Welkom! Deze les gaat over twee nieuwe tekstdoelen: beschouwen en overtuigen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1
In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Welkom! Deze les gaat over twee nieuwe tekstdoelen: beschouwen en overtuigen
Slide 1 - Tekstslide
Nieuwe tekstdoelen
Tot nu toe kennen we één tekstdoel: informeren
Het is tijd dat we kennismaken met twee andere tekstdoelen:
Beschouwen
Overtuigen
Lees eerst de bijhorende theorie op pagina 14 in Kern!
Slide 2 - Tekstslide
Opdracht
Bepaal van de volgende titels of ze overtuigend of beschouwend zijn. Sleep de titels naar de juiste categorie.
Slide 3 - Tekstslide
Beschouwend
Overtuigend
Het uur U. Waarom we nu moeten ingrijpen om het milieu te redden.
Lekker laten uitslapen! Hoe nieuwe inzichten in het puberbrein de lesroosters zouden moeten beïnvloeden.
Huiswerk maken: overschat of broodnodig?
Leraar: een beroep met vele gezichten.
Daarom duurzaam.
Ijsberenalarm! De zin en onzin van klimaatverandering.
Slide 4 - Sleepvraag
Opdracht
Geef bij de volgende voorbeelden aan wat de mening is en wat het argument. Klik dus de twee juiste antwoorden aan.
Slide 5 - Tekstslide
Je hebt griep, je kunt dus maar beter in bed blijven vandaag.
A
Je kunt maar beter in bed blijven vandaag = argument
B
Je kunt maar beter in bed blijven vandaag = mening
C
Je hebt griep = argument
D
Je hebt griep = mening
Slide 6 - Quizvraag
Ik zit vaak uren te lezen in de bibliotheek. Het is een fijne plek om te zijn.
A
Ik zit vaak uren te lezen in de bibliotheek = argument
B
Ik zit vaak uren te lezen in de bibliotheek = mening
C
Het is een fijne plek om te zijn = argument
D
Het is een fijne plek om te zijn = mening
Slide 7 - Quizvraag
Wonen in een boerengat lijkt me vreselijk saai. Ze hebben er vast geen internet.
A
Wonen in een boerengat lijkt me vreselijk saai = argument
B
Wonen in een boerengat lijkt me vreselijk saai = mening
C
Ze hebben er vast geen internet = argument
D
Ze hebben er vast geen internet = mening
Slide 8 - Quizvraag
Het is raar dat rottweilers 'hoogrisicohonden' zijn, want Mechelse herders staan niet op die lijst én zijn toch veel meer betrokken bij bijtincidenten.
A
Het is raar dat rottweilers 'hoogrisicohonden' zijn = argument
B
Het is raar dat rottweilers 'hoogrisicohonden' zijn = mening
C
Mechelse herders staan niet op die lijst én zijn toch veel meer betrokken bij bijtincidenten = argument
D
Mechelse herders staan niet op die lijst én zijn toch veel meer betrokken bij bijtincidenten = mening
Slide 9 - Quizvraag
Eet minder vlees! Dan doe je tenminste écht iets voor het milieu
A
Eet minder vlees = argument
B
Eet minder vlees = mening
C
Dan doe je tenminste écht iets voor het milieu = argument
D
Dan doe je tenminste écht iets voor het milieu = mening
Slide 10 - Quizvraag
Wat wil de auteur bereiken met een beschouwende tekst?
Slide 11 - Open vraag
Wat wil de auteur bereiken met een overtuigende tekst?