H4 bewegen §1 snelheid

H4 bewegen §1 snelheid
2vwo
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H4 bewegen §1 snelheid
2vwo

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Lesdoelen bespreken
  • Uitleg over de les
  • Oefenopgaven maken
  • Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les heb je geleerd:
  1. Wat gemiddelde snelheid is
  2. Wat constante snelheid is
  3. Hoe je kan rekenen met snelheid  met de formule
  4. Wat de eenheden en grootheden van afstand, tijd en snelheid zijn
  5. Hoe je de snelheid kan berekenen met een afstand tijd diagram 

Slide 3 - Tekstslide

Voorkennis
Het 5 stappenplan:
  1. Gegevens: Schrijf op wat is gegeven in de tekst
  2. Gevraagd: Welke grootheid moet je berekenen?
  3. Formule: Welke formules heb je nodig?
  4. Berekening: Ingevulde formule met oplossing
  5. Antwoord: Controleer je antwoord (eenheid, realistisch?)

Slide 4 - Tekstslide

Gemiddelde snelheid
De gemiddelde afstand die per tijdseenheid is afgelegd


of
vgem=ts
s=vgemt

Slide 5 - Tekstslide

Grootheden en eenheden
v= snelheid in meters per seconde of kilometers per uur

s= afstand in meters of kilometers


t= tijd in seconde of uur
m/s of km/h
m of km
s of h

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de eenheid van gemiddelde snelheid?
A
s/m
B
h/km
C
km/h
D
m/s

Slide 7 - Quizvraag

Schrijf op wat de eenheid is van:
s, t, v

Slide 8 - Open vraag

Omrekenen naar km/h
v=ts
v=ts=hkm36001000=sm
hkm/3,6=sm

Slide 9 - Tekstslide

Oefenopgave
Ellen woont 5 kilometer van school. Ze fiets elke schooldag een half uur om op school te komen. Bereken dan met welke snelheid Ellen fiets in km/h.


Slide 10 - Tekstslide

Uitwerking
Uitwerking:
  1. s=5 km
  2. t=0,5 uur
  3. v=s/t
  4. v= 5 : 0,5 =10 km/h
  5. Dus Ellen fiets met een snelheid van 10 km/h

Slide 11 - Tekstslide

Dus fietst Ellen heel de weg lang 10 km/h? Waarom wel/niet

Slide 12 - Open vraag

Oefenopgaven
Ellen heeft een gemiddelde snelheid van 10 km/h. Hoeveel m/s is dit dan?
uitwerking: 
v= 10 km/h


10/3,6= 2,8 m/s
hkm/3,6=sm

Slide 13 - Tekstslide

Constante snelheid
De snelheid heeft op elk moment dezelfde grootte en richting.
Binnen een bepaalde tijd is de afgelegde afstand steeds hetzelfde, dit noem je een eenparige beweging

Slide 14 - Tekstslide

Constante snelheid voorbeeld
  • Om de 0,02 s één plast de konijn;
  • Dezelfde snelheid
  • Afstand tussen elk plasje is 0,35 m 
  • Met welke snelheid springt de konijn?

Onthoud: zijn de stippen op dezelfde afstand van elkaar dan is de snelheid constant (hetzelfde).



Slide 15 - Tekstslide

Uitwerking
  • verplaatsing per plasje (s)=0,35 m, t=0,02 s
  • v=?
  • v= s/t
  • v=0,35/0,02= 17,5 m/s

Onthoud: zijn de stippen op dezelfde afstand van elkaar dan is de snelheid constant (hetzelfde).



Slide 16 - Tekstslide

Afstand tijd diagram
  • Recht evenredig verband= Als de afstand n x zo groot wordt word de t ook n x zo groot.
  • Rechte lijn door de oorsprong



Slide 17 - Tekstslide

Afstand tijd diagram
  • Aflezen s en t

  • s= 0,24 m
  • t=0,2
  • v=s/t
  • v=0,24/0,2
  • v=1,2 m/s




Slide 18 - Tekstslide

Kennis klip over Phet opdracht

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk H4§1
  • Bestuderen H4§1 (blz. 122 t/m 125)
  •  maken opgaven 1 t/m 11
  • Forms uit de volgende dia's beantwoorden

Slide 20 - Tekstslide

Instructie
Wat? Volg de stappen op de volgende dia om de vragen over de Phet simulatie te kunnen maken
Hoe? Individueel, met je laptop
Hulp? Vraag eerst je klasgenoten en daarna de leraar om hulp
Tijd? 10 min
Uitkomst? Inzicht over afstand tijd diagram
Klaar? Controleer je antwoord samen met de klasgenoot die naast je zit

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

Opdracht
  1. Open de Phet simulatie 
  2. Stel de snelheid (velocity) in op 3m/s
  3. Stel de afstand in op 0 m
  4. Druk op de play knop
  5. Druk op de pauze knop wanneer de tijd op 2 s staat
  6. Neem de s,t-diagram 
  7. Bereken wat de snelheid is met behulp van de s, t diagram

Slide 23 - Tekstslide

Kernbegrippen
Controleer of je de kernbegrippen uit deze les hebt begrepen door deze forms in te vullen






Slide 24 - Tekstslide

Wat vond je van deze les?
Stel een vraag of geef een opmerking over deze les in deze Forms 

Slide 25 - Tekstslide