• hele werkwoord (infinitivus) na hulpwerkwoorden
• Dus: hij wil roepen / zij willen roepen/ hij probeert te roepen etc.
• Onderwerp en persoonsvorm moeten in zelfde GETAL staan (enkelvoud of meervoud);
• Vervoegen door juiste uitgang achter de stam te zetten. 
• Latijn kan onderwerp weglaten, dus VOCAT = HIJ roept.

Wat betekent dus timent?
(vorm van het werkwoord 'vrezen')

1. Hij vreest
2. Zij vrezen
3. Te vrezen
4. Ik vrees

Wat betekent dus vocat?
(vorm van het werkwoord 'roepen')

1. Zij roept
2. Zij roepen
3. Te roepen
4. Jij roept

Enkelvoud en Meervoud werkwoord (blz. 58-59)

opdracht 63 + 64 blz. 60

Enkelvoud en Meervoud (blz. 62)

Welk rijtje bevat een woord dat er niet in thuis hoort?

1. femina, servus, bellum
2. servus, rex, flumen
3. feminae, reges, flumina
4. femina, bella, flumen

Lees en vertaal de Latijnse tekst blz. 18

zelf werken

maken opdracht 65, 66, 67 & 69

Formatieve toets (weging 0)

• woensdag 5 oktober(staat als huiswerk in Magister)
• leren: tabellen blz. 17 + uitleg achterin het boek blz 58-64
• vragen op de toets lijken op de vragen in je boekje

Terugblik op de Lesdoelen

• Enkelvoud en meervoud van zelfstandig naamwoorden kunnen herkennen, maken en vertalen
• Enkelvoud en meervoud van werkwoorden kunnen herkennen, maken en vertalen

Huiswerk maandag 4e uur

• maak  opdracht 65, 66, 67 & 69

Wat heb je van deze les geleerd of wat ga je van deze les onthouden?

Wat vond je van deze les?

😒🙁😐🙂😃