Herhaling 3.1 t/m 3.3

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Tot 3000 v.C.
3000 v.C. tot 500 n.C.
500 - 1000 n.C.
1000 - 1500 n.C..
Tijd van jagers en boeren
Tijd van Grieken en Romeinen
Tijd van Monniken en ridders
Tijd van Steden en Staten
Middeleeuwen
Prehistorie
Oudheid

Slide 3 - Sleepvraag

Welke uitspraak is juist?
In ons land:

A
kennen we geen dominante cultuur.
B
is de Nederlandse cultuur dominant.
C
zijn er meer dominante culturen dan subculturen.
D
zijn er meerdere dominante culturen.

Slide 4 - Quizvraag

Als Liam vanuit Portugal naar Nederland komt om hier te wonen, dan is hij voor ons een...
A
Immigrant
B
Emigrant

Slide 5 - Quizvraag

Maxima is haar vader is geboren in Argentinie. Ze heeft wel een Nederlands paspoort. Zij is iemand met een...
A
Nederlandse achtergrond
B
Migratie achtergrond

Slide 6 - Quizvraag

Nederland
Spanje
Italië
Griekenland
Frankrijk
Egypte

Slide 7 - Sleepvraag

De Grieken namen de Romeinse goden over.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

De Romeinen offerden in tempels.
Wat was de reden dat de Romeinen offerden?
A
Het was een manier van slachten.
B
Het was normaal cadeaus aan anderen te geven.
C
Ze hoopten dat de goden de mensen zouden helpen.
D
Zo lieten ze zien dat ze tolerant waren.

Slide 9 - Quizvraag

Geloven in één God
Geloven in meerdere Goden
Islam
Jodendom
Christendom
Romeinse Goden
Hindoeïsme
Boeddhisme

Slide 10 - Sleepvraag

De....geloofden in verschillende goden.
A
Joden
B
Christenen
C
Romeinen

Slide 11 - Quizvraag

De hoogste leider van de rooms-katholieke kerk is...
A
De priester
B
De paus
C
De keizer
D
De imam

Slide 12 - Quizvraag

Christendom werd steeds populairder.
Christendom werd verboden.
Keizer Constantijn werd een christen.
Keizer Theodosius maakte het christendom een staatsgodsdienst..

Slide 13 - Sleepvraag

Normen zijn:
A
alles wat mensen belangrijk vinden in het leven.
B
besluiten die de overheid neemt.
C
regels over hoe je je moet gedragen.

Slide 14 - Quizvraag

Waarden zijn:
A
alles wat mensen belangrijk vinden in het leven.
B
de gedragsregels die belangrijk zijn in Nederland.
C
regels over hoe je je moeten gedragen.
D
belangen die alle Nederlanders delen.

Slide 15 - Quizvraag

Eerlijkheid is een voorbeeld van een norm.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Kinderen maken borden, zodat auto's niet te hard rijden.
Hiermee komen zij op voor hun
A
Waarden
B
Normen

Slide 17 - Quizvraag

Noem twee voorbeelden van de Nederlandse dominante cultuur.

Slide 18 - Open vraag

Aan de slag
Ga naar leermiddelen --> Plein M --> 
Maken 3.1 t/m 3.3

Klaar? 
Maken 3.4 en test jezelf

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide