§4.2(1) De macht van koningen

Startopdracht
Zoek in rust je plek en leg je spullen op de hoek van je tafel.
Maak opdracht 1
BK: p127
KGT: p140







timer
3:21
Hedendaagse monarchiën (koninkrijken) in Europa:
Noorwegen, Zweden, Denemarken, Groot-Britannië, Nederland, België, Spanje
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Startopdracht
Zoek in rust je plek en leg je spullen op de hoek van je tafel.
Maak opdracht 1
BK: p127
KGT: p140







timer
3:21
Hedendaagse monarchiën (koninkrijken) in Europa:
Noorwegen, Zweden, Denemarken, Groot-Britannië, Nederland, België, Spanje

Slide 1 - Tekstslide

Programma

  1. Startopdracht
  2. Het verhaal
  3. Klasse!werk
  4. Afzwaaier
Lesdoel(en)

Aan het eind van de les...
  • weet je hoe koningen hun staten als eenheid gingen besturen vanuit één plek → centralisatie
  • Begrijp je dat de burgers in steden meer inspraak wilden

Slide 2 - Tekstslide

5W+H?
Wie: koningen en edelen
Wat: de edelen luisteren niet naar de koning
Waar: Europa
Wanneer: Middeleeuwen
Waarom: de koning had de edelen nodig als zijn ridders
5W
  • Door de belasting van de steden werden koningen steeds rijker
  • Ze konden nu hun eigen ridders betalen
  • Ze maakten wetten voor het hele land
  • Hun gebieden werden als eenheid bestuurd → staatsvorming
  • Vanuit één centrale plaats → centralisatie
H

Slide 3 - Tekstslide

Klasse!werk
Lees de bronnen en maak de opdrachten
BK: 2 & 3 (p127-128)
KGT: 2 & 3 (p141)
timer
8:31

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wie is de baas?
  • Gewesten en steden worden steeds onafhankelijker
  • Maar door belastingen werden koningen rijker en machtiger
  • Vanuit één centrale plaats regeerde de vorst over zijn gebieden
  • De Lage Landen behoorden tot het Bourgondische Rijk
  • Brussel is de 'hoofdstad'
  • Filips de Goede (1396 - 1467) was de vorst
  • Om het land te besturen stelt Filips de Staten-Generaal in.

Slide 6 - Tekstslide

De Staten-Generaal?
Filips de Goede stelt 1461 de Staten-Generaal in.
Vertegenwoordigers van de drie standen die mochten meebeslissen over het bestuur van de Lage Landen
1
De vertegenwoordigers van alle gewesten komen uit de drie standen:
  1. de eerste stand → de geestelijken
  2. de tweede stand → de adel
  3.  de derde stand → de burgers
Je noemt dit de standenmaatschappij
2
Dit zijn de wapenschilden van alle 17 gewesten.

3
Met de bijbel en het zwaard in de hand laat Filips zien dat hij een daadkrachtige en rechtvaardige vorst is voor al zijn onderdanen.

4
Deze burger kijkt misschien nogal sip. Want van alle drie standen is hij degene die de zwaarste lasten moet dragen. De geestelijken en adel zijn vrij van belastingen en krijgen allemaal voordeeltjes. Terwijl de boeren en burgers voor de kosten moeten opdraaien en niets te zeggen hebben.
5
Filips gaf de Staten-Generaal wel enige rechten.
Ze mochten meebeslissen over het bestuur dat alle gewesten samen aanging. Maar uiteindelijk was de wil van de koning wet en hadden de standen maar te luisteren.
6

Slide 7 - Tekstslide

Wie is de baas?
  • Filips de Goede doet zijn rijk over aan zijn zoon,  Karel de Stoute (1433-1477)
  • De zoon weet het Bourgondische rijk verder uit te breiden, maar heeft een groot probleem.....
Dark Story
Filips sterft in 1404 in een veldslag en laat zijn rijk in kritieke toestand achter. De koning van Frankrijk rukt op en verovert grote delen van het wankelende rijk. Om het Bourgondische Rijk te redden wordt er een drastische beslissing genomen, waarmee uiteindelijk in 1815 het land Nederland zal ontstaan.
Wat is het grote probleem van Filips de Stoute?

Slide 8 - Tekstslide

Wie is de baas?
  • Hij had geen zoon gekregen, maar een dochter: Maria van Bourgondië
  • De koning van Frankrijk wilde haar als bruid voor zijn oudste zoon. Maar viel ondertussen ook het Bourgondische Rijk binnen.
  • Om de trouw van haar leenmannen in de gewesten te houden, tekende ze een verdrag. Daarin kregen de leenmannen en de steden de macht terug die haar opa ze had afgepakt.
De opa van Maria, Filips de Goede, weigerde om op de doop van zijn kleinkind te komen. Hij zou gezegd hebben dat het toch maar een meisje was en de moeite van het komen niet waard.

Slide 9 - Tekstslide

Wie is de baas?
  • het Groot Privilege zijn rechten die Maria aan de gewesten geeft. 
  • De leenmannen en steden kunnen nu veel meer macht uitoefenen in hun eigen gewesten.
  • Maria van Bourgondië is voorlopig veilig voor die opdringerige Franse koning en zijn zoon. Haar leenmannen trekken ten strijde om het Bourgondische Rijk te verdedigen. 

Slide 10 - Tekstslide

Opgelost!
  • Maria kiest niet voor de Fransen
  • maar trouwt met Maximilaan van Oostenrijk
  • Een Habsburgse vorst 

Slide 11 - Tekstslide

Klasse!werk
Lees de bronnen en maak de opdrachten
BK: 4 t/m 5 (p129)
KGT: 1 t/m 5 (p140-142)
timer
1:00

Slide 12 - Tekstslide