In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wanneer differentieer jij ?
Slide 2 - Tekstslide
Ken jij je leerling ? Kent de leerling zichzelf
(neem deze info mee in het volgende fragment)
Doeners: doen over het algemeen het liefst een directe ervaring op en proberen problemen op te lossen. Zij beginnen graag direct met een taak, vaak zonder een vooropgezet plan.
Denkers: zoeken graag eerst naar verbanden en kennis die reeds aanwezig is voordat zij ergens aan beginnen. Denkers zoeken graag naar algemene regels.
Beslissers: plannen vaak van tevoren een taak die zij gaan uitvoeren. Beslissers proberen graag dingen uit en passen zaken goed toe.
Dromers: zij willen graag een concrete ervaring waarbij geobserveerd kan worden. Het kunstje afkijken past hier goed bij. Problemen worden vaak van meerdere kanten bekeken. Dromers hebben graag de tijd voor opdrachten.
Slide 3 - Tekstslide
https://www.youtube.com/watch?v=dX8jCvp7mAQTekst
Slide 4 - Tekstslide
Zie jij vormen van differentiatie terug in je les? Geef een antwoord voor de intro, verwerking, evaluatie
Intro: ja
Verwerking: ja
Evaluatie: ja
Intro: nee
Verwerking: nee
Evaluatie: nee
Slide 5 - Poll
Welke manier van differentiatie past bij onze vakgroep?
Slide 6 - Tekstslide
Welke manier van differentiatie past bij onze vakgroep?
Slide 7 - Woordweb
Slide 8 - Tekstslide
Bij tempodifferentiatiehoud je rekening met het verschil in leertempo of verwerkingssnelheid van leerlingen. Sommige leerlingen hoeven bijvoorbeeld niet alle opdrachten te maken.
Of je laat leerlingen hun eigen planning maken en zelf bepalen wanneer ze bepaalde leerstof verwerken.
In de praktijk maken veel docenten onderscheid in instructie tijdens de les. Op basis van gemaakt werk of een formatieve toets deel je de groep in tweeën of drieën. Wie de lesstof beheerst gaat zelfstandig aan het werk. De rest krijgt instructie. Leerlingen die nog vragen hebben of de stof nog niet in de vingers hebben krijgen verlengde instructie. Zijn leerlingen al gewend aan deze manier van werken?
Laat hen dan zelf beslissen tot welke instructiegroep ze horen. Dat bevordert hun eigenaarschap over hun eigen leerproces.
Op basis van beheersingsniveau kun je leerlingen makkelijkere, gemiddelde of moeilijkere opdrachten geven. Of laat je leerlingen kiezen tussen een paar practicumopdrachten waarvan ze verslag doen aan de rest van de klas. Een keuze in verwerkingsvorm kan natuurlijk ook. De ene leerling leert het meeste door een presentatie over een onderwerp te geven, de ander maakt er liever een werkstuk of mindmap van. En zo kun je op allerlei manieren en om verschillende redenen differentiëren in de les. Je kunt leerlingen laten kiezen of ze in groepjes werken of alleen.
Slide 9 - Tekstslide
Terugkoppeling vorige bijeenkomst
Wat heb je nog nodig om (meer) te differentiëren ?
Welke hulpmiddelen gebruik je ?
Deel jij taakinstructies uit? (google)
Slide 10 - Tekstslide
Wat heb je nog nodig om (meer) te differentiëren ?
Slide 11 - Tekstslide
Welke hulpmiddelen gebruik je ?
Verdeel je hulpmiddelen....
Groen: Werkt goed,
gebruik ik vaak
Oranje: werkt prima,
gebruik het af en toe
Rood: werkt ongetwijfeld , ik weet niet hoe ik dit moet inzetten ?
>>>Maak je gebruik van materialen je
om differentiatie te ondersteunen of te bekrachtigen?
Slide 12 - Tekstslide
Opdracht om over na te denken.
Slide 13 - Tekstslide
Hoe duidelijk en compleet zijn de regels van je werkvormen voor ieder én voor jezelf?