13 Nov - Check Grammar + F Listening

Today's lesson - The 13th of November
  • Recap + Check
  • F Listening
  • Blooket
#Goals
A1 I can write about facts and habits.
A1 I can understand a clip about personal information.
A1 I have learned how to prepare for listening.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Today's lesson - The 13th of November
  • Recap + Check
  • F Listening
  • Blooket
#Goals
A1 I can write about facts and habits.
A1 I can understand a clip about personal information.
A1 I have learned how to prepare for listening.

Slide 1 - Tekstslide

Grammar: The present simple
1. Wanneer gebruik je de present simple?

2. Wat is de standaard regel?

3. Zijn er nog uitzonderingen?

Slide 2 - Tekstslide

Present Simple
1. Wanneer gebruik je de Present Simple?
--> Tegenwoordige tijd: bij feiten, gewoonten, dingen die vaak gebeuren

Voorbeelden: 
1. I like chocolate
2. She walks her dog everyday.


Slide 3 - Tekstslide

Present Simple
2.  Wat is de standaard regel?
--> Bij he/she/it (shit-regel) komt er +s achter het hele werkwoord (de stam).




I like chocolate.
Ik houd van chocola.
You like chocolate.
Jij houd van chocola.
He/she/it likes chocolate.
Hij/zij/het houdt van chocola.
We like chocolate.
Wij houden van chocola
They like chocolate.
Zij houden van chocola.

Slide 4 - Tekstslide

Present Simple
3. Zijn er nog uitzonderingen?

  • S - klank & to do/to go
  • to be
  • medeklinker + Y




Slide 5 - Tekstslide

Present Simple
Uitzondering: S - Klank & to do/to go
--> Hoor je een -s aan het einde van het woord of heb je het werkwoord to do of to go? Bij he/she/it doe je +es




watch, I do, I go
Ik kijk, ik doe, ik ga
You watch, you do, you go
Jij kijkt, jij doet, jij gaat
He/she/it watches, he/she/it does, he/she/it goes
Hij/zij/het kijkt, hij/zij/het doet, hij/zij/het gaat
We watch, we do, we go
Wij kijken, wij doen, wij gaan
They watch, they do, they go
Zij kijken, zij doen, zij gaan

Slide 6 - Tekstslide

Present Simple
Uitzondering: To be (zijn)
--> Het rijtje van to be moet je gewoon kennen. 




I am ten years old.
Ik ben tien jaar oud.
You are ten years old.
Jij bent tien jaar oud.
He/she/it is ten years old.
Hij/zij/het is tien jaar oud.
We are ten years old.
Wij zijn tien jaar oud.
They are ten years old.
Zij zijn tien jaar oud.

Slide 7 - Tekstslide

Present Simple
Uitzondering: medeklinker + Y
--> Eindigt het werkwoord op een medeklinker + Y? Vervang bij he/she/it de Y voor -ies




I study every day.
Ik studeer elke dag.
You study every day.
Jij studeert elke dag.
He/she/it studies every day. 
Hij/zij/het studeert elke dag.
We study every day.
Wij studeren elke dag.
They study every day.
Zij studeren elke dag.

Slide 8 - Tekstslide

Present Simple: Stappenplan
timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

Vul in:
He ............(to like) to play soccer.

Slide 10 - Open vraag

Vul in:
I .......... (to study) many hours per day.

Slide 11 - Open vraag

Vul in.
I ............ (to be) sixteen years old.

Slide 12 - Open vraag

Vul in.
My stepsister ....... (to go) to school each day.

Slide 13 - Open vraag

F - Listening
1. 1 This is me - F Listening (page 66/67)
(Together) Exercise: 37bcd, 38ab  
(Individually) Exercise 39, 40 + nakijken
2. Choose an option:
- Moeilijk: SlimStampen - Chapter 1, Vocabulary F (Online)
- Gemiddeld:  Exercise 41 (schrijven, 3 zinnen) + SlimStampen
- Makkelijk: Exercise 41 (spreken) + SlimStampen

timer
1:00
Niveau hoger
Zelfstandig werken (planner)

Slide 14 - Tekstslide

In de present simple plak je standaard achter het werkwoord bij he/she/it een.........
Als je te maken hebt met een werkwoord dat eindigt op een s-klank of het het werkwoord to do of to go is, dan plak je bij he/she/it daar ......... achter in de present simple.
Als je te maken hebt met een werkwoord dat eindigt op een medeklinker + Y, dus haal je bij he/she/it de Y weg en vervang je door........ in de present simple.
Als je in de present simple te maken hebt met I, you, we of they verander je .......... aan het werkwoord.

Slide 15 - Sleepvraag

How do you prepare for listening?

Slide 16 - Woordweb

I can write about facts and habits.
I have learned how to prepare listening.
I can understand a clip about personal information.
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Slide 18 - Tekstslide