Digitaal opvoeden PWOA les 1 C20

Digitaal opvoeden les 1-5
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
ANT2+MBOStudiejaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Digitaal opvoeden les 1-5

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk je aan bij 'Digitaal opvoeden?'

Slide 2 - Open vraag

Doelen van leeractiviteit:
  • Je kan bewust digitale hulp- en leermiddelen inzetten.
  • Je kan digitale middelen indelen op basis van functionaliteit
  • Je kan een instructiefilmpje maken over het gebruik van een digitaal middel.
  • Je kan een activiteit voorbereiden dat gekoppeld is aan een leermiddel.



Slide 3 - Tekstslide

Doelen van deze eerste les
  • Je weet waarom digitaal opvoeden een belangrijk onderdeel is in        
      jouw werk als onderwijsassistent of pedagogisch medewerker.
  • Je kan benoemen welke digitale middelen ingezet worden bij de opvoeding, ontwikkeling en begeleiding van kinderen.
  • Je kan aangeven wat digitale geletterdheid is binnen de 21 eeuwse vaardigheden.
  • Je kan ervaren wat eenvoudige oefeningen van informatieoverdracht te maken hebben met digitaal opvoeden.


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Opdracht in groepjes
- In groepjes van 4 studenten (in groepskanalen op Teams)
   gaan jullie in gesprek over de voor- en nadelen van de digitale
   ontwikkelingen in onze maatschappij.

- Jullie maken hiervan een tekening, mindmap, overzicht, 
   tabel, die je kunt delen op de volgende dia.

Slide 6 - Tekstslide

Welke voor- en nadelen kent de digitalisering van onze maatschappij volgens jullie?

Slide 7 - Open vraag

Kinderen voorbereiden op deze eeuw

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Digitaal opvoeden: 

  • Kinderen digitaal geletterd maken
  • Digitale middelen inzetten om 21 eeuwse vaardigheden en vakspecifieke kennis en vaardigheden te ontwikkelen.



Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Welke digitale tools; programma's,
leer- en/of hulpmiddelen ken je?

Slide 13 - Woordweb

Praktisch aan de slag:  Monsters tekenen
Op de computer gebruik je een eenvoudig tekenprogramma zoals Paint ’. 
Je werkt in tweetallen  aan deze opdracht en levert één tekening in.
1) Schrijf 7 cijfers onder de 6 in willekeurige volgorde op. Elk cijfer is minimaal 1. Elk cijfer komt minimaal 1, maar maximaal twee keer voor.                   Bijvoorbeeld 1, 3, 5, 5, 4, 2, 4
2) Als tweetal maak je als eerste een lichaam voor het monster (je kiest één vorm uit bijv.                                           ) .                
3) Elke groep tekent daarna de ogen. Het aantal ogen is gelijk aan het eerste cijfer dat je opgeschreven hebt.
4) Dit doe je ook voor de volgende onderdelen:
Oren (tweede cijfer)    Armen (vijfde cijfer)
Neuzen (derde cijfer)     Benen (zesde cijfer)
Monden (vierde cijfer)   Haar (zevende cijfer)  

Beantwoord de volgende vraag:
Wat leren kinderen door middel van deze activiteit?




Slide 14 - Tekstslide

Plaats hier jullie tekening en antwoord.

Slide 15 - Open vraag

Huiswerkopdracht 1: 
Beantwoord de volgende vragen en neem de antwoorden mee naar les 2 (onderdeel van de les).
1. Wat is de visie van jouw stage met betrekking tot digitale technologie?
2. Wat doen ze bij jou op stage met digitale technologie? Geef minimaal 2 voorbeelden.
3. Hoe digitaal geletterd vind jij jezelf?
4 Schrijf een leerdoel voor jezelf om de deskundigheid van jouw digitale geletterdheid te vergroten.

Slide 16 - Tekstslide

Bronnen: 

1. Onderwijsassistent: hoofdstuk 14
2. Gespecialiseerd Pedagogisch medewerker: 11
3. Professioneel werken: 10.1 tot en met 10.5


Slide 17 - Tekstslide

Tot volgende week

Slide 18 - Tekstslide