Stappen tijdens de incidentmethode (1/2)
1. Spelregels bespreken (± 5 minuten)
2. Iedereen vertelt haar/zijn casus TOT het moment van handelen. Niet vertellen wat je gedaan hebt! Anderen maken kort aantekeningen. (± 10 minuten)
3. Stemmen – iedereen 2 stemmen + argumenten. Meeste stemmen = besproken worden. (± 5 minuten)
4. Casus nogmaals kort inbrengen (± 2 minuten)
5. Ieder groepslid formuleert vragen ter verduidelijking: wie, wat, waar, waarom, waardoor, waartoe, hoe, hoeveel etc. Geen gesprek. (± 3 minuten)
6. Stellen van open vragen ter verduidelijking. Inbrenger vertelt nog steeds niet wat zij/hij heeft gedaan. (± 5 minuten)