Geschiedenis klas 1: (les 39) H4.4 De macht van vorsten (1) (2021/2022)

'Met ketters liep het meestal slecht af.'
Waarom liep het slecht met hen af?
A
Ketters pleegden de zwaarste misdrijven.
B
Ketters waren ongelovigen.
C
Ketters verraadden de koning en belandden op de brandstapel.
D
Ketters kwamen om tijdens de bedevaarten.
1 / 21
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

'Met ketters liep het meestal slecht af.'
Waarom liep het slecht met hen af?
A
Ketters pleegden de zwaarste misdrijven.
B
Ketters waren ongelovigen.
C
Ketters verraadden de koning en belandden op de brandstapel.
D
Ketters kwamen om tijdens de bedevaarten.

Slide 1 - Quizvraag

Welke straf kregen ketters?
A
Ze werden opgehangen.
B
Ze werden gevangen gezet.
C
Ze werden verbrandt.
D
Ze werden vrijgelaten.

Slide 2 - Quizvraag

De mensen dachten dat je de pest kreeg omdat..
A
Je niet schoon was.
B
Je gestraft werd door god.
C
Je pech had.
D
Je beloond werd door god.

Slide 3 - Quizvraag

Maak de juiste combinaties.
Ongelovigen
Zwarte dood
Haat tegen joden
Brandstapel
Straf ketters
Antisemitisme
Pest
Ketters

Slide 4 - Sleepvraag

Waarom vonden de kruistochten plaats?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Weektaak: Maken opdrachten 4.4

4.3 eerst afmaken!
Hoe? Alleen, Zelfstandig.

Tijd: 15 minuten

 

timer
15:00
Vragen? Steek je vinger op!
Of stuur een E-mail naar mnt@dr.nassaucollege.nl

Slide 15 - Tekstslide

Sleep de titels en uitspraken naar de juiste groepen
Geestelijken
Edelen
De paus zal tevreden zijn met mijn keuze
Na mijn dood zal mijn zoon als hertog ook weinig last hebben van de koning

Slide 16 - Sleepvraag

Leg uit wat centralisatie is?

Slide 17 - Open vraag


Welke 3 standen weet jij nog?

Slide 18 - Open vraag

Wat bedoelen we met staatsvorming?
A
als een land wordt bestuurd door een vorst
B
als een land steeds meer vanuit één plek wordt bestuurd
C
als een land steeds meer als eenheid wordt bestuurd
D
als een land een naam krijgt, zoals Nederland

Slide 19 - Quizvraag

Wat wilden de steden terug voor de hulp aan de koning?
A
Geld
B
Stadsrechten
C
Grond
D
Voedsel

Slide 20 - Quizvraag

Volgende les: H4.4


De macht van vorsten.

De Duitse keizer

Slide 21 - Tekstslide